Nederlandse transportbedrijven onnodig op kosten gejaagd door administratief circus
Vandaag voert Frankrijk een minimumloon in voor buitenlanders die in Frankrijk werken. Het gaat om een minimumbedrag van € 9,67 per uur. Nederlandse chauffeurs zitten hier ruim boven. Desondanks moeten Nederlandse transportbedrijven en hun chauffeurs onnodig administratief bewijsmateriaal in Frankrijk organiseren. Dat jaagt de sector onnodig op forse kosten. Verwerpelijk en onacceptabel volgens brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN). Een stevige gecoördineerde Europese lobby voor een vrijstelling of een minder bewerkelijk administratief systeem was en is nog steeds aan dovemansoren gericht.
Documenten te laat beschikbaar
Nederlandse vrachtautochauffeurs moeten vanaf vandaag een kopie van hun arbeidsovereenkomst en een speciaal chauffeursattest bij zich hebben. Dat laatste formulier kwam op 29 juni om 14.00 beschikbaar. Transportbedrijven hebben dus effectief anderhalve dag de tijd om alles te organiseren. Een onhaalbare monsterklus, want een deel van de chauffeurs is onderweg en komt pas volgende week weer terug in Nederland. Voor deze bedrijven en hun chauffeurs is het dus simpelweg onmogelijk om aan de Franse wet te voldoen. Een boete van maximaal € 4000 kan het gevolg zijn.
Vertegenwoordiger in Frankrijk
Het aanstellen van een vertegenwoordiger in Frankrijk is een ander verplicht onderdeel van de wet. Deze moet in Frankrijk gevestigd zijn en 24 uur per dag, zeven dagen per week beschikbaar zijn voor de handhavingsinstanties. Vertegenwoordigers moeten voor minimaal anderhalf jaar van elke Nederlandse chauffeur hun arbeidscontract, chauffeursattest, recente loonstrook en zelfs betalingsbewijs daarvan bewaren en op afroep beschikbaar stellen aan Franse handhavers. Dit jaagt transportondernemers op stevige kosten, want geen bedrijf doet dit natuurlijk kosteloos. TLN vindt dit administratieve circus verwerpelijk en volstrekt onacceptabel. Met name omdat Nederlandse chauffeurs méér verdienen dan het minimale bedrag in Frankrijk.
Brexit werkt verlammend, politiek grijpt niet in
De Europese transportsector heeft bijna honderd vragen aan de Fransen gesteld die nog steeds niet beantwoord zijn. De Europese Commissie ziet dit ook en is op aandringen van vele partijen een juridische inbreukprocedure tegen Frankrijk gestart. TLN is blij met deze actie, maar het schort de invoering van de Franse wet niet op. De volledige Europese én nationale politiek lijkt in de greep van de Brexit. Transportcommissaris Bulc kan de Franse trein niet stoppen. Het is onduidelijk of de ministers Asscher en Schultz van Haegen hebben geprobeerd om hun Franse collega Macron tot rede te brengen.
TLN wil formeel uitstel van handhaving
Naast alle inhoudelijke twijfel staat één ding als een paal boven water: Frankrijk heeft transportbedrijven véél te weinig tijd gegeven om te voldoen aan haar nieuwe wetgeving. Franse handhavers zijn gevraagd de eerste tijd terughoudend te zijn met controles. Echter, dat geeft geen enkele garantie op het voorkomen van onnodige boetes. TLN eist dan ook formeel uitstel, in ieder geval van de handhaving, totdat alle vragen beantwoord zijn en ondernemers zich fatsoenlijk hebben kunnen voorbereiden. De kans hierop is klein. Het is volstrekt verwerpelijk en onacceptabel dat niemand ingrijpt en de transportsector andermaal de rekening betaalt.