Bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, kampen met een lappendeken aan verschillende regels. Zo lopen aangewezen routes in het honderd en ontbreekt er één incidentenmeldpunt. Verladersorganisatie EVO noemt het daarom goed nieuws dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu deze administratieve rompslomp wil terugdringen. Dat blijkt uit de begroting van het ministerie. EVO biedt hier daarom concrete handvatten voor aan.
EVO, belangenbehartiger van 15.000 handels en productiebedrijven, wil allereerst dat het ministerie de routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vereenvoudigt. Ook kan het ministerie de beperkingen bij enkele belangrijke tunnels heroverwegen. Tot slot moet er één centraal meldpunt voor incidenten komen. De Tweede Kamer debatteerde onlangs over het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Lappendeken
Gevaarlijke stoffen zijn essentiële ingrediënten voor alledaagse gebruiksvoorwerpen. Van tablets en verf tot aan schoonmaakmiddelen en speelgoed. Maar ook voor producten die letterlijk van levensbelang zijn, zoals medicijnen en zuiver water. Het vervoer van deze stoffen, dat in Nederland het veiligst ter wereld is, stelt bedrijven volgens EVO echter voor één grote puzzel. Zo is het bijvoorbeeld vaak onduidelijk hoe ze moeten rijden. Dit levert bedrijven die zuurstof voor ziekenhuizen of gasflessen voor loodgieters, schilders en dakdekkers produceren, veel vertraging op. Ook mogen vrachtauto’s vaak niet door tunnels. Tot slot ontbreekt het in Nederland aan één meldpunt. Als er toch incidenten plaatsvinden, kunnen bedrijven hierdoor niet direct de juiste autoriteit inschakelen.