‘Wie out-of-the-box denkt, heeft helemaal geen doos nodig’

In de verpakkingswereld is Gambo-design een begrip. Het is de Nederlandse uitvinding die de big bag vormvast heeft gemaakt. Daaruit zijn legio toepassingsmogelijkheden voortgekomen, waarmee drastische bezuinigingen vallen te behalen in de gehele logistieke keten. Het verhaal van de uitvinder erachter is wellicht minder bekend, laat staan de voortzetting van zijn erfgoed door zijn weduwe, Marijke van den Veerdonk. Een bevlogen vrouw die in een lean-and-mean-organisatie nieuwe producten ontwikkelt, patenteert, produceert en wereldwijd in de markt zet.

De naam van het merk is Gambo miniMAX, naar de uitvinder Gerard Antonius Maria Boots. Gerard Boots begon zijn carrière als verpakkingskundige bij AKZO. Met zijn wiskundeknobbel en technische kennis ontwikkelde hij een machine die in het hart van het olieraffinageproces katalyseert en de additieven doseert. De uitvinder in hem was echter altijd bezig oplossingen te bedenken en technische eigenschappen te vertalen naar nieuwe producten.

Toen Gerard Boots eenmaal tegen de veertig liep, nam hij in 1986 ontslag bij AKZO om zich als zelfstandige meer te kunnen richten op de ontwikkeling van slimme verpakkingen. Zijn brood verdiende hij aanvankelijk als consultant, docent en examinator, maar toen het zijn ex-werkgever aan kennis ontbrak de uitvinding van de machine voor de olieraffinage goed uit te baten, droeg AKZO de rechten, verkoop en het onderhoud met levering van onderdelen over aan de uitvinder. Dat verschafte Boots de inkomstenbron om zich voor de volle honderd procent bezig te houden met optimale verpakkingen en de ontwikkeling van machines voor de productie daarvan. Hij heeft voor zijn uitvindingen in diverse landen vele verpakkingsprijzen gewonnen. Zijn echtgenote treedt even succesvol in zijn voetsporen en werd met de doorontwikkeling van het concept in 2012 genomineerd voor De Gouden Noot, een verpakkingsinnovatiewedstrijd.

Geniaal ontwerp
Droge en natte bulk, in kleine en grote hoeveelheden, scherpgepunt of in capsules, alles past in deze zogenaamde liner. Marijke van den Veerdonk legt uit hoe het werkt. “Het lijkt eenvoudig, maar het is wiskunde”, zegt ze. “Stel je een kubus voor. Daarin plaats je een cilinder, want ronde vormen zijn het sterkst. Denk maar aan een ei. Door de cilinder in de rechthoek blijft de bodem plat. Op een derde hoogte buikt de lading in een verpakking normaliter uit, maar dankzij de cilinder blijven ook de wanden rechtop. Alleen de hoeken tussen de cilinder en de rechthoek bevatten nog loze ruimte. Zodra de cilinder is afgevuld, stroomt de lading over in de hoeken en krijgt de liner zijn vierkante vorm.”

De vierkante of rechthoekige vorm ontstaat door het ontwerp dat zit verwerkt in de film en die filmstructuur kan van alles zijn: zuurstofdoorlatend, gemetalliseerd voor koffie of met een grote puntweerstand voor amandelen bijvoorbeeld. Veelal vormt polyethyleen de basis. Het materiaal is oersterk en leent zich uitstekend voor uiteenlopende afsluitingen, als hersluitranden, schenktuiten, doppen en handvatten.

De vouwen van de zak zitten aan de buitenkant, waardoor de wanden aan de binnenkant helemaal glad zijn en er geen restmateriaal achterblijft.

De helft goedkoper
“De kracht van het ontwerp zit in de stapelbaarheid”, zegt Marijke. “Daarmee valt veel winst te behalen, omdat alle loze ruimte verdwijnt en te benutten is voor de lading zelf. Op een pallet is er geen overhang en de strak vierkante pakken zijn hoog stapelbaar. Dat kan zo op de vrachtwagen en in het winkelschap. Nog een voordeel: de film is te bedrukken en vormt zo een venster voor reclame.”
Gambo maakt voor de klant proefmonsters en berekent in een business case de besparing in de hele logistieke keten. Een goed voorbeeld daarvan is het product satésaus. Marijke: “Het verschil in ruimtebeslag tussen de ronde vorm van het satésausemmertje en de vierkante vorm van het pak is 25 procent in het voordeel van de liner. Maar dankzij de stapelbaarheid, geen loze ruimte, minder toegevoegde emballage, minder overslag, minder opslagruimte en  minder transport is de besparing in de hele logistieke keten nog eens 50 procent”. De liners voor de satésaus hebben overigens hersluitbare flip-topdeksels met dezelfde effectiviteit als de hersluitbare emmers.

Duurzaam
Om bij het satésausemmertje te blijven, de fabrikant moet ze aanvoeren en opslaan voor gebruik. De afnemer moet de emmers na gebruik schoonmaken, tijdelijk opslaan en afvoeren. “De liner rol je op om het laatste restje satésaus eruit de drukken en het afval kun je goed in elkaar nestelen, zodat het nauwelijks plek inneemt”, legt Marijke uit. Het afval is volledig recyclebaar. Zo dient de reductie in de vervoersketen en in die van de verpakking tot verduurzaming. Maar het materiaal is ook afbreekbaar te maken en het evolueert spoedig naar biomateriaal.

Vormvast doch flexibel
Ook als de halve vulling eruit is, blijft de zak staan. Dat maakt de vinding een sterk alternatief voor zakken, bag-in-box, emmers, dozen, blikken, drums en jerrycans. Water in de hersluitbare liner als vervanger van jerrycans zou een uitkomst zijn in rampgebieden. Marijke ziet het helemaal voor zich. “Hulporganisaties zorgen dat schoon drinkwater in de noodgebieden komt door putten te slaan, maar daarna zie je de vrouwen sjouwen met grote hoeveelheden in hun kannen of jerrycans. Dat kan toch beter”, zegt ze bijna verontwaardigd. “Niets vermorst of vervuilt in een liner. In ontwikkelingslanden zouden kinderen, desnoods in een rugzakje, waterpakken vanuit school mee naar huis kunnen nemen.”
Zo ver is het nog niet, maar als de wereld de werking in de praktijk ziet, zou daar snel verandering in kunnen komen. De doorbraak op de Japanse markt bijvoorbeeld, is aanstaande. Japan kent grote onbewoonbare gebieden en stedelijke gebieden met hoge concentraties mensen. Daar is ruimte beperkt en opslag duur. Bovendien is het na vulkaanuitbarstingen en bij andere noodsituaties, zoals in maart 2011, van levensbelang dat er snel drinkwater ter plaatse is. De agent van Gambo in Japan, die altijd al een licentie had voor de big bags, werkt nu aan een project om drinkwater naar de gezinnen te krijgen. Daarvoor is een invouwbare pallet op de markt, waarin een 1000-liter-liner hangt. De distributie naar de eindgebruiker gaat weer in liners van vijf, tien of twintig liter. Oersterke zakken zijn het. In een testopstelling zijn die 20-literzakken van 3 meter hoog naar beneden gegooid en er gebeurde niets mee, terwijl eerst met een kartonnen doos eromheen de doos meteen kapot viel.

Out-of-the-box
Als Marijke toentertijd iets van haar man geleerd heeft, is het wel denken in oplossingen. Zo ziet ze voor de watermachines die overal op de kantoren staan een praktische oplossing. Marijke: “Die tanks zijn groot, zwaar en bol. Als ze leeg zijn moeten ze vervangen worden en intussen staat er in het magazijn een groot aantal te wachten op vervanging. De Gambo-liner kun je bij het handvat oppakken en erin laten zakken. Als hij leeg is, vouw je hem op.” De hanteerbaarheid en volumewinst laten zich raden.

Maar zijn er dan helemaal geen nadelen? “Natuurlijk”, zegt Marijke, “bedrijven hebben geïnvesteerd in die installaties en in een wagenpark voor de distributie. Het vraagt om buiten het stramien te denken, anders word je nooit innovatief”. Dat brengt haar op een ervaring met een kartonfabrikant in Amerika met wie ze ver was gekomen. “Karton is voor veel bedrijven lastig vanwege duurzaamheidsdoelstellingen. Deze man zag het economische rendement, maar concludeerde verschrikt ‘Ja maar wij produceren in hoofdzaak karton’. Het kwam niet bij hem op dat je andere markten kunt aanboren. En dat is het mooie aan het verhaal: Wie out-of-the-box denkt, heeft helemaal geen doos nodig.”

Auteur: Lydia Gille

Deel dit bericht op