Nauwkeurig meten en wegen is in ieders belang. Dat vinden niet alleen klant en winkelier, ook de industriële sector en niet in de laatste plaats de overheid. De aardgasbaten vloeien in de staatskas en daarom is de fiscus erbij gebaat dat de gasmeters van bijvoorbeeld de NAM en de GasUnie exact meten in welke hoeveelheden het gas ons land verlaat dan wel binnenkomt. NMi Euroloop is de instantie die flowmeters voor gas onder hoge druk ijkt, daartoe bevoegd dankzij de Raad voor Accreditatie, het keuringsorgaan dat de apparatuur en daarmee de kwaliteit van dit bedrijf in de gaten houdt. Kalibratie van flowmeters is op zichzelf een eenvoudig principe, maar het werken met gas onder hoge druk en met alle apparaten die eromheen staan vereist specialistische kennis. Willem Doelman is operationeel technisch manager van NMi Euroloop op de Vondelingenplaat in Rotterdam en vertelt hoe de metroloog, de panel-operator en de fieldoperator gezamenlijk het proces beheren.
Wat doet NMi Euroloop?
“Wij kalibreren flowmeters, oftewel wij ijken gastransportmeters en geven certificaten af met een stempel en een handtekening plus een tabel met alle kenmerken van de meter. Daartoe hebben we een inpandige leidingenstraat waarin wij de meters van de klant in- en uitbouwen in een gesloten circuit. De gasstroom gaat door onze eigen meters, die een afgeleide zijn van de nationale standaard waarvan het gedrag heel precies bekend is, loopt door de meter onder test en stroomt weer terug naar de opslagbol. We lezen uit en weten exact wat de meter onder test doet en kennen de afwijking.”
Waarom niet kalibreren op locatie?
“Dat zou een voordeel voor de klant zijn, omdat hij geen meter hoeft in- en uit te bouwen en te vervoeren, maar de omstandigheden daar zijn altijd anders, zoals de stroming en de temperatuur buiten. Het grote nadeel ter plaatse is dat de uiteindelijke nauwkeurigheid soms een paar tienden procenten kan afwijken van de nauwkeurigheid die je op een vaste installatie kan bereiken. Hierbinnen kunnen we de condities optimaliseren. Dat is met name bij gasmetingen heel belangrijk. Vroeger op school bij natuurkunde werd al geleerd dat bij een constante hoeveelheid gas en een constante temperatuur de druk van een gas omgekeerd evenredig is met het volume. Als de temperatuur oploopt, loopt de druk ook op. Nu blijft die gelijk en dat is belangrijk, want als tussen de hoofdmeter van ons en de meter van de klant de temperatuur een halve graad zal afwijken, krijg je al een meetverschil.”
Hoe gaat de meting in zijn werk?
De unit die we hebben is een ringleiding met daartussen een centrifugaalcompressor die zorgt dat er een stroming in gecreëerd kan worden en daarachter een koelinstallatie die de warmte direct afvoert met een temperatuurstabiliteit van 0.05 graad Celsius. Dat is nodig, omdat stroming opwekken energietoevoeging betekent en dat veroorzaakt warmtetoevoeging. Dus dan zou de warmtestabiliteit van de meting foutgaan. Zo blijft deze gelijk en kunnen we een certificaat afgeven met een hele hoge nauwkeurigheid.”
Hoe uniek is dit?
“In Nederland zijn verder geen kalibratiefaciliteiten die met hogedrukaardgas werken en deze installatie in deze grootte is in de wereld uniek. Recent is er in Denemarken een nieuwe, ietsje kleinere installatie gebouwd die ook werkt in een gesloten systeem met gasrecycling. Wij zijn hiermee het grootste en meest nauwkeurige kalibratiebedrijf ter wereld. Onze klanten komen ook van all over the world. India, Saoedi-Arabië, de Emiraten, Europese landen. Toch wordt de noodzaak van regelmatige kallibratie niet overal gezien. Er zijn landen waar de meters gewoon 20 jaar blijven zitten; daar wordt niets mee gedaan. In Nederland zijn er richtlijnen over de interval van certificering. Bedrijven als NAM en GasUnie hanteren vierjaarlijkse controle. Onze moedermeters worden ook jaarlijks gekalibreerd aan de hand van de nationale standaard en de drukopnemers zelfs tweemaal per jaar. Zo weten wij zeker dat wat wij afgeven inderdaad voldoet aan de nauwkeurigheidseisen. Wij zijn geaccrediteerd door de Nederlandse Raad voor Accreditatie. Dat houdt in dat het hele proces aan strenge eisen moet voldoen van herleidbaarheid. Dat wil zeggen dat wat wij doen terug te leiden is naar de nationale standaard van lengte, massa en tijd.”
Wie doet wat?
“De fieldoperators zijn degenen die de meters in- en uitbouwen. Deze mensen hoeven niet naar de sportschool. De bouten wegen soms 20 kg en de meters een paar ton. Daar gebruiken we een kraan bij, maar het is zwaar werk. Zij lossen en laden de meters bij aankomst en vertrek, bouwen de leidingstraat op met de klantmeters en zetten hem dicht. De uitdaging is de juiste pijpstukken ertussen te zetten. We werken immers met een bestaande installatie met daarin steeds andere meters van de klant. Het zijn geen slangen die je eenvoudig passend kunt maken. Er zijn ook verschillende drukklasses waarmee je rekening moet houden, met flensverbindingen die je op verschillende boutkrachten moet vastzetten. Dus de nauwkeurigheid waarmee de boel dichtgesleuteld wordt is heel belangrijk. Zodra hij dicht en vrijgegeven is gaat de paneloperator spoelen. De lucht eruit spoelen met stikstof en vervolgens vullen met gas op de voor de meting gewenste druk. Dan kan de meting starten. Als de meting gereed is wordt het leidingstuk met de geteste meter weer van druk gelaten, gespoeld met stikstof en vervolgens met lucht, zodat het echt helemaal veilig is. Dan kunnen de fieldoperators alle boutverbindingen weer losmaken, de meter eruit halen en op transport zetten en weer een nieuwe straat opbouwen. Het is de taak van de paneloperator om te bepalen hoe de leidingstraat opgebouwd moet worden. Hij is degene die de hele meting achter de computer uitvoert en de sturing aan het proces geeft. Daarbij zit ook een metroloog, de meetdeskundige. Hij weet precies hoe het met de berekeningen zit en geeft uiteindelijk ook het certificaat af.”
Aan welke eisen moeten deze mensen voldoen?
De metroloog heeft metrologie gestudeerd. Universitair of op hbo-niveau met natuur- en wiskunde. De paneloperators hebben een technische achtergrond op ten minste mbo-niveau of werken aan een hbo-opleiding. De fieldoperators hebben een lbo-mbo-opleiding, vaak werktuigbouw. Daarnaast krijgen ze bedrijfsspecifieke opleidingen via Vapro, de vakopleiding voor procesoperators. Wij stellen hoge eisen aan onze mensen en hechten daarom ook aan vast personeel. De fieldoperators halen sowieso certificaten hogedrukflensmonteur, want normaliter zou na installatie een notified body, Lloyds of een andere instantie, moeten komen keuren. Bij een raffinaderij komt altijd eerst een formele controle alvorens het proces weer opgestart mag worden. Als wij dat zouden doen, zouden er 24 uur per dag ambtenaren aanwezig moeten zijn, want dit is continu in- en uitbouwen. Onze mensen zijn bevoegd, controleren elkaar en registreren alle handelingen.”
Hoe bent u in de haven terechtgekomen?
“Ik ben per ongeluk in de metrologie terechtgekomen, maar ik loop al mijn hele werkzame leven in deze regio rond. Ik begon heel ouderwets achter een tekentafel bij een klein ingenieursbureau en klom op via constructeur, chef tekenkamer et cetera. Zo werd ik als projectleider gedetacheerd bij alle industrie hier in de buurt: Shell, Esso, BP, Vopak, Argos enzovoort, tot ik in 2009 betrokken was bij de bouw van deze installatie. In 2010 was de bouw gereed en meestal houdt de job dan op. Een half jaar later werd ik echter gebeld om naar specifiek technische problemen te kijken, want het is een vrij complexe installatie. Zodoende kwam ik terug en na een jaar in vaste dienst. Het vak heb ik in de praktijk geleerd en mijn goede geheugen helpt om mijn op andere terreinen opgedane kennis te combineren en overzicht te houden. Mijn belangrijkste taak hier is de mensen de rust te geven om de juiste oplossing te vinden. Een ankerpunt. Vanuit alle groepen komen ze naar me toe of ik ga naar hen toe als ik zie dat het nodig is om de uitdaging die er ligt in de juiste proporties te krijgen en de oplossing te vinden. En ik doe het graag. Als ik gezond blijf en het net zo leuk blijf vinden als nu, dan zou het niet erg zijn om langer door te gaan. Mijn devies is: leergierig blijven zolang het kan.”