De Nederlandse zeevaart verkeerde in 2016 nog steeds in zwaar weer. In het najaar werd dit met het faillissement van twee rederijen nog eens pijnlijk duidelijk. Afnemende groei van de wereldhandel, lage olie- en gasprijzen en overcapaciteit dragen sterk bij aan de aanhoudende crisis in de sector.
In de politiek is op het gebied van piraterij in 2016 eindelijk een belangrijke stap gezet met het initiatiefwetsvoorstel Wet Bescherming Koopvaardij van VVD en CDA. Hopelijk wordt de wet dit jaar aangenomen. In 2017 wordt ook een knoop doorgehakt over het aantrekkelijker maken van het Nederlandse register. De KVNR (Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders) pleit voor een maritieme autoriteit, naar Deens model. Gelukkig zien we dat in het gehele maritieme cluster steeds meer steun is voor dit idee. De redersgemeenschap is er van overtuigd dat schepen een bijdrage moeten en kunnen leveren aan een beter milieu. Maar het moet natuurlijk allemaal wel gefinancierd kunnen worden. De KVNR pleit daarom voor de introductie van een duurzaamheidsfonds waaruit om te beginnen ballastwaterbehandelingssystemen gefinancierd kunnen worden.
Door de noodzaak de kosten tot het uiterste te verlagen, staat nu ook de werkgelegenheid van Nederlandse zeevarenden op het spel. Vanuit het belang voor de werknemers zelf, de scheepvaartsector én de Nederlandse maritieme cluster vragen we om een tijdelijke arbeidskostenverlagende regeling, in aanvulling op de regeling die er al is. Willen we de Nederlandse vloot blijven bemensen met Nederlanders dan is een tijdelijke steun in de rug van groot belang. Tenslotte is de KVNR in 2016 een discussie gestart over het moderniseren van de verenigingsstructuur. Het bureau zal een zwaardere rol gaan vervullen. Daar hoort bij dat het bestuur meer gaat besturen op strategisch niveau. Dit betekent dat het voorzitterschap voortaan zal worden ingevuld door een reder-bestuurslid.