De gerenommeerde STC Group biedt naast onderwijs in alle facetten van de havenpraktijk en het maritieme cluster, een commerciële afdeling. Die laatste is een private onderwijsvorm voor volwassenen en biedt met name om-, her- en bijscholingstrajecten. Contractonderwijs voor het personeel van havengerelateerde bedrijven dat wil worden bijgeschoold of nieuwe expertise wil opdoen. Aan het eind van de cursus hebben de deelnemers aantoonbare kennis en vaardigheden op kraan of vorkheftruck. Zonder enige concessie te doen aan de kwaliteit, slaagt 80 procent van de examenkandidaten, wat hoger is dan het landelijk gemiddelde. Het team van de unit Havens staat met een voet in de toekomst, onderhoudt contacten met de bedrijven, onderzoekt de nieuwe functies en ontwikkelt leerdoelen en didactische modellen om zo een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en het succes van de moderne haven. Deze vorm van onderwijs is helemaal maatwerk. Twee bevlogen instructeurs, Aad Stout en Cock Wammes, vertellen over hun aanpak.
Cock en Aad zijn beiden gepokt en gemazeld in de praktijk van de Rotterdamse haven. Ze zijn ook allebei gevraagd door STC B.V. vanwege hun brede en verdiepte kennis van de havenpraktijk en hun ervaring met instructie. Cock begon zijn carrière als automonteur, kwam vervolgens bij Shell terecht in het onderhoud en de brandweer en leidde daar het hele brandpiket op tot brandmeester. Veiligheid is een belangrijk aspect bij alle arbeid en deze kennis komt goed van pas, maar Cock wilde zich breder inzetbaar maken. Hij leerde het vak van kraanmachinist en alles wat hijst en rolt. Hij groeide mee met de ontwikkelingen, zoals de remote crane operator. Nu werkt hij als instructeur en is hij gespecialiseerd in kraansimulatortrainingen. Aad heeft veel familie die in de haven werkt, maar vooral zijn opa stimuleerde hem naar de havenvakschool te gaan. Eenmaal aan het werk bij een aantal bedrijven, waaronder Seaport Terminals, was hij erop gebrand alle certificaten en diploma’s te halen die door de technologische vernieuwingen nodig waren voor het verticale transport. Zijn contacten met de onderwijsinstituten hield hij warm. Dat maakte de lijnen kort en via die relaties maakte Aad in 2004 de overstap. Hij is als instructeur specialist in gewone, mobiele en brugkranen.
Wat is het verschil tussen de kraanmeesters buiten en de remote crane operators?
“De kraanmachinist op de kade bevindt zich in een overgangsfase”, vertelt Aad. “De omslag van gewone kraan naar brugkraan kwam in 1990, en in 2000 zaten de kranen van APM al diep in de automatisering. Er vindt een verschuiving plaats van de bediening van de kraan naar semi-remote. Dat vraagt om een training van wat wij noemen situational awareness. Het kraanmeesterschap is niet meer een afgebakende verantwoordelijkheid voor dat onderdeel in het proces. De kraanmachinist moet procesgericht denken, doen en verantwoordelijkheid dragen. Hij moet anticiperen op verstoringen om te voorkomen dat er elders in het proces iets stagneert. Hoewel 75 procent van de bediening tegenwoordig geautomatiseerd is, ervaart hij nog wel de zintuiglijke kant van het werk. Hij hoort de motor en weet wat er aan de hand is. Hij voelt de wind en weet wanneer hij moet stoppen.” Dat gevoel voor techniek en elementen valt weg bij de kraanmachinist op afstand. “Hij heet dan ook geen machinist meer maar operator”, zegt Cock, “want het draait om controle uitoefenen op het proces”. De kunst van de instructeur is inzicht verschaffen. Cock: “De uitdaging is dat er nu mensen worden aangenomen die geen directe werkervaring in de haven hebben. Op de simulator zien ze op het beeldscherm wat er gebeurt als ze aan een handle trekken, maar ze beseffen niet wat er daarmee buiten gebeurt. Daarom neem ik ze mee naar het schip, zodat ze kunnen zien wat de kraan doet of hoe de container het ruim in gaat. Het vergt een andere manier van lesgeven.”
Maatwerkleerplannen
De cursisten van de unit Havens pakken theorie en leren niet altijd van nature makkelijk op. De startpositie van de kandidaten verschilt enorm, terwijl alle deelnemers uiteindelijk met een diploma moeten afzwaaien op hetzelfde hoge kwaliteitsniveau. Daarbij krijgen de instructeurs ook te maken met adhd, dyslexie en faalangst. Dat vraagt veel van de instructeurs, maar daarin schuilt meteen de grote uitdaging voor Aad en Cock. “Ik kan ze goed begrijpen”, zegt Aad. “Zelf heb ik het ook niet makkelijk gehad in de overgang van de havenpraktijk naar het onderwijsveld. Niet alleen de manier van werken, maar ook de opleiding in pedagogiek en didactiek bij Fontys vond ik zwaar.” Cock: “We hebben alle vormen van lesgeven gehad en stellen ons in op de praktijk van dit type werknemer en huldigen het principe van horen is vergeten, zien is onthouden en doen is begrijpen.” De instructeurs gaan naar de bedrijven om de leerdoelen te inventariseren. Op basis van de bedrijfseisen, het gebruikte materieel en de commerciële lading die daar overgeslagen wordt, schrijven de trainers het opleidingsplan. “Voor de bediening van de machines is er bij het bedrijf vaak software beschikbaar, die we in de simulatoren kunnen opnemen”, zegt Cock. In het leerplan is de aanwezige kennis van de cursisten de basis, maar ook de persoonlijkheid van de kandidaat is cruciaal. Aad vindt de eerste dagen het zwaarst. “Ik begin met het leerplan uit te leggen en laat zien hoe de theorie eruitziet. Tegelijkertijd moet ik uitzoeken welke kennis aanwezig is en wat voor mensen het zijn. Dat betekent dat ik vaak op twee of meer niveaus tegelijk moet werken. Ik maak wel mee dat zo’n jongen al bij het theoriegedeelte zegt ‘Ik stop er mee, ik ga naar huis’. ‘Kom we gaan praten’, zeg ik dan, om te achterhalen waar de schoen wringt. Dan spreek ik bijvoorbeeld af dat hij de volgende morgen om half zeven komt en dan gaan we een op een aan de gang net zo lang tot de basis goed is en we verder kunnen en hij het gevoel heeft dat ook hij het kan halen.” De cursisten met dyslexie krijgen hun documentatie en examenformulieren in een groot lettertype afgedrukt. Aad en Cock bieden niet alleen maatwerk voor de kandidaten, maar ook voor de bedrijven. De klanteisen zijn onder andere maatgevend voor de eindkwalificaties. Soms betekent dat een beoordeling die om heel veel tact vraagt. Het komt een enkele keer voor dat het er voor een kandidaat niet in zit. Die taak hebben de trainers ook. “Het gebeurt wel dat een werkgever vraagt om het met zijn personeelslid toch nog een keer te proberen”, vertelt Aad. En dan kijkt hij wat hij nog kan doen. “Maar je moet wel eerlijk zijn”, vult Cock hem aan. “Ook naar de kandidaat toe. Ik laat hem ook altijd lezen wat ik rapporteer aan zijn werkgever.”
Meer dan het gewone
De uitdaging is enorm en de inzet meer dan het gewone, maar de voldoening is navenant. Cock: “Het leuke is wel dat ze zeer gemotiveerd zijn.” Ze zijn door hun werkgever gestuurd en ondervinden het wellicht in hun loonzakje of ze willen graag hogerop. “En”, vervolgt hij, “ik vind het mooi om vooruitgang te zien en als alles goed draait op de simulator”. Ze zijn er dan nog lang niet. Het STC B.V. levert af op basisniveau en de hogere niveaus volgen de cursisten bij een mentor van het bedrijf zelf, want de instructeurs zijn bijvoorbeeld niet bevoegd commerciële lading te draaien. STC B.V. neemt wel de examens af. “Het mooiste moment is als de beheersing er is”, zegt Aad. “’Hou dat vast’, zeg ik dan. Ik ben ook trots op het succes van de haven en dat ik daaraan meewerk.”