Duurzaam afvalbeheer is een essentiële schakel voor de circulaire economie van vandaag en in de toekomst. Voor Indaver, dochteronderneming van het wereldwijde Katoen Natie, is duurzaam afvalbeheer core business. ,,Voor ons is afval geen eindproduct. Het is een bron van grondstoffen en energie. Wij zetten in op projecten om elke joule uit het afval waarde te geven, waarbij we tegelijkertijd een duurzame oplossing bieden voor het afval van onze klanten”, aldus CEO Paul De Bruycker van Indaver.
De afvalbranche, waar de overheid steeds over de schouder mee kijkt, heeft nogal eens te kampen met verkeerde beeldvorming. ,,De maatschappij creëert afval. Dit verdwijnt niet, maar er moet op verantwoorde en duurzame manier mee worden omgegaan. Dat is wat wij doen. ‘Don’t blame me’ dat er afval wordt geproduceerd’. Bij alles wat Indaver doet, wordt de best beschikbare technologie ingezet, maar nul impact bestaat niet.”
Partnerships
Indaver is in Antwerpen actief in diverse partnerships in het kader van de energietransitie. Stoom- en warmtenetten passen in de strategie van Indaver om uit afval zoveel mogelijk materialen terug te winnen. ,,Voor afval dat niet in aanmerking komt voor hoogwaardige en veilige recycling, kiezen we resoluut voor maximale energieterugwinning zodat geen enkele Joule verloren gaat”, vervolgt de CEO van Indaver. Naast de waste-to-energy installaties in Antwerpen recupereert Indaver ook in haar installaties in Ierland (waste-to-energy) en Nederland (GFT-vergistingsinstallatie) maximaal de energie die in het aangeleverde afval aanwezig is.
Waaslandhaven
In de Antwerpse Waaslandhaven (in Doel) wordt in de waste-to-energyinstallaties jaarlijks 1 miljoen ton afval omgezet tot energie en grondstoffen. Het afval dat hier verwerkt wordt betreft huishoudelijke restafvalstoffen, bedrijfsrestafval en slib van waterzuiveringsinstallaties (roosterovens en wervelbedovens) en niet-recyclebaar afvalhout (voor de nieuwste installatie E-wood).
Ecluse
De energie uit deze verbrandingsprocessen wordt omgezet tot stoom en geleverd aan de naburige industrie via stoomnetwerk Ecluse, een publiek-private samenwerking tussen Indaver, SLECO, de Maatschappij Linkerscheldeoever, Fineg en Water-Link.
Waste-to-energy site
De energie van de waste-to-energy site in Doel wordt prioritair onder de vorm van stoom via het Ecluse-netwerk rechtstreeks geleverd aan vijf naburige bedrijven. Zij spreken het stoomnet aan naar behoefte. De waste-to-energy site kan echter meer stoom leveren dan de huidige behoefte in de Waaslandhaven. Vandaag de dag wordt het surplus aan stoom omgezet naar elektriciteit, wat energetisch minder efficiënt is. Om die reden ging Ecluse actief op zoek naar bijkomende afnemers van de opgewekte stoom.
Evonik
Er ligt een uitbreiding in de planning van Ecluse naar de rechterscheldeoever om stoom te gaan leveren aan het bedrijf Evonik. Via de bouw van een tunnel onder de Schelde zal de stoom van ‘Ecluse2’ tot bij Evonik getransporteerd worden. Na Evonik kunnen ook andere bedrijven op de rechteroever aansluiten. De tunnel vormt een essentiële verbindingsschakel die het mogelijk maakt om op beide Scheldeoevers een duurzame, circulaire en klimaatneutrale chemie te realiseren in een industriële symbiose.
100.000 ton minder CO2-emissie
Evonik heeft op haar site in Antwerpen aan de Tijsmanstunnel een grote stoombehoefte die ingevuld wordt op basis van aardgas. Door Ecluse uit te breiden naar de rechteroever van de Schelde, kan Evonik in zijn chemische processen ook nuttig gebruik maken van de stoom uit afvalverwerking. Hierdoor wordt voor minstens 100.000 ton aan CO2-emissie vermeden doordat Evonik minder fossiele brandstoffen moet aanspreken. Ook kan een aanzienlijke hoeveelheid aardgas bespaard worden, vergelijkbaar met de aardgasconsumptie van 38.000 gezinnen. De afvalstoffen die in Doel verwerkt worden zijn voor ongeveer de helft biogeen van oorsprong. Hierdoor wordt 50 procent van de geproduceerde stoom als ‘groene warmte’ beschouwd. Bedrijven die aansluiten op Ecluse2 kunnen fors besparen op fossiele brandstoffen door hun eigen stoomproducerende installaties uit te schakelen.
Antwerpse industriële cluster
Naast de Ecluse2-stoomleiding zal de nieuwe Scheldetunnel ruimte bieden aan bijkomende leidingen. Er is een duidelijke nood aan bijkomende passagecapaciteit van leidingen onder de Schelde. De Ecluse2-tunnel komt tegemoet aan deze nood en faciliteert daarmee de mogelijkheden voor groei van het Antwerpse industriële cluster. In de toekomst kan ook de verdere cascadering van de warmte onderzocht worden door de retourleiding te koppelen aan Warmtenetwerk Antwerpen Noord.
Port of Antwerp-Bruges
Met Port of Antwerp-Bruges als partner ontwikkelt Indaver momenteel een warmtenet, vertrekkend van haar installatie in Antwerpen. Dit warmtenet zal warmte leveren aan Boortmalt. Die heeft in de Antwerpse haven, zo’n 10 km van de site van Indaver, de grootste mouterij ter wereld met een grote warmtevraag voor het moutproces. Het wordt het eerste ‘open access’ warmtenet in België.
Warmtenetwerk Antwerpen Noord
Op 20 december 2022 werd op symbolische wijze de eerste buis van het Warmtenetwerk Antwerpen Noord gelegd. De werken voor dit grootschalige warmtenet gingen van start in het najaar van 2022 en zullen duren tot eind 2023. Vanaf 2024 zal Boortmalt mout kunnen produceren met de warmte van Warmtenetwerk Antwerpen Noord.
Residentieel netwerk
In opdracht van de Stad Antwerpen zal een residentieel netwerk worden aangelegd. Wanneer dat gerealiseerd is, zullen de bewoners van zo’n 3200 sociale woningen van Woonhaven in de wijken Luchtbal en Rozemaai hun woningen kunnen verwarmen met de industriële restwarmte. Dit warmtenet is een cruciaal onderdeel van het stedelijk klimaatbeleid van Stad Antwerpen dat als doel heeft om de stad klimaatneutraal te maken.
Moutproces
Het warmtenet wordt uitgevoerd in een gesloten kringloop. De warmte wordt op een temperatuur van circa 105°C van Indaver naar Boortmalt gebracht voor het moutproces. Het afgekoelde water (65°C) vloeit via een tweede pijpleiding terug naar Indaver om hergebruikt te worden. Van het eerste deel van het warmtenet vertrekt er een tweede, zogenaamd ‘residentieel’ net, naar onder meer sociale woningen, maar ook scholen en openbare gebouwen in de wijken Luchtbal en Rozemaai. Ook hier wordt een gesloten circuit gebruikt zodat geen water verloren gaat.
Belangrijke besparing
Doordat Boortmalt en de residentiële gebruikers geen fossiele brandstof meer hoeven aan te spreken, wordt een belangrijke besparing van onder meer aardgas gerealiseerd. De transitie van fossiele brandstof naar restwarmte betekent ook een vermindering van CO2-uitstoot met 80.000 ton per jaar (wanneer de volledige capaciteit van het warmtenet wordt benut). Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van 25 000 Antwerpse gezinnen.
Bijzonder aan dit netwerk is dat het een ‘open access’ netwerk wordt. Elk bedrijf in de haven dat warmte produceert en/of wil afnemen kan met andere woorden ook in een latere fase nog toetreden.
Circulaire economie
Het leidingennetwerk loopt onder meer langs de terreinen van het zogenaamde ‘Next Gen District’. Port of Antwerp-Bruges wil op deze site bedrijven clusteren die actief zijn in de circulaire economie. Deze bedrijven kunnen op hun beurt restwarmte aanleveren aan of afnemen van het netwerk.
Nuttig
,,Vlaanderen gelooft sterk in de valorisatie van restwarmte en ondersteunt dit actief via de ‘call groene warmte, warmtenetten en restwarmte’. ,,Warmtenetwerk Antwerpen Noord is een schoolvoorbeeld waar overtollige warmte nuttig wordt ingezet zowel voor de industrie als voor huishoudens. Dat maakt ons minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en brengt ons dichterbij onze klimaatdoelstellingen. Het gaat hier bovendien om een open source netwerk waarop leveranciers én afnemers in de toekomst kunnen aansluiten. Een unicum in Vlaanderen dat alle steun verdient en hopelijk veel navolging krijgt”, aldus Jan Jambon, minister-president van de Vlaamse Regering.
Dé economische motor
Annick De Ridder, havenschepen van de Stad Antwerpen en voorzitter van de raad van bestuur van Port of Antwerp-Bruges: ,,Onze haven is dé economische motor van Vlaanderen. Die motor zo sterk, maar ook zo duurzaam mogelijk laten draaien is waar we met de stad én de hele havengemeenschap keihard aan werken. Het verduurzamen van warmte is daar een essentieel onderdeel van. De samenwerking komt stad, haven en de hele regio ten goede.”
Trots
Yvan Schaepman, CEO van Boortmalt: ,,Duurzaamheid staat centraal in onze bedrijfsstrategie. We zijn nu al aan het kijken hoe we onze emissies naar ‘0’ kunnen brengen ver voor 2050. We zijn bijzonder trots op dit project omdat Antwerpen onze grootste site is en ons hoofdkantoor hier gevestigd is.”
Klimaatdoelstellingen
Paul De Bruycker, CEO van Indaver: ,,We zijn er fier op om als Indaver ons engagement op te nemen om bij te dragen tot het realiseren van de klimaatdoelstellingen. Met het warmtenetwerk Antwerpen Noord zorgen we dat restwarmte uit de verwerking van industriële afvalstoffen efficiënt benut wordt. Samen met Port of Antwerp-Bruges hebben we onze nek uitgestoken. Onze maatschappij wint dubbel. We maken de industrie in de haven en gezinnen in Antwerpen minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en we besparen op de uitstoot van CO2 door de energie uit ons proces maximaal te valoriseren.”
Europese Groep
Indaver topman De Bruycker geeft leiding aan 2.000 medewerkers, waarvan 900 in België. Daarnaast is het bedrijf ook actief in Nederland, Ierland en Duitsland. Indaver is marktleider in gevaarlijk afval in Duitsland en aan het bouwen in het Verenigd Koninkrijk. ,,We zijn eigenlijk een Europese groep geworden. Indaver is verbonden met de familie Huts van Katoen Natie. We hebben een wisselwerking op basis van gedeelde waarden. We zijn een open communicatief bedrijf, waar vertrouwen heel belangrijk is. Niet zeveren, maar de voeten in de klei, hard werken en af en toe eens feesten.”