Het Noordzeekanaalgebied wordt gevormd door de havens van Amsterdam, Zaanstad, Beverwijk en IJmuiden. De Amsterdamse haven is veruit de grootste. Havenbedrijf Amsterdam N.V. heeft in 2016 een omzet behaald van 149,1 miljoen euro, tegenover 146,8 miljoen euro in 2015. Het netto resultaat steeg van 52,5 miljoen euro in 2015 naar 71,9 miljoen euro in 2016. “Ons mooie en degelijke resultaat weerspiegelt enerzijds de economische bedrijvigheid en groei in de Amsterdamse haven, anderzijds laat die zien hoe wij in staat zijn kosten te beperken en waarde te creëren.
In 2016 gingen wij met volle kracht vooruit door invulling te geven aan de keuzes die we in 2015 maakten. Wij hebben onze strategie concreet gemaakt met tien strategische speerpunten die onze haven in vijf jaar tijd sneller, schoner en slimmer maakt”, aldus Koen Overtoom, CEO Havenbedrijf Amsterdam. De overslag in het Noordzeekanaalgebied groeide in 2016 met 1% tot 97 miljoen ton. De overslag in de Amsterdamse haven steeg met 0,9% tot 79,2 miljoen ton (2015: 78,6 miljoen ton). De stijging in Amsterdam werd met name veroorzaakt door een 5% hogere overslag in droge bulk waaronder ertsen en meststoffen. De overslag in benzine en diesel steeg zelfs met 8,1% tot 42,6 miljoen ton. De kolenoverslag daalde over heel 2016 met 6,3% tot 16,3 miljoen ton. De verwachting is dat de op- en overslag van fossiele transportbrandstoffen als benzine, diesel en kerosine de komende jaren blijven stijgen.
Zeeschepen
Het aantal zeeschepen dat de havenregio (Velsen, Beverwijk, Zaandam en Amsterdam) bezocht in 2016 bedroeg 6.982 tegen 7.162 in 2015. Het Noordzeekanaalgebied werd in 2016 bezocht door 157 zeecruiseschepen en 1.942 riviercruiseschepen. Dit zijn er respectievelijk 25 minder en 173 meer dan in 2015.
Ambitie
In de Noordzeekanaalregio zijn ongeveer 68.000 mensen direct of indirect in de haven werkzaam, waarvan de helft in de hoofdstad. Havenbedrijf Amsterdam NV heeft de ambitie om op een duurzame en innovatieve manier waarde toe te voegen voor klanten en omgeving. Het schept een gunstig klimaat voor zowel bestaande als nieuwe bedrijvigheid, waarbij zorgvuldig met beschikbare ruimte en kwaliteit van water, bodem en lucht wordt omgegaan.
Leefbaarheid
Het Havenbedrijf Amsterdam streeft naar een zo goed mogelijk evenwicht tussen economie en ecologie. Tegelijkertijd met de groei van de bedrijvigheid staat de leefbaarheid in de regio centraal. De haven van Amsterdam is met name sterk in de sectoren energy, food en cruise. Dat heeft effecten voor de hele veelzijdige havenregio. Havenbedrijf Amsterdam geeft met haar regioprogramma onder meer invulling aan de Visie Noordzeekanaalgebied 2040 en haar eigen Visie 2030. Hierin wordt ingezet op groei voor de bedrijven in het hele Noordzeekanaalgebied. De ambitie is om in 2030 een metropolitane haven te zijn.
Verweven
Haven, regio en stad dienen met elkaar verbonden en verweven te zijn. Daarom wordt ingezet op een aantrekkelijke duurzame haven met een positief vestigings- en recreatieklimaat die de groei van de hele regio ondersteunt. Havenbedrijf Amsterdam (van oudsher toonaangevend op het gebied van benzine, cacao en cruise) zet in op groei voor de hele regio, gecombineerd met een leefbare omgeving. In nauwe samenwerking met de havens van IJmuiden, Beverwijk en Zaanstad en de gemeenten Amsterdam en Haarlemmerliede en Spaarnwoude kan invulling worden gegeven aan een succesvol regioprogramma. Essentieel is het verbinden van haven, regio en stad.
Nieuwe zeesluis
De Noordersluis bij IJmuiden bereikt in 2029 het einde van haar technische levensduur en is aan vervanging toe. Aan de ingang van het Noordzeekanaal bij IJmuiden wordt daarom een nieuwe grote zeesluis gebouwd. Die geeft toegang tot de hele Amsterdamse havenregio. Met een lengte van 500 meter, een breedte van 70 meter en een diepte van 18 meter wordt het de grootste zeesluis ter wereld. De bouw is inmiddels in volle gang en eind 2019 is de nieuwe zeesluis bereikbaar voor de scheepvaart.
Nieuwe toegangspoort
De nieuwe Zeesluis in IJmuiden voorkomt congestie en maakt de Amsterdamse haven eerder bereikbaar voor de grote schepen. Ze zorgt ervoor dat de bereikbaarheid van de havens en bedrijven aan het Noordzeekanaal voor grote zeeschepen ook in de toekomst wordt geborgd. De nieuwe zeesluis vormt de nieuwe toegangspoort voor de havens van Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad met spin off voor de hele Noordzeekanaalregio. Ze speelt in op de trend van schaalvergroting en houdt het Amsterdamse havengebied bereikbaar voor de nieuwe generatie cruise-, bulk- en containerschepen. Een grotere, getij-onafhankelijke sluis beperkt de wachttijd voor schepen en maakt groei van de haven tot een jaarlijkse overslag van 125 miljoen ton mogelijk.
Speerpunten van beleid
Havenbedrijf Amsterdam zet onder andere in op ‘greenlane’ en ‘plug & play’. Doel van ‘greenlane’ is om het vergunningstraject bij vestiging of uitbreiding voor bedrijven te vereenvoudigen, versnellen en versoepelen. Met ‘plug & play’ beoogt havenbedrijf Amsterdam het vestigingsproces waar nodig te versnellen en het ruimtegebruik in het havengebied te intensiveren.
Data
Havenbedrijf Amsterdam beoogt op allerlei vlakken slim gebruik te maken van data en digitale systemen. Door digitaal te denken en te werken, de klant centraal te stellen, gerichte technologie in te zetten en data te behandelen als een waardevolle grondstof, werken we zelf efficiënter en helpen we onze klanten hun (logistieke) processen sneller, slimmer en schoner in te richten.
Doorlooptijd
De haven van Amsterdam beoogt ook de doorlooptijd van een schip in de haven te verkorten, wat tijd en geld oplevert aan alle betrokken partijen. Met alle partners in de havenketen wordt de logistieke operatie van een schip in kaart gebracht. Van de zeesluis en slepers tot de terminals en de binnenvaart. Processen worden gestroomlijnd door transparant samen te werken, data te delen en slimme digitale oplossingen in te zetten.
Rail Service Center
Met het Rail Service Center wordt de logistieke hub-functie van de haven verder versterkt door bestaande railvoorzieningen beter te benutten. Daarbij zijn we matchmaker tussen verladers en logistiek dienstverleners. Door slim gebruik te maken van data en digitale technologie kunnen we ladingen optimaal plannen en efficiënt bundelen. Dat scheelt vervoerskilometers en daarmee kosten en CO2-uitstoot.
Duurzame energiehaven
In de voormalige Averijhaven worden nieuwe faciliteiten gerealiseerd voor het lichteren van bulkschepen die daarna doorvaren naar Amsterdam en verder. Deze Averijhaven wordt een extra functie toebedeeld: duurzame energiehaven. Het is een ideale plek, vlak bij zee, voor assemblage en onderhoud van offshore windparken, overslag van nieuwe energievormen en milieuvriendelijk ontmantelen van oude olieproductieplatforms.
Cruise
Amsterdam profileert zich ook als een Europese topbestemming voor zee- en riviercruise. Daarom wordt verder geïnvesteerd in terminals, duurzame voorzieningen, digitale systemen en samenwerking met onder meer Zaanstad en IJmuiden.
Rijke historie
Het Noorzeekanaalgebied kent een rijke historie waarvoor anderhalve eeuw geleden de kiem is gelegd. De graafwerkzaamheden aan het Noordzeekanaal begonnen op 8 maart 1865 in de duinen van het inmiddels verdwenen buurtschap Breesaap in de gemeente Velsen. Het geheel met de hand gegraven kanaal werd op 1 november 1876 officieel geopend door koning Willem III.
Ankerplaats
De haven van Amsterdam is bijna 750 jaar geleden ontstaan. Met bier en haring. Graaf Willem III van Holland had bepaald dat het Hamburgs bier alleen via door hem aangewezen tolplaatsen mocht worden verscheept. De ankerplaats die daartoe werd gecreëerd, trok andere handelslieden aan. De handel beperkte zich in die tijd nog tot Europa. Schepen lagen in grote aantallen, groot en klein door elkaar, op het IJ, voor de stad. Kleinere schepen tot ín de stad. Tot aan de dam.
Eerste kade
In 1320 werd de eerste kade aangelegd, waar nu het Damrak is. Aan de Oostzijde lagen drijvende steigers. Die 40 meter lange kade uit 1300 was in 1500 uitgegroeid tot een havenkade langs de hele IJzijde van de toenmalige stad. Van Singel tot Schreierstoren, 600 meter in totaal. De grote schepen werden op het IJ gelichterd, hun lading werd boord-boord overgedragen aan kleinere schepen, die wel de kaden, grachten en pakhuizen konden bereiken. Een principe dat nu nog steeds gehanteerd wordt, bij de IJpalen in IJmuiden.
Vemen
Het laden en lossen van schepen, transport en handel van goederen, alles was strak georganiseerd. Ieder onderdeel van het proces door een andere groep. Zo hadden de waagdragers, met een exclusieve bevoegdheid voor het bedienen van de waag, zich verenigd in corporaties, vemen genaamd. Een term die we nog steeds kennen. Ze waren herkenbaar aan hun kledingstukken, of hoofddeksels. VOPAK, nu bekend van de benzine opslag, vindt haar oorsprong hier. Zij stonden bekend als de blauwdeksels.
Graan en hout
Medio 1550 waren de belangrijkste ingevoerde goederen graan en hout. Meer dan twee derde van de pakhuizen lag er destijds vol mee. De export betrof textiel en vis. Daarnaast werden luxegoederen als zijde, edelmetaal, specerijen en wijn verhandeld. De scheepvaart had inmiddels de uiterste grenzen van Europa bereikt. Goederen uit het verre Oosten werden via Antwerpen of Portugal naar Nederland gehaald. De behoefte ontstond om zelf rechtstreeks op Azië te gaan varen. Met name vanwege de oorlogen en handelsverboden uit die tijd. Zo geschiedde.
Azië
In 1595 vertrokken de 1e schepen naar Azië en in 1602 werd de VOC opgericht. In 1609 vertrok Henry Hudson om een andere toegang naar Oost te vinden. Hij liep vast op wat nu New York is. Om de toevloed van schepen en lading te verwerken, werd de haven tussen 1585 en 1662 viermaal vergroot, tot zo’n 2000 meter lengte. Grote infrastructurele werken dus, het maken van land. Er werden eilanden gerealiseerd aan zowel oostzijde als westzijde van de stad. Denk aan Uilenburg, Marken, Rapenburg en aan de westzijde Prinseneiland en Realeneiland.
Schaalvergroting
Met de schaalvergroting van de handel, ontstond de 1e splitsing tussen wonen en werken. Tot dan toe was het gebruikelijk geweest koopmanshuizen aan de gracht neer te zetten. Woonhuis, kantoor beneden en hogere verdiepingen voor de opslag boven. Deze maakten plaats voor grachtenpanden enerzijds en pakhuizen anderzijds. Nog naast en door elkaar. Al ontstonden ook grotere pakhuizen door het doorbreken van tussenmuren en soms speciaal geconstrueerde grote panden. De stad telde circa 2.000 opslagpanden, die tot ver in de 19e eeuw voor voldoende capaciteit zorgden.
VOC
Waar de handel in Europa werd gekenmerkt door vele kleinere schepen, ging het bij de VOC om slechts tweejaarlijks een vloot. Waarbij maar de helft of twee derde van de schepen terugkeerde, met uitgedunde bemanning.