De KVNR pleit voor de oprichting van een Maritieme Autoriteit, te realiseren bij de start van het volgend kabinet. Topprioriteit is het verbeteren van de dienstverlening van het Nederlandse scheepvaartregister om de Nederlandse vlag weer aantrekkelijk te maken. Voorbeelden zijn snellere en betere afgifte van bemanningsdocumenten en certificaten zoals de zeebrief, een register dat goed bereikbaar is en ook in het weekend schepen kan inschrijven en snel inspelen op ontwikkelingen in de markt die om nieuwe regelgeving vraagt. Een betere dienstverlening is noodzakelijk om de daling van het aantal schepen onder Nederlandse vlag te stoppen en weer te laten groeien.
Tijdens de Nieuwjaarsreceptie in het Haagse Nieuwspoort op 13 januari 2016 maakte KVNR-voorzitter Tineke Netelenbos de wens voor een Maritieme Autoriteit bekend. De Nederlandse reders constateren dat de uitvoering van de nieuwe maritieme strategie en bijbehorend Werkprogramma Zeevaart uit 2015 veel te traag verloopt. “Het Nederlandse kabinet erkent zelf dat het scheepvaartregister in Nederland minder competitief is. Je zou mogen verwachten er dan een concreet actieplan op de rails wordt gezet. Helaas is er sprake van een bureaucratische reflex terwijl we allang weten waar het aan schort”, zegt de KVNR-voorzitter in haar toespraak.
Plan blijft plan
Er wordt wel gepraat over verbetering. Maar de aanpak gaat niet snel genoeg vindt de KVNR. “In Nederland dreigt nog wel eens dat een plan een plan blijft. Ondernemers wachten daar niet op. Onze schepen varen over de hele wereld in verschillende tijdzones en dus zou het register altijd, 24 uur 7 dagen per week, bereikbaar moeten zijn en ook in het weekend open om schepen in te vlaggen. Bij andere registers is dat vanzelfsprekend, in Nederland niet. Ik vind dat het register dienstverlenend moet zijn.” Het certificeren van een complex schip duurt in Nederland lang, omdat de regelgeving er niet op is toegesneden. Waar andere landen zoals Duitsland en het VK snel hun regels aanpassen en schepen kunnen invlaggen, blijft dat in Nederland steken op onderlinge discussies tussen beleid en de inspectie. “Er zijn rederijen die om deze reden voor een buitenlandse vlag kiezen, en is de keuze eenmaal gemaakt wordt het niet altijd de moeite waard geacht om weer terug te vlaggen”, aldus Netelenbos.
Niet foutloos
KIWA verstrekt als marktpartij bemanningsvergunningen en ondanks verschillende beloftes tot verbetering gebeurt dat nog steeds niet goed en foutloos. Ook is er op het ministerie van Infrastructuur en Milieu een moeizame relatie tussen beleid, uitvoering en handhaving. Er dient helderheid te zijn over de rollen en verantwoordelijkheden. De slagkracht mist om actief in te spelen op kansen in de markt. Niet voor niets daalt nu het aantal schepen onder de Nederlandse vlag.
De Nederlandse reders zijn er nog steeds trots op om onder Nederlandse vlag te varen. Tineke Netelenbos: “We moeten er voor zorgen dat er op zijn minst geen nadelen zitten aan het varen onder Nederlandse vlag. Die zijn er nu helaas wel.”
http://www.kvnr.nl