Haven Oostende zet sterk in op circulariteit
Haven Oostende en de Autonome Haven van Luik ondertekenden op 7 maart een intentieverklaring die werd opgesteld om hun samenwerking te vergroten, vooral in het kader van de toekomstige ontmanteling van offshore windturbines in de Noordzee die het einde van hun levensduur bereiken.
België telt bijna 1.500 onshore en offshore windturbines. Na 20 tot 25 jaar moeten windturbines worden vervangen door apparatuur van de nieuwe generatie: efficiënter en krachtiger. Er moet nu al worden voorgesorteerd op het duurzame ontmantelen van de oudste windturbines vanaf 2030. Naar verwachting dienen in Oostende vanaf dat jaar ongeveer 400 turbines te worden ontmanteld. Zodra de decommissioning van de windturbines is geschied, kunnen de verschillende materialen (zoals staal, koper, aluminium, kabels, beton, metalen) naar de geschikte recyclingkanalen worden geleid.
Cluster circulaire industrie
Het sterke cluster van de circulaire industrie in de haven van Oostende versterkt de blauwe economie en vice versa. Binnen de blauwe economie wordt het circulaire verhaal steeds belangrijker. Samen met andere havens, kennisinstellingen en economische beleidsactoren onderzoekt Haven Oostende de mogelijkheid om binnen deze nieuwe markt een actieve rol te spelen en het cluster van de circulaire industrie hierbij actief te betrekken.
Haven Oostende en de Autonome Haven van Luik versterken hun samenwerking door het ondertekenen van een intentieverklaring.
Infrastructuur
Haven Oostende heeft alle infrastructuur en kennis in huis om projecten in decommissioning te faciliteren. De REBO zwaarlastterminal is uitgerust om dergelijke installaties te behandelen. Het is belangrijk om zowel op nationaal als internationaal niveau nauw overleg te voeren over de ontmanteling van offshore windparken. Daarom nam Haven Oostende, in samenwerking met institutionele en private actoren, het initiatief om een platform te lanceren waar verschillende vaardigheden en expertises samengebracht worden om oplossingen te vinden via de implementatie van synergiën.
Recyclen
In het kader van de toekomstige ontmanteling van de offshore windturbines richtte Haven Oostende zich vervolgens op de haven van Luik met het oog op het transport over water van de in de Noordzee geïnstalleerde windturbines (of delen van windturbines) tot aan Luik en om de verschillende elementen in de industrieën in de Luikse regio te recyclen.
Uitwisseling van expertise
De synergie tussen Haven Oostende en de haven van Luik is een vruchtbare uitwisseling van expertise, waarbij de ene haven zijn knowhow in offshore windparken deelt met de andere, terwijl die laatste zijn specialisatie in onshore windparken bijdraagt.
Representanten van de Havens bij het fraai gerenoveerde Stapelhuis Entrepot in Oostende, v.l.n.r: Anne-Sylvie Lonnoy (Economische en commerciële dienst van de Autonome Haven van Luik), Steve Declercq (Business Development Director Haven Oostende), Yves Demeffe (Directeur-generaal van de Autonome Haven van Luik), Dirk Declerck (CEO – Gedelegeerd Bestuurder Haven Oostende),
Charlotte Verkeyn (Voorzitter Haven Oostende), Willy Demeyer (Voorzitter van de Autonome Haven van Luik), Bart Tommelein (Voorzitter Rebo en Burgemeester Stad Oostende), Jan Allaert (Commercieel Directeur Haven Oostende).
Voortrekkersrol
,,Haven Oostende speelt een voortrekkersrol in de circulaire industrie. Het circulaire verhaal wordt ook steeds belangrijker binnen de blauwe economie. Wanneer de levensduur afloopt, komt er een moment waarop de windturbines op zee ontmanteld moeten worden”, aldus voorzitter Charlotte Verkeyn van Haven Oostende.
Offshore wind hub
,,Haven Oostende speelde de afgelopen jaren een cruciale rol in het bouwen en onderhouden van de windparken in de Noordzee. De vele referenties zetten Haven Oostende op de kaart als dé logistieke offshore wind hub van het Zuidelijk deel van de Noordzee. Het is voor ons dan ook een logische stap om ons optimaal voor te bereiden op de ontmanteling van deze windturbines”, onderstreept CEO Dirk Declerck van Haven Oostende.
Lokale werkgelegenheid
,,Haven Oostende beschikt met de zwaarlastterminal REBO over de nodige infrastructuur en doet er alles aan om vanaf 2030 het ontmantelen van windturbines mogelijk te maken. Daarnaast biedt het ons extra groeimogelijkheden en lokale werkgelegenheid”, zegt Bart Tommelein, Voorzitter REBO en Burgemeester Stad Oostende.
Interessant
,,In de haven van Luik hebben een aantal belanghebbenden al interesse getoond in het verwelkomen van deze oude windturbines, met het oog op het scheiden van de verschillende samenstellende materialen en het vinden van terugwinningskanalen. Dit is dus een kans voor onze regio om zich te profileren in deze recyclingsector. Het is tegelijkertijd een mooi circulair economieproject en interessant voor onze concessiebedrijven”, aldus Willy Demeyer, voorzitter Autonome Haven van Luik.
Haven Oostende
Haven Oostende zet in op continuïteit, groei en tewerkstelling binnen vijf pijlers: Blauwe Economie, Bulk & Project Cargo, Cruises & Roll-on-roll-off, Circulaire Industrie en de Visserijsector. Deze sectoren worden verder uitgebouwd op basis van twee fundamenten: prioriteitstelling van veiligheid, gezondheid en milieu en als tweede het ondersteunen van innovatie en ontwikkeling.
Haven van Luik
De Autonome Haven van Luik is de eerste binnenhaven van België en de derde Europese binnenhaven. Het is een multimodaal transportplatform dat ruim 19 miljoen ton (water-spoor-weg) en ruim 86.000 TEU aan containervervoer vertegenwoordigt. Het Luikse havencomplex is volgens de Nationale Bank van België goed voor 7.858 directe banen en 10.445 indirecte banen, gegenereerd door alle concessiebedrijven van de Autonome Haven van Luik.
Duurzame logistiek
De haven van Luik blijft een belangrijke hefboom voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio. Het is een belangrijke speler op het gebied van duurzame ontwikkeling: 73 procent van het verkeer dat in de verschillende havengebieden wordt afgehandeld, gaat over het water; een sterke prestatie op Europees niveau. In het kader van duurzame logistiek worden vervoer per binnenwateren en per spoor steeds belangrijker, in complementariteit met de weg.
