Europees cluster voor windparken op zee

De haven van Vlissingen heeft zich op het gebied van offshore windenergie ontwikkeld tot een Europese speler van formaat. De Nederlandse overheid is een fervent voorstander van de offshore windenergie. Ze heeft drie grote nieuwe windmolenparken voor de Zeeuwse kust aangewezen, waarvan Borssele als eerste wordt gebouwd. De komst van windmolens voor de kust in de Noordzee biedt voor Zeeland veel logistieke mogelijkheden dankzij de ideale ligging van de haven van Vlissingen.

Het nieuwe windpark Borssele betekent forse impulsen voor de economie en werkgelegenheid in Zeeland. Dong Energy is inmiddels begonnen met de voorbereidingen van de bouw van het 700 megawatt leverende windpark voor de Zeeuwse kust. Vanaf 2020 levert Borssele 1 en 2 jaarlijks stroom aan een miljoen huishoudens. Het deel dat Dong gaat bouwen is de helft van het totale windpark dat voor de Zeeuwse kust wordt gerealiseerd. In de maand september is de aanbesteding van Borssele 3 en 4, waarbij bedrijven kunnen bieden op de aanleg van een windpark met een capaciteit van nog eens 700 megawatt. In twee fases zullen er in totaal zo’n 200 windturbines worden geïnstalleerd. “Binnenkort worden Borssele 3 en 4 getenderd. Begin november wordt de winnaar bekend gemaakt van de bouwer van nog eens 100 windmolens op 22 kilometer voor de kust van Walcheren. Geografisch gezien ligt Vlissingen heel gunstig, ook voor andere windparken op de Noordzee. We zijn uitgegroeid tot marktleider in noordwest Europa op het gebied van offshore windenergie. De meeste offshore windprojecten op de Noordzee worden vanuit Vlissingen gefaciliteerd. De bedrijven in de Zeeuwse havens hebben een enorm track record dat alleen maar nieuwe projecten en vestigingskandidaten van bedrijven aantrekt”, aldus Peter Geertse, commercieel manager Zeeland Seaports. Het havenbedrijf voorziet in de komende jaren een verschuiving van logistiek naar assemblage en productie van windmolens en windmolen onderdelen. “Windmolens worden steeds groter. De fundaties en turbines worden zo fors en zwaar dat ze steeds lastiger over de weg en binnenwateren te vervoeren zijn. Er zijn steeds grotere installatieschepen nodig met een enorme diepgang. Het is jammer dat SIF gekozen heeft voor Rotterdam voor een extra productielocatie, in plaats van Vlissingen, maar er zijn genoeg andere productleveranciers in de offshore waarvoor Zeeland een interessante vestigingsplaats is. We maken ons sterk om bouwers naar Vlissingen te halen. Daarbij gaat het om veel meer dan de fundaties of monopiles.” Op een monopile wordt het transition piece geïnstalleerd, waarboven de mast, turbine en bladen komen. Ook zijn er naast monopiles andere fundaties, zoals tripods en jackets, die eveneens in Vlissingen worden geassembleerd en geproduceerd. De kabels vanaf de windturbines leiden naar twee substations, die eruit zien als een boorplatform. Van daaruit komt de stroom aan land in Borssele waar deze op het elektriciteitsnet gaat.

Springplank
Geertse legt uit dat Zeeland profiteert van de duizenden windmolens die in de bodem van de Noordzee zijn en worden gehamerd. De haven van Vlissingen is de Nederlandse springplank geworden voor vervoer, overslag en assemblage van turbines. Daardoor komen steeds meer activiteiten onze kant op. Energiebedrijf Delta bemachtigde het distributiecontract voor het windpark Gemini II, 80 kilometer boven Groningen. Dat park levert stroom voor 785.000 huishoudens. “In Vlissingen zijn veel fundaties geladen en van daaruit naar de Waddenzee vervoerd. Hetzelfde geldt voor de windparken Westermeerwind en Luchterduinen. Logistiek gezien is de uitstekende toegankelijkheid van de Zeeuwse haven een groot voordeel, zeker in het licht van de enorme schaalvergroting. Dat maakt Vlissingen interessant voor de offshore, niet alleen op het gebied van de renewables maar ook op het gebied van olie- en gaswinning en decommissioning van honderden oude olie- en gasplatforms op de Noordzee. De nieuwste funderingen hebben een lengte van 100 meter en een doorsnee van 10 meter. Te lang, te zwaar en te hoog voor bruggen en sluizen. Ze komen in onderdelen hierheen voor de logistieke afhandeling en assemblage.”

Onderhoud
De Zeeuwse haven heeft ook de ambitie om uit te groeien tot centraal onderhoudscentrum voor windmolens op zee. Geografisch is Vlissingen erg gunstig gelegen. De verwachting is dan ook dat er veel nieuwe banen komen in het kader van beheer en onderhoud, ook voor andere windparken dan Borssele. Er moet 25 jaar onderhoud gepleegd worden aan windpark Borssele. Er moeten permanent onderhoudsschepen heen en weer varen in verband met technische controles en aanpassingen, de conservering moet op peil blijven, etcetera. “Wellicht dat de werkgelegenheid met betrekking tot beheer, onderhoud en toegevoegde waarde activiteiten zelfs groter is dan op het vlak van de bouw van het park. Met het onderhoud zijn een slordige 200 banen aan directe en indirecte werkgelegenheid gemoeid. In nauwe samenwerking met HZ, Scalda en Biobase Europe worden voorbereidingen getroffen om de benodigde windmolen technici, engineers en ontwikkelaars op te leiden. We willen het cluster zo breed mogelijk maken. Het Borssele Park voor de Zeeuwse kust kan het vliegwiel zijn voor een cluster op het gebied van operations en maintenance. Daarnaast wordt momenteel gekeken of Vliegveld Midden Zeeland (Zeeland Airport) kan worden ingezet als Heliport, zodat ook onderhoud via helikopters kan worden gefaciliteerd. Het is een welkome aanvulling voor de werkgelegenheid in Zeeland, anders dan in de toeristische of de agrarische sector”, verklaart Peter Geertse.

Engeland
Hij ziet dan ook een grote toekomst weggelegd voor de offshore windsector in de Zeeuwse haven. Fossiele brandstoffen zijn eindig. De oplossingen zijn gelegen in energie uit wind en zon. “Op land zijn er bijna geen plekken voor windmolens, dus het moet op zee. Engeland, waar vanuit Vlissingen al 30 parken zijn bediend, zit ook nog maar op 25 procent energieproductie uit wind op zee.”

Motor
De havens van Vlissingen en Terneuzen kenmerken zich door hun strategische ligging met prima, achterlandverbindingen, goede know how en uitstekende arbeidsethos. De vele industriële en logistieke bedrijven in het havengebied zorgen er voor dat het op basis van overslag de derde zeehaven van Nederland is. De bedrijvigheid in het havengebied is de motor van de Zeeuwse economie, met een toegevoegde waarde van 5 miljard euro. Bijna een kwart van de Zeeuwse werkgelegenheid is direct of indirect gerelateerd aan de havens, goed voor tussen de 30.000 en 35.000 banen.

Duurzaamheid
De havens van Terneuzen en Vlissingen lopen voorop in het kader van duurzaamheid en clustering van bedrijvigheid. Reststoffen van het ene bedrijf zijn grondstof voor het andere bedrijf. Zo wordt Glastuinbouw Zeeuws-Vlaanderen via WarmCO2, een joint venture van Zeeland Seaports en Yara, voorzien van restwarmte en rest-CO2, afkomstig van de kunstmestgigant. Daardoor wordt jaarlijks 55 miljoen kuub aardgas uitgespaard, wat 135.000 ton CO2 reductie oplevert. Het is daarmee het meest duurzame tuinbouwgebied in Noordwest Europa.

Waterstofrotonde
Na de eerste steellegging in maart 2016 van de nieuwe fabriek Ureum8 van kunstmestgigant Yara Sluiskil werd een Green Deal ondertekend door minister kamp van Economische Zaken, samen met de Provincie Zeeland, NV Economische Impuls, Zeeland Seaports, DOW, ICL-IP, Yara en Gasunie Transport Services. Het was de kick-off voor een regionale waterstofrotonde, waarbij chemiebedrijven onderling waterstof uitwisselen via pijpleidingen. DOW heeft waterstof over als restproduct bij het kraakproces en bedrijven als Yara en ICL-IP hebben waterstof juist nodig als grondstof voor hun eindproducten. Deze clustering is een mooi voorbeeld van industriesamenwerking binnen het Smart Delta Resources Platform (SDR).

Auteur: Henk van de Voorde

Deel dit bericht op