De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met de Wet tijdige realisatie Energieakkoord, die bijdraagt aan het tijdig behalen van de doelstellingen uit het Energieakkoord van 14 procent hernieuwbare energie in 2020 en 16 procent in 2023.
In het Energieakkoord is afgesproken dat er in 2020 3450 MW extra energie opgewekt wordt door windmolens op zee en 6000 MW door windmolens op land.
Om deze windparken efficiënt en betaalbaar te kunnen aanleggen moet een aantal randvoorwaarden wettelijk geregeld worden. Deze waren eerder opgenomen in het wetsvoorstel STROOM, over de distributie van gas en elektriciteit, maar dit wetsvoorstel haalde eind vorig jaar geen meerderheid in de Eerste Kamer. Daarop heeft minister Kamp een nieuwe wet opgesteld, om geen vertraging op te lopen bij de bouw van nieuwe windparken.
Minister Kamp van Economische Zaken: “In heel Nederland wordt hard gewerkt aan de overgang naar duurzame energie. Nu de Eerste Kamer heeft ingestemd met deze wet, kan TenneT beginnen met de aanleg van het elektriciteitsnetwerk voor windparken op zee. Ook worden knelpunten om windparken op land te realiseren weggenomen. De doelen van het Energieakkoord zijn hierdoor nog steeds binnen bereik.”
Wind op zee
De komende jaren worden er windparken op zee ontwikkeld bij Borssele en voor de Noord- en Zuid-Hollandse kust. Door de aanleg van één elektriciteitsnetwerk op zee wordt de door windmolens opgewekte elektriciteit zo goedkoop mogelijk naar gebruikers aan vaste wal vervoerd. De komende tien jaar worden de kosten met veertig procent teruggebracht.
Met de aangenomen wet krijgen ontwikkelaars van de windparken daarnaast meer duidelijkheid over de aansprakelijkheid van schade door eventuele vertraging en storingen aan het net op zee. Naar verwachting zullen hierdoor meer ontwikkelaars zich in schrijven op de tenders die voor de windparken worden uitgeschreven. Hoe groter de concurrentie, hoe goedkoper een windpark kan worden aangelegd.
Wind op land
Door de wet is er voor netbeheerders meer zekerheid dat zij investeringen voor de aanleg van windparken op land kunnen terugverdienen. Hierdoor kunnen nieuwe windparken naar verwachting een half jaar tot een jaar sneller worden ontwikkeld.
Ook is een verbetering aangebracht in de provinciale coördinatieregeling. Er is hierdoor meer duidelijkheid voor provincies en gemeenten dat zij samen kunnen besluiten over wie welk project oppakt bij het ontwikkelen van een windpark op land.