Zolang de lage waterstanden aanhouden wordt vanaf heden voor de Waal dagelijks op drie plaatsen de minst gepeilde diepte (MGD) vastgesteld. Reden hiervoor is dat tussen Millingen en Loevestein meerdere vaarroutes mogelijk zijn. Met de minst gepeilde diepte bepaalt de scheepvaart hoeveel lading zij kunnen vervoeren.
Een deel van de scheepvaart op de Waal vaart niet over de hele Waal, maar neemt een route via het Maas-Waalkanaal, het Amsterdam-Rijnkanaal of via St. Andries naar de Maas. De minst gepeilde diepte binnen het rivierdeel Millingen –Loevestein hoeft niet altijd van toepassing te zijn op deze routes. Met de huidige lage waterstanden is de scheepvaart daarom gebaat bij MGD’s op meerdere plekken.
Drie vakken in plaats van één
Vanaf maandag 20 augustus stelt Rijkswaterstaat minst gepeilde diepten beschikbaar voor de Waal voor de rivierdelen Millingen tot Maas-Waalkanaal, Maas-Waalkanaal tot Amsterdam-Rijnkanaal en Amsterdam-Rijnkanaal tot Loevestein. Door deze extra informatie over de vaardieptes kan de scheepvaart beter bepalen hoeveel lading vervoerd kan worden op hun route.
Droogteperiode
Rijkswaterstaat zet extra patrouillevaartuigen in om de MGD’s te peilen. De extra service wordt vanaf 20 augustus verleend, zolang de droogte en de lage waterstanden aanhouden. De minst gepeilde diepten zijn terug te vinden op www.vaarweginformatie.nl en Teletekst pagina 720.