Vandaag zijn tijdens Prinsjesdag 2015 de plannen van het kabinet en de Rijksbegroting voor 2016 gepresenteerd. In een eerste reactie is Transport en Logistiek Nederland (TLN) positief over de economische cijfers die het kabinet heeft gepresenteerd. Na jaren van slechte economische cijfers met als gevolg zware bezuinigingen, is de weg naar economische groei nu echt ingezet. Ook TLN ziet dat de bedrijvigheid in de sector transport en logistiek toeneemt. TLN roept het kabinet op om ondernemers na jaren van bezuinigingen nu een duidelijk ‘zetje in de rug’ te geven zodat het economisch herstel kan doorzetten. TLN is echter nog steeds zeer kritisch over het ingezette kabinetsbeleid met betrekking tot rechten en plichten rondom de inzet van personeel. De risicoverdeling in de arbeidsongeschiktheidslasten is in het nadeel van werkgevers doorgeschoten, terwijl aan de andere kant de flexibiliteit steeds verder wordt ingeperkt. Als we niet oppassen staat dit herstel van ondernemers in de weg.
Economische groei
Na jarenlang bezuinigen is het economische herstel nu echt op gang gekomen. TLN is content met de gepresenteerde cijfers van het kabinet. Tijdens Prinsjesdag zijn plannen gepresenteerd om de koopkracht van alle Nederlanders te vergroten. Dit is positief nieuws. Ondernemend Nederland zal de toename in koopkracht in positieve zin gaan merken.
Balans lasten en risico’s werkgevers nog steeds zoek
TLN is echter zeer kritisch over het kabinetsbeleid met betrekking tot de risicoverdeling tussen overheid, werkgevers en werknemers van de arbeidsongeschiktheidslasten. Uit internationaal onderzoek blijkt dat in geen enkel land de loondoorbetaling bij ziekte zo lang duurt als in Nederland. Werkgevers in het transport ervaren veel hinder van het Nederlandse systeem van rechten en plichten rondom de inzet van personeel, dit tast de internationale concurrentiepositie aan. De opstapeling van werkgeversverplichtingen maakt werkgevers huiverig om werknemers in dienst te nemen. Dit ondermijnt dus juist het doel van het kabinet om mensen structureel aan het werk krijgen.
Wet BeZaVa (modernisering Ziektewet) en WWZ doen de emmer overlopen
De onevenredige werkgeversverplichtingen op het terrein van de loondoorbetalingsverplichting en de bureaucratisch ingerichte Wet Poortwachter zijn op zich al factoren die meewegen bij de beslissing om werknemers aan te nemen. Deze negatieve prikkel wordt nog ernstig versterkt door de invoering van de Wet BeZaVa en de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). De Wet BeZaVa maakt werkgevers verantwoordelijk voor de arbeidsongeschiktheidslasten over een termijn van zelfs 12 jaar voor ex-werknemers. Als 2 jaar te lang is voor ziekte van de eigen werknemers, is 12 jaar voor ex-werknemers al helemaal een belemmerende factor voor banengroei. Daarnaast zorgt ook de WWZ – en de transitievergoeding – die per 1 juli jl. van kracht is voor met name de MKB werkgevers voor een extra last. Zo wordt sinds 1 juli jl. bijna elk ontslag dat op initiatief van de werkgever plaatsvindt, en waarbij sprake is van een dienstverband van minstens 2 jaar, afgesloten met een transitievergoeding. Voorheen wendden de meeste bedrijven in de sector zich voor ontslag tot het UWV. Bedrijven gaan dus van een situatie waarin er nooit een ontslagvergoeding nodig of verplicht was, naar een situatie waarin dat altijd het geval is. De transitievergoeding moet zelfs betaald worden nadat er al twee jaar loondoorbetaling en een duur reïntegratie-traject van twee jaar heeft plaatsgevonden.
Werkgeversonvriendelijke wetgeving kent geen winnaars
TLN roept het kabinet op om de werkgeversonvriendelijke opstapeling aan wetgeving een halt toe te roepen. Dit is niet meer behapbaar voor ondernemers, en zeker niet voor het MKB bedrijfsleven. Werkgevers willen absoluut hun verantwoordelijkheid nemen, maar dat is met de huidige wetgeving praktisch onbetaalbaar. Het is tijd dat het kabinet inziet dat zij met deze maatregelen juist het tegenovergestelde bereikt van wat zij voor ogen heeft, en juist leidt tot minder werknemers in structurele dienstverbanden.
TLN gaat graag in overleg met het kabinet om tot oplossingen te komen voor de problemen.