Zeebrugge is in enkele decennia uitgegroeid van een pure doorvoorhaven naar een logistiek platform van allure. Ze heeft zich ontwikkeld tot de belangrijkste Europese haven voor roroverkeer en zelfs tot wereldwijd marktleider voor de import en export van nieuwe wagens. De eenheidsladingen, roro en containers, zijn goed voor driekwart van de totale goederenoverslag. Zeebrugge is een snelhaven voor het intense roroverkeer tussen continentaal Europa, Groot-Brittannië, Scandinavië en Zuid-Europa en een Europese hubhaven voor de auto-industrie. Daarnaast is het een containerhaven met een nautische toegankelijkheid voor de grootste containerschepen die op dit moment in de vaart zijn. De haven Zeebrugge is ook een logistieke hotspot voor de aanvoer van LNG (vloeibaar aardgas) en andere energieproducten; aanvoer van groenten, fruit en andere landbouwproducten; behandelen van conventionele stukgoederen en projectlading. De dynamische haven is een snelle groeier in de Le HavreHamburg ranche.
De Noordzeehavens behandelen samen jaarlijks meer dan een miljard ton goederen. Vrijwel alle producten die de consument in de schappen van de supermarkten aantreft, zijn via deze havens naar de plaats van bestemming gebracht. De haven van Zeebrugge wordt uitgebaat door de Maatschappij van de Brugse Zeehaven NV, een autonoom publiekrechterlijk overheidsbedrijf met de Stad Brugge als hoofdaandeelhouder. De maatschappij werd opgericht in 1895. Het havenbestuur, sinds de millenniumwisseling onder voorzitterschap van Joachim Coens, geeft de kaders aan en staat in voor de technische, nautische en commerciële aspecten van het havenbeheer. Het havenbestuur is onder meer verantwoordelijk voor grote infrastructurele werken zoals het bouwen van kaaimuren en steigers en aanleggen van wegen. De haven opereert op een duurzame wijze, met de focus op een evenwichtige verhouding tussen mens, milieu en welvaart. De terreinen in het havengebied worden door het havenbestuur voor een lange periode in concessie gegeven of verhuurd aan terminaluitbaters. Deze operatoren zijn private bedrijven die instaan voor de deskundige overslag, behandeling en opslag van de goederen. De terminals voor het snelverkeer (containers en roro-vracht) liggen vooral in de voorhaven. In de achterhaven, achter de sluizen, zijn voornamelijk terminals voor auto’s, projectladingen, conventionele ladingen en distributiecentra. Langs het Boudewijnkanaal en in de haven van Brugge zijn hoofdzakelijk bedrijven actief die bouwmaterialen en agrobulk behandelen.
Toegangspoort
Zeebrugge heeft zich in betrekkelijk korte tijd (sinds 1985) ontwikkeld tot een prominente toegangspoort tot de Europese markten. Het is een jonge zeehaven met een moderne havenuitrusting die geschikt is voor de grootste schepen. De opkomst van de roll-on/roll-off-technieken, de containerisering en de schaalvergroting van de schepen overtuigden de Belgische regering in de jaren ’70 tot de grootschalige uitbouw van de kusthaven tot een diepzeehaven. Een uitgestrekte voorhaven, een nieuwe zeesluis met toegang naar een achterhaven, gaf Zeebrugge in de daarop volgende jaren nieuwe impulsen. De totale goederenoverslag verdrievoudigde van 14 miljoen ton in 1985 tot 43,5 miljoen ton in 2012.
Veelzijdig
Zeebrugge is een veelzijdige haven voor de behandeling van een breed pallet goederen. De focus ligt niet enkel op Europese roll-on/roll-off-trafieken en het verkeer van nieuwe wagens. De kusthaven is ook belangrijk voor intercontinentaal (container) verkeer, containerfeedertrafieken, conventionele ladingen, projectlading, vloeibaar aardgas en cruises. Zeebrugge heeft zich ontwikkeld van een pure transithaven tot een draaischijf voor Europese distributie. Het was zelfs jarenlang de snelst groeiende haven van Europa met een recordoverslag in 2010 van 50 miljoen ton. In de haven worden veel toegevoegde waarde activiteiten verricht, bijvoorbeeld ten aanzien van de twee miljoen nieuwe auto’s die jaarlijks (grotendeels van overzee) naar Zeebrugge komen om gereed te worden gemaakt voor export. Value added logistics worden zowel intercontinentaal via ‘deepsea’ verricht, als in het kader van distributie binnen Europa via shortsea, binnenvaart, spoor en wegvervoer. Het gaat om totaaloplossingen, om de logistieke keten in zijn geheel.
Toegevoegde waarde
Goederen worden in het havengebied geassembleerd, omgepakt en verpakt. In het segment van nieuwe wagens is Zeebrugge op wereldschaal de onbetwiste nummer 1. Dat brengt ook veel reuring met zich mee. Nieuwe auto´s moeten na aankomst worden verreden naar de logistieke centra, voorzien van opties, en dergelijke. Van daaruit kunnen ze verder worden gedistribueerd. De haven is ook draaischijf voor de overslag van containers en trailers en de overslag van rollen papier uit Zweden, Noorwegen en Finland. De grote papierterminal in het havengebied brengt dan ook veel dynamiek met zich mee. Als belangrijkste Europese aardgashaven zijn er in Zeebrugge grote gasterminals, die aardgas in gasvorm aangevoerd krijgen vanuit de Troll-aardgasvelden voor de kust van Noorwegen via de 814 kilometer lange Zeepipe onder de Noordzee, en in vloeibare vorm (lng) via methaantankers in hoofdzaak vanuit Qatar.
Cruiseschepen
Zeebrugge is ook dé passagiers- en cruisehaven van België. De verschillende veerdiensten naar Groot-Brittannië en het aanlopen van luxueuze cruiseschepen geven extra dynamiek aan de regio. Zeebrugge beschikt tevens over de grootste vissershaven van België, een jachthaven en een marinebasis. Op de rechterhavendam staat er een groot windmolenpark. Zeebrugge is essentieel voor de economie en werkgelegenheid in de regio West Vlaanderen. De haven is goed voor een directe werkgelegenheid van 11.000 banen en en veelvoud daarvan aan afgeleide werkgelegenheid, ongeveer 30.000 banen. Het havencomplex Brugge-Zeebrugge wordt uitgebaat door de Maatschappij van de Brugse Zeehaven (MBZ). Het is een naamloze vennootschap met als hoofdaandeelhouder de Stad Brugge.
Netwerk
Zeebrugge biedt de verladende industrie een betrouwbaar netwerk van maritieme verbindingen naar Europese en intercontinentale bestemmingen. Op de schepen die deze regelmatige verbindingen onderhouden, kunnen diverse klanten laadruimte boeken voor containers, trailers, vrachtwagens, auto’s en high & heavy ladingen. Daarnaast speelt de haven ook een rol in de trampvaart waarbij voornamelijk droge bulkschepen en stukgoedschepen op ongeregelde basis aanlopen met een groot ladingvolume voor een specifieke klant.
Voorhaven
Sinds de grootschalige uitbouw tot een diepzeehaven, die werd voltooid in 1985, bestaat de haven uit drie delen. De voorhaven is op de zee gewonnen en beschermd door twee strekdammen van meer dan vier kilomter lengte. Door de directe toegang tot de zee en de grote waterdiepte is de voorhaven bijzonder geschikt voor het snelle roll-on/roll-off- en containerverkeer. Ook de schepen met vloeibaar aardgas leggen hier aan. Deze schepen transiteren niet door de sluizen. Via de Pierre Vandammesluis (1985) en de Visartsluis (1905) varen schepen naar de achterhaven. De achterhaven omvat drie grote dokken: het Verbindingsdok, het Noordelijk Insteekdok en het Zuidelijk Kanaaldok, waar rondom terminals met logistieke centra zijn gevestigd voor de behandeling, opslag en distributie van enerzijds nieuwe auto’s en anderzijds voedingswaren zoals groenten, fruit, fruitsappen, vis, vlees en koffie. Deze ladingen krijgen in Zeebrugge dus een toegevoegde waarde.
Transport & logistiek
Ten westen van het Oud Ferrydok en het Prins Filipsdok bevindt zich de Transport-zone Zeebrugge, die transportbedrijven en logistieke dienstverleners huisvest. Via het Boudewijnkanaal varen schepen naar de binnenhaven van Brugge. Hier wordt het stedelijk gebied bediend met bulk- en conventionele ladingen. Voorts bestaat dit havendeel grotendeels uit industriegebied. De haven van Brugge telt relatief weinig sluizen, omdat een groot deel van de haven, de voorhaven met haar twee strekdammen, als getijdenhaven in zee ligt. Binnenkort wordt begonnen met de werkzaamheden om de verouderde en te klein geworden Visartsluis af te breken en te vervangen door een zogenaamde ‘open getijzone’ en een nieuwe, 390 meter lange en 40 meter brede sluis. Die komt dieper naar het binnenland toe, ongeveer ter hoogte van de Carcokesite.
Sterke troeven
Het havencomplex Brugge-Zeebrugge bezit een aantal sterke troeven die de snelle groei van de haven hebben mogelijk gemaakt en die de basis vormen om het goederenverkeer in de komende jaren nog verder te laten ontwikkelen. De haven is strategisch gelegen aan de kust van de Noordzee, de drukst bevaren zee ter wereld; centraal gelegen ten opzichte van de andere Noordzeehavens dicht bij de belangrijkste, dichtbevolkte, geïndustrialiseerde steden en op korte afstand van Groot-Brittannië. De gunstige geografische ligging brengt een optimale Europese distributie met zich mee. De haven van Zeebrugge heeft een goede nautische toegankelijkheid waardoor ook de grootste schepen er af kunnen meren. Zeebrugge is een diepzeehaven en garandeert voldoende waterdiepte in de toegangsgeul naar de voorhaven en langs de kaaien, waardoor de steeds groter wordende containerschepen te allen tijde kunnen geladen en gelost worden. Deze competitieve troef maakt dat de grootste rederijen ter wereld Zeebrugge op hun vaarschema hebben genoteerd. Ook enkele wereldvermaarde containeroperatoren hebben hier aanzienlijk geïnvesteerd in havenuitrusting.
Internationale bedrijven
Door het scala aan intra-Europese en intercontinentale diensten en de goede hinterlandverbindingen, is Zeebrugge uitermate geschikt voor internationale bedrijven die hun Europese of wereldwijde distributie van hieruit willen organiseren. Een groot aantal bedrijven heeft al geïnvesteerd in logistieke centra, waar zij waarde aan hun ladingen toevoegen alvorens ze te verdelen in Europa. De haven is een draaischijf voor het verkeer in alle richtingen, met een uitgebreid netwerk intercontinentale en Europese containerdiensten. Vanuit Zeebrugge is er dagelijks een brede waaier scheepvaartdiensten naar Groot-Brittannië en andere havens in Noord- en Zuid-Europa. Zeebrugge heeft internationaal een goede reputatie opgebouwd als snelle aanloophaven waar zelfs de allergrootste schepen onafhankelijk van het tij probleemloos kunnen aanmeren. Ook de behandelingstijd wordt door de hoge productiviteit, goede know how en uitstekende arbeidsethos tot een minimum beperkt. De ladingen moeten vervolgens ook congestievrij tot bij de klanten in het Europese achterland kunnen worden vervoerd. Om die vlotte goederenstroom te garanderen worden de landinwaartse verbindingen voortdurend geoptimaliseerd. Het havenbestuur ziet er samen met de verantwoordelijke instanties dan ook continu op toe dat de maritieme toegang en de verbindingen langs de weg, het spoor en de binnenvaart de mobiliteit van de huidige en toekomstige ladingvolumes kunnen garanderen.
Spoor
Om de spoorontsluiting naar het achterland te verbeteren wordt geïnvesteerd in een uitbreiding van de spoorwegcapaciteit door het aanleggen van bijkomende sporen en nieuwe bruggen op onder meer de spoorlijn Zeebrugge – Brugge – Gent (Spoorlijnen 51A en 51B). Door de toenemende congestie van het containervervoer, dient de infrastructuur daarop te worden aangepast. Door het groeiende vrachtverkeer zijn door de Vlaamse overheid plannen gemaakt voor een vlottere ontsluiting via de weg en het water. Daartoe worden de expreswegen N31 en N49 omgebouwd tot snelwegen. Er wordt er een nieuwe autosnelweg – (de A11) – aangelegd, die deze twee langs de achterhaven heen met elkaar zal verbinden.
Binnenvaart
Voor de binnenvaart zijn er plannen om bestaande kanalen aan te passen om meer lichtertransporten vanuit de Zeebrugse haven mogelijk te maken, bij voorkeur zonder dat ze door Brugge heen moeten, met alle verkeersproblemen van dien. Zo wordt er gestudeerd op verbreding van het Schipdonkkanaal, om het toegankelijk te maken voor grote binnenschepen. Als alternatief voor de binnenvaart maakt men ondertussen gebruik van estuaire vaart, die de mogelijkheid biedt voor binnenscheepvaart die gedeeltelijk via de Noordzee voert.