RTB CARGO servicegericht met 24/7 aansturen, bijsturen en passen en meten

Met zeer servicegericht werken probeert RTB CARGO zich volgens directeur Jeen Brouwer (60) als middelgrote speler te bewijzen in het spoorgoederenvervoer tussen de grote Nederlandse en Belgische zeehavens en het Duitse en verder Midden- en Oost-Europese achterland. Servicegericht betekent in de woorden van Brouwer: ‘elke dag weer aansturen, bijsturen en binnen de venstertijden van terminals continu passen en meten om de door de klant aangeboden lading op tijd mee te krijgen’.

 

De uitvoering van dit werk gebeurt vanuit een 24 uur bezette Proces Control in het kantoor van RTB CARGO aan de Albert Plesmanweg op het Rotterdamse bedrijventerrein Waalhaven-Zuid. De bezetting van deze afdeling heeft 24 uur per dag, zeven dagen in de week contact met machinisten, terminals en klanten om de treinen van RTB CARGO zo optimaal mogelijk te laten rijden. 24/7 omdat de haven van Rotterdam nu eenmaal een volcontinu bedrijf is die nooit stilligt. De uitvoering van de dienstregeling gebeurt in overleg met ProRail die op het Nederlandse spoorwegnet de supervisie heeft.

 

RTB CARGO is een onderdeel van de in het Duitse Düren gevestigde R.A.T.H. Gruppe dat ook de regionale spoorwegmaatschappijen voor reizigersvervoer Rurtalbahn en VIAS exploiteert en eveneens eigen werkplaatsen heeft voor onderhoud van o.a. locomotieven. RTB CARGO verzorgt goederenvervoer in Duitsland, Nederland, België, Oostenrijk en Hongarije onder eigen licentie. RTB CARGO is actief met achterlandverbindingen tussen de havens van Rotterdam, Antwerpen en Zeebrugge en Duitsland, Polen, Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk en Hongarije. Brouwer is vanaf de start op 1 januari 2007 directeur van RTB CARGO Netherlands B.V. In Nederland heeft RTB CARGO rond de 70 personeelsleden in dienst en met alle Duitse en Europese nevenvestigingen in Nederland, België, Oostenrijk en Hongarije samen beschikt RTB CARGO over ca. 250 medewerkers. Voor treinen van en naar Polen en Tsjechië werkt RTB CARGO samen met lokale partners die over de juiste licenties in die landen beschikken.

 

Twee nieuwe elektrische Vectron-locomotieven bij Siemens, klaar om ingezet te worden bij RTB.

 

Locomotieven kunnen doorrijden

Naast de mensen en tegen de 140 eigen wagons heeft RTB CARGO momenteel meer dan 45 locomotieven. Voor het overgrote deel zijn dat moderne elektrische locomotieven die verschillende stroomspanningen en veiligheidssystemen aankunnen waardoor ze tussen Nederland, België en Duitsland bij passage van de grens gewoon kunnen doorrijden. Op het Nederlandse spoorwegnet hanteert beheerder ProRail een andere spanning op de bovenleiding dan in onze buurlanden. Anders dan bij de NS en Deutsche Bundesbahn die voor hun internationale trein tussen Amsterdam en Berlijn nog steeds bij Bad Bentheim hun locomotieven en machinisten moeten wisselen, werkt RTB CARGO zoveel mogelijk met internationale machinisten die gecertificeerd zijn om zowel in Nederland als Duitsland en België te mogen rijden.

 

RTB CARGO leidt daarvoor zijn machinisten zoveel mogelijk in eigen huis op voor het behalen van de vereiste certificaten. Dat traject begint met de opleiding tot machinist in Nederland, vervolgens rangeerder en tot slot wagencontroleur met een aanvullende licentie voor controle op het vervoer van gevaarlijke stoffen. De machinist/wagencontroleur heeft dus de meeste bevoegdheden en kan het meest flexibel worden ingezet. ‘Het mag geen verrassing zijn dat ook wij altijd op zoek zijn naar mensen voor het vak van machinist,’ zegt Brouwer. RTB CARGO NETHERLANDS B.V probeert elk jaar twaalf nieuwe machinisten op te leiden en in de huidige krappe arbeidsmarkt merkt ook Brouwer dat het binnenhalen van voldoende nieuwe medewerkers steeds moeilijker wordt.

 

Prima arbeidsvoorwaarden

En dat terwijl het volgens de RTB-directeur toch gaat om een ‘prachtig vak met hele mooie arbeidsvoorwaarden’. RTB-machinisten beschikken allemaal over een auto en mobiele telefoon van de zaak terwijl aspirant-machinisten al tijdens hun opleiding een salaris betaald krijgen. En ook na de opleiding is het salaris volgens Bouwer in vergelijk met andere beroepen gewoon goed te noemen met een goede pensioenregeling. Bij RTB CARGO draaien machinisten in principe vijf diensten in de week die dus ook in het weekend kunnen vallen. Een normale diensttijd omvat acht uur en internationaal kan het zijn dat de machinist dan een hotelovernachting krijgt om de volgende dag een trein naar Nederland terug te rijden.

 

Het werk als machinist bij RTB CARGO Netherlands varieert van een havendienst, het rangeren en samenstellen van de treinen, de binnenlandse dienst naar de ECT-terminal (Hutchinson Ports) in Venlo of het rijden van een internationale trein tussen de Rotterdamse haven en een station in Duitsland waar de Nederlandse machinist opstapt of wordt afgelost door een Duitse collega. De machinistenwissel is meestal in Keulen, Koblenz of in Osnabrück. Anders dan in het internationale wegvervoer hoeft de machinist in het internationale Europese spoorgoederentransport dus niet op de trein te overnachten zoals aan de andere kant van de Atlantische Oceaan wel gebruikelijk is.

 

De RTB lok met RATH-logo en alle disciplines die onder de holding vallen.

 

Gevarieerd ladingpakket

De goederentreinen van RTB CARGO vervoeren een gevarieerd ladingpakket van droge en vloeibare bulk tot in Nederland volgens directeur Brouwer vooral containers. In Duitsland en België vervoert RTB CARGO ook nog veel auto’s. Grensoverschrijdend gaat het ook vaak om het vervoer van ketelwagens. In Nederland rijdt RTB CARGO in opdracht van EGS (European Gateway Services) ook 23 keer in de week tussen de terminals van ECT op de Rotterdamse Maasvlakte en de binnenlandse containerterminal van ECT in Venlo. ‘Daarmee bewijzen wij dat we ook kostenefficiënt en groen binnen Nederland kunnen vervoeren in concurrentie met vervoer over de weg en over het water,’ zegt Brouwer.

 

Als RTB CARGO-directeur is Jeen Brouwer er natuurlijk alles aan gelegen om het marktaandeel van RTB CARGO in Nederland (ca. 10 procent) en ook het spoorvervoer als geheel te doen groeien. Iets wat niet makkelijk is omdat er volgens Brouwer geen sprake is van een gelijk speelveld. De spoorvervoerders moeten een heffing voor het gebruik van het spoor betalen. De binnenvaart betaalt daarentegen niet mee aan het gebruik van de infrastructuur en ook de tol voor het wegvervoer is relatief laag. Ook zou Brouwer graag op meer trajecten in Nederland met langere (740 meter) treinen kunnen rijden. De locomotieven kunnen het aan en de spoorvervoerders zouden hierdoor de capaciteiten van hun materieel veel beter kunnen benutten. Met uitzondering van de Betuweroute is dat nu vrijwel overal door ProRail beperkt.

 

Capaciteitsbeperkingen

Daarnaast is de capaciteit in het grensoverschrijdende railvervoer ernstig beperkt door de vernieuwing van de spoorlijn tussen de Nederlandse grens en de haven van Duisburg. Nederland heeft al sinds juni 2007 de prachtige Betuweroute, maar kan die niet optimaal gebruiken omdat de Duitsers veel te laat zijn begonnen met de al lang geleden beloofde opwaardering van het traject tussen Duisburg en de Nederlandse grens met onder andere een derde spoor. Brouwer hoopt dat dit werk nu in 2030 klaar kan zijn. In afwachting hiervan moeten internationale goederentreinen nu voor een groot deel worden omgeleid over de route via Oldenzaal/Bad Bentheim of via de zogeheten Brabantroute.

 

Vergroening spoorvervoer

Ondertussen werkt RTB CARGO aan de vergroening van zijn spoorproduct. Dat betekent investeren in nieuwe, duurzamere, hybride locomotieven die niet alleen elektrische motoren hebben maar ook nog eens zijn uitgerust met batterijen of een diesel-hulpmotor. Een dergelijke dieselmotor moet dan in de toekomst ook op waterstof kunnen draaien. Andere typen locomotieven zijn uitgerust met een flink batterijenpakket die via de pantograaf kunnen worden opgeladen. Die batterijen of extra (diesel) hulpmotor moeten de locomotief ook in staat stellen de zogeheten last mile tussen de hoofdrijbaan en de vaak niet-geëlektrificeerde zijtak naar de eindbestemming (terminal) van de klant te kunnen overbruggen. In het geval van containervervoer is daar nu een diesellocomotief voor nodig. De nieuwe type locomotieven zijn vaak wel wat duurder maar de RTB-directeur ziet steeds meer klanten opstaan die het op prijs stellen dat ze hun lading groen kunnen vervoeren en ook bereid zijn daarvoor een extra bijdrage in de kosten te dragen.

 

Auteur: Seaport Magazine

Deel dit bericht op