Nederland loopt voorop in Europa met offshore wind

Nederland wekt momenteel 5,6 procent schone energie op. In 2020 moet dat minstens14 procent zijn en in 2023 zelfs 16 procent. Dat staat in het SER Energieakkoord, een convenant van de overheid en ruim veertig bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het overgrote deel van deze duurzame energie komt straks van windenergie op zee. In 2023 zal er uit wind op zee 4500 megawatt aan opgesteld vermogen staan. Daartoe dienen vijf nieuwe windparken te komen voor de kust van Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland. Het Borssele windpark op Zuid-Beveland wordt als eerste gebouwd. De Nederlandse offshore windindustrie heeft ongeveer 25 procent van de Europese markt in handen.

De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt. Door dit broeikaseffect komt de leefbaarheid onder druk te staan. De belangrijkste manier om verdere opwarming tegen te gaan is het terugdringen van de CO2-uitstoot door het verminderen van het verbranden van fossiele brandstoffen. Dit is tegelijkertijd beter voor het milieu omdat bij de verbranding van fossiele brandstoffen ook andere schadelijke stoffen vrijkomen zoals fijnstof. Naast het besparen van energie moeten we fossiele brandstoffen vervangen door duurzame en schone energiebronnen. Windenergie is de schoonste en best toepasbare optie voor het verminderen van CO2-uitstoot. Schone energie maakt ons ook minder afhankelijk van olie- en gas producerende landen. Het Zeeuwse Vlissingen en de Groningse Eemshaven lopen in Nederland voorop op de offshorewindenergiemarkt. “In Zeeland is 5 tot 10 procent van de havenactiviteiten gerelateerd aan offshorewindmolenparken, Dat betekent jaarlijks 5 tot 600 scheepsbewegingen die vooral worden verricht voor de bouw van offshore windmolenparken. Wij doen onze uiterste best om op het gebied van offshore wind haven nummer 1 te zijn, zowel in het kader van de bouw als de exploitatie”, aldus Peter Geertse, Commercieel Manager bij Zeeland Seaports.

Zeeland is sinds 2009 betrokken bij de aanleg en het onderhoud van ongeveer dertig offshore windparken voor de Engelse, Nederlandse, Duitse en Belgische kust. Verbrugge International is een van de grootste logistieke dienstverleners in het segment van de offshore windenergie. In plaats van de offshore wind activiteiten over te hevelen naar Rotterdam (waar het eerder naar uitzag), gaat Verbrugge juist in Vlissingen fors uitbreiden. De terminaloperator heeft daartoe een contract voor 30 jaar afgesloten met Zeeland Seaports. Door wind op zee worden er in Nederland rond de 2150 banen gecreëerd in de productie, bouw, onderzoek en beleid van wind op zee projecten. Naar verwachting zal de werkgelegenheid groeien naar 10.000 banen in 2020.

Luchterduinen
Naast de haven van Vlissingen profileert ook de haven van IJmuiden zich als cluster voor de renewables. Windpark Luchterduinen in de Noordzee is een jaar geleden in gebruik genomen. Het windpark staat 23 kilometer voor de kust van Zandvoort en Noordwijk en is het derde windpark in de Nederlandse Noordzee. Luchterduinen beschikt over 43 windmolens, met een totaal vermogen van 129 megawatt. Daarmee kunnen rond de 150.000 huishoudens van stroom worden voorzien. Het park, waarmee een totale investering is gemoeid van 450 miljoen euro, is eigendom van het Rotterdamse energiebedrijf Eneco en het Japanse Mitsubishi.

Prinses Amalia
In de Nederlandse Noordzee werden in 2007 en 2008 0ffshore Windpark Egmond aan Zee (Nuon/Shell, 108 megawatt) en Prinses Amalia windpark (Eneco, 20 megawatt) al operationeel. IJmuiden is net als Vlissingen een belangrijke uitvalbasis voor de plaatsing en het onderhoud van de diverse parken. In de IJmondhaven zijn verschillende bedrijven gevestigd die direct of indirect hebben meegeholpen met de bouw van de parken.

Gemini
Op het in aanbouw zijnde Gemini Windpark worden 150 windmolens 55 kilometer boven de kust van Schiermonnikoog in waterdiepten van 35 meter geïnstalleerd. Op 85 kilometer uit de kust van Groningen is de eerste turbine geplaatst van het Gemini-windpark. De 150 molens gaan in het voorjaar van 2017  energie opwekken voor 785.000 huishoudens. De aannemers Siemens en Van Oord zijn begonnen met het plaatsen van de molens. De eerste turbines zijn vanuit het Deense Esbjerg in Denemarken naar de bouwlocatie verscheept, waarvandaan ze worden geïnstalleerd. Dankzij het Gemini-park zal de Nederlandse uitstoot van CO2 met 1,25 miljoen ton per jaar afnemen.

Borssele
Tussen 2015 en 2023 zal er in Nederland nog 3500 MW worden bijgebouwd. Dat staat gelijk aan 437 windmolens van 8 MW. De komende jaren wil het kabinet starten met de ontwikkeling van de locaties voor de kust van Zeeland (Borssele: 1400 MW), Noord-Holland (700 MW) en Zuid-Holland (1400 MW). In plaats van meerdere kleine windparken is er gekozen voor een beperkt aantal gebieden waar een groot aantal windmolens komt te staan. Dit is goedkoper en zo blijft er ruimte over voor andere gebruikers van de Noordzee. De meeste windmolens komen 22 km of verder uit de kust te staan. Bij twee gebieden voor de Zuid-Hollandse en Noord-Hollandse kust wordt echter een smalle strook windmolens dichter bij de kust toegevoegd, op 18.5 km afstand. Verder weg uit de kust is niet mogelijk vanwege belangrijke scheepvaartroutes en de kosten van de langere kabels naar de kust.

Kosten
De kosten voor windenergie op zee zijn momenteel nog hoger dan die van ‘grijze’ energie, die is opgewekt uit fossiele brandstoffen, zoals aardgas en steenkool. Omdat grijze energie klimaatverandering en milieuvervuiling veroorzaakt zet de regering in op schone energie, zoals energie uit zon, wind en aardwarmte. Windenergie op zee is zonder subsidie van de overheid evenwel (nog) niet rendabel. Dit is mede een gevolg van het feit dat de kosten voor vervuiling niet zijn meegenomen bij de opwekking van grijze energie. De overheid heeft de komende 20 jaar een bedrag van ongeveer 8 miljard euro aan subsidie beschikbaar gesteld voor windparkexploitanten. Tevens is er 4 miljard euro subsidie voor het aanleggen van de benodigde infrastructuur, zoals stroomkabels, voor de windparken. De rijksoverheid en de sector hebben afgesproken dat de kosten uiterlijk in 2020 moeten zijn gedaald met 40 procent ten opzichte van 2010.

Verbrugge International
De Zeeuwse logistiek dienstverlener Verbrugge International wijkt voor zijn offshore-windenergie activiteiten niet uit naar de Tweede Maasvlakte in Rotterdam, maar blijft Zeeland trouw. In de Scaldiahaven in Vlissingen-Oost gaat Verbrugge de opslag en logistiek van windmolenfundaties verder uitbreiden. Verbrugge International heeft met havenbedrijf Zeeland Seaports een langjarige overeenkomst gesloten voor uitbreiding van de activiteiten in de Scaldiahaven met 25 hectare. Het concern heeft op deze locatie al 95 hectare in gebruik. Met de uitbreiding is een investering van 10 miljoen euro gemoeid.

Diep vaarwater
Onder leiding van CEO Martin Verbrugge is de onderneming uitgegroeid tot een logistieke dienstverlener op wereldniveau. Verbrugge Terminals is sterk vertegenwoordigd in de havens van Terneuzen, Vlissingen en Zeebrugge. De terminals in Vlissingen liggen aan het diepe vaarwater van de Noordzee, direct aan de monding van de Westerschelde. Ze hebben wekelijkse feeder- en treinverbindingen met landen in heel Europa en het Midden-Oosten. Naast laden en lossen van zeeschepen, binnenvaartschepen, vrachtwagens en spoorwagons, verricht men ook veel toegevoegde waarde activiteiten.

Forest products
De groei van de op- en overslag van het concern komt vooral tot uiting in de goederensoort stukgoed (breakbulk), met forest products als hout en cellulose. Andere kernactiviteiten zijn de op­ en overslag van staal, non-ferro producten en witte bulk (fosfaten, meststoffen). Onder leiding van CEO Martin Verbrugge is de onderneming uitgegroeid tot een logistieke dienstverlener op wereldniveau. In 2012 is de bouw van de Verbrugge Liquid Terminal (VLT) aan de Zevenaarhaven in Terneuzen gerealiseerd. De drie tanks voor de opslag van UAN, een geconcentreerde oplossing van ammoniumnitraat en ureum, hebben een gezamenlijke opslagcapaciteit van bijna 68.000 ton. Vanuit bakermat Zeeland is de horizon naar Zeebrugge verbreed vanwege de noodzakelijke ruimte voor uitbouw van activiteiten. De Vlaamse haven fungeert als hub voor de Europese distributie van papierladingen van diverse producenten. Tegelijkertijd is de kusthaven ook een draaischijf voor de grondstof, namelijk papierpulp. Die wordt voornamelijk vanuit Zuid-Amerika en Canada aangevoerd met gespecialiseerde breakbulkschepen.

Traditionele olie- en gaswinning
De hoogtijdagen in de renewables staan in schril contrast met de traditionele olie- en gaswinning. Door de lage olieprijs gaat het slecht met de offshore. De bouw van olieplatforms is door de lage olieprijs onrendabel. Zelfs winning in bestaande olievelden kost geld. Door de crisis in de offshore hebben de oliemaatschappijen wereldwijd duizenden banen geschrapt. Door het inzakken van de markt worden orders en investeringen op de lange baan geschoven of gaan helemaal niet meer door. Dat gaat uiteraard ook ten koste van de hele schil van toeleveranciers in de offshore.

Auteur: Henk van de Voorde

Deel dit bericht op