Over de toekomstige klandizie voor de nieuwe tankterminal van Standic in Antwerpen maakt commercieel directeur Paul Voogt van het Dordtse Standic zich geen enkele zorg. Daar waar de overslag in de Nederlandse en Belgische havens flink heeft te lijden onder de coronacrisis is de ontwikkeling van de nieuwe tankterminal van het Dordtse Standic in Antwerpen onverdroten doorgegaan. ”We krijgen alleen maar meer aanvragen voor opslag,” aldus Voogt.
De redenen om naast de bestaande terminal in Dordrecht een tweede in Antwerpen te bouwen, zijn ondanks de coronacrisis niet veranderd. Voogt: ”Die terminal bouwen wij natuurlijk niet voor de korte termijn. De vraag naar opslag voor de speciale chemicaliën is in de haven van Antwerpen al jarenlang veel groter dan het aanbod. Vooral voor de kleinere hoeveelheden is bijna geen opslag te krijgen. Ook voor de komende tien, twintig jaar zien wij de vraag hiernaar alleen maar groeien terwijl het aanbod hiervan in Antwerpen achterblijft. Onze strategie om hierin te investeren is dan ook niet veranderd.”
Daarbij richt Standic zich voor de nieuwe terminal in Antwerpen specifiek op de opslag van chemicaliën in vooral kleinere en middelgrote tanks vanaf 500 tot 3500 kubieke meter stainless steel. De tanks zijn gebouwd door een bedrijf in Noord-Holland en via de Nederlandse binnenwateren naar Antwerpen vervoerd. Wat de nieuwe terminal volgens Voogt uniek maakt is dat elk van de in de eerste fase in gebruik te nemen 79 tanks is uitgerust met eigen pompen en leidingen. De opslag kan daardoor volledig gescheiden plaatsvinden van andere tanks. Sommige producten mogen nu eenmaal absoluut niet in aanraking komen met andere stoffen.
Kleinere stromen
Anders dan de grote aanbieders van tankopslag richt Standic zich met name op de opslag van de kleinere stromen half- en eindfabrikaten in de speciaalchemie voor bedrijven die deze stoffen gebruiken in hun productieprocessen of zelf produceren voor levering aan klanten. Meer nog dan in het Rotterdamse havengebied zitten in en rond Antwerpen veel bedrijven in de chemische sector en afnemers van chemieproducten. Vaak komen de basischemicaliën hiervoor van overzee vanuit de petrochemische industrie rond de Golf van Mexico en in toenemende mate uit de groeiende industrie in het Midden-Oosten.
Overigens zit ook de bestaande chemicaliënterminal van Standic in Dordrecht momenteel ‘100 procent vol’, aldus Voogt. Aan de Wieldrechtseweg beschikt Standic over een terminal met in totaal 230.500 kubieke meter opslag verdeeld over 163 tanks variërend van 295 tot 6600 kubieke meter. Daarnaast behoort tot hetzelfde moederbedrijf ook Haan Oil Storage, een tankterminal speciaal voor de opslag van maritieme brandstoffen. Bij de brandstoffen gaat het steeds vaker om laagzwavelige soorten en/of de biobrandstoffen die afnemers gebruiken om hun CO2-uitstoot te verlagen. Ook hierin zit de opslag volledig vol. ”Wij merken eigenlijk niets van enige teruggang,” aldus Voogt.
Eerste fase bijna klaar
Na een jaar of vier van voorbereiding kon februari vorig jaar de eerste paal voor de aanleg van de nieuwe terminal in Antwerpen worden geslagen. Dat was net voor de coronauitbraak. Dat heeft volgens Voogt wel geleid tot ‘heel veel duw- en trekwerk’ om de contractors uit België en Nederland met voldoende personeel bij elkaar te krijgen. Voogt: ”Maar we hebben kunnen doorbouwen en zitten nu in de eindfase. De tanks staan er nu allemaal en we zijn nu bezig met het testen van alle aansluitingen en systemen van het leidingenwerk en de bedieningsapparatuur.”
Ook is Standic momenteel bezig met het trainen van het personeel waarvoor ook de nodige nieuwe Belgische collega’s zijn aangetrokken. Standic gaat in Antwerpen van start met twintig operators en vijf mensen op kantoor. Aanvankelijk was het vinden van nieuw personeel moeizaam maar tegen het einde van het vorig jaar werd de arbeidsmarkt wat minder gespannen. Het vinden van volledig ervaren operators is heel lastig maar met een half jaar scholing op de eigen Standic Academy worden nieuwelingen in eigen bedrijf opgeleid tot taakvolwassen operators.
Geleidelijk operationeel
De nieuwe terminal opent in april zijn deuren waarbij de eerste drie maanden geleidelijk alle 79 tanks in gebruik zullen worden genomen. Voogt is inmiddels druk bezig met het afsluiten van de eerste contracten voor opslag. Vervolgens komen de beoogde klanten de tanks en installaties eerst zelf controleren om ze aan hun eigen standaarden te toetsen (auditen) alvorens Standic in Antwerpen de eerste ladingen kan ontvangen. Om zoveel mogelijk soorten chemicaliën conform de juiste condities te kunnen opslaan, kunnen alle tanks zowel worden verwarmd als gekoeld.
”In de chemie is het eerst zien dan geloven, staan ze er en werken ze? Als ze er eenmaal staan en geaudit zijn dan wordt er definitief getekend. Dat auditen gaat vrij ver want het betreft voor bedrijven een verlenging van hun eigen opslag en dan moet het wel aan hun eigen standaarden voldoen,” legt Voogt uit. De verwachting is dan ook dat de nieuwe terminal medio april zijn eerste lading kan gaan ontvangen en in de loop van het tweede en derde kwartaal de resterende tanks hun eerste ladingen krijgen. Dat komt goed uit want het testen van pijpen, pompen en elektra vergt de nodige tijd. Maar vrijwel alles ligt nog steeds op schema. Voogt: ”De enige, kleine vertraging die wij hebben gehad was omdat we een bocht in het spoor iets ruimer moesten aanleggen dan gepland. Maar ook het spoor zal in de loop van mei operationeel zijn.”
24 / 7 operationeel
De nieuwe, sterk geautomatiseerde terminal in Antwerpen zal zeven dagen in de week, 24 uur per dag operationeel zijn voor laad- en losoperaties per trein en voor schepen; trucks zijn van maandag tot en met vrijdag 24 uur per dag welkom. Voogt vertelt dat de chemicaliën die in Antwerpen worden opgeslagen bestemd zullen zijn voor zowel im- als export. Ofwel worden ze verwerkt in productieprocessen in Noordwest-Europa zelf of ze worden weer uitgevoerd voor verwerking in Azië of de VS. In de opslag van chemicaliën verkeert Standic in concurrentie met bedrijven als Vopak, Rubis, Oiltanking, Noordnatie en ADPO. ”We zien hetzelfde type concurrenten in Rotterdam als in Antwerpen,” zegt Voogt maar volgens hem heeft ieder tankopslagbedrijf zijn eigen focus en daarmee een eigen klantenkring.
Tweede en derde fase
Nadat de eerste fase van de nieuwe terminal in Antwerpen volledig in gebruik is genomen, zal na de zomer van dit jaar worden begonnen met de tweede fase. Die houdt vooral in het optimaliseren van twee laad- en loskades voor het kunnen bedienen van de grootste categorie chemicaliëntankers. Daarvoor moet bijvoorbeeld ook de diepgang langs de kades van 11,5 naar 14 meter worden vergroot. Deze tweede fase moet eind 2022, begin 2023 worden opgeleverd. Bepaalde stoffen als zuren zullen pas vanaf de tweede fase kunnen worden opgeslagen omdat ook speciale uitrusting voor de verwerking van dampen moet worden geïnstalleerd.
Daarna is het de beurt aan de derde fase waarbij de derde laad-en loskade voor zeeschepen wordt aangelegd en nog eens 60 tanks worden gebouwd met een totale capaciteit van 71.000 kubieke meter. In totaal krijgt de terminal in Antwerpen negentien laadposities voor trucks. Voor de aan-en afvoer van tankwagens per trein wordt de terminal van in totaal achthonderd meter rails voorzien. Uiteindelijk moet de hele terminal eind 2023, begin 2024 gereed zijn met dan een totale opslagcapaciteit van 249.000 kubieke meter verdeeld over 180 tanks wat dan groter zal zijn dan de huidige terminal in Dordrecht (230.500 kubieke meter).
Na de ingebruikname van de terminal in Antwerpen verwacht Voogt dat een deel van de nu in Dordrecht opgeslagen chemicaliën zal verhuizen naar Antwerpen. Daardoor komt er in Dordrecht meer ruimte voor de opslag van biobrandstoffen en nieuwe typen, milieuvriendelijkere vloeistoffen voor de maritieme en automotive sector. Overigens wordt ook in Dordrecht gewerkt aan een uitbreiding van de opslag.