Havenberoepen

Blom BV Sleepdienst en Dekschuitenverhuur is een familiebedrijf onder leiding van Nancy Blom. Haar opa richtte de zaak op in 1954 en intussen maakt haar zoon ook deel uit van de onderneming aan Pier Afrika in de Coenhaven. 52 kleine en grote dekschuiten en koppeldekschuiten, pontons, schildersvlotten en sleepboten vervoeren de meest uiteenlopende goederen in het havengebied van Amsterdam en soms de binnenwateren van de hele Benelux tot in Duitsland en Frankrijk aan toe. De vloot leent zich voor alles wat drijft of op een ponton kan staan. Dat biedt de schippers soms lading die extra kleur geeft aan hun bestaan. De mannen genieten sowieso van de enorme afwisseling die deze vorm van transport biedt, maar, om een voorbeeld te geven, de campagne van de Staatsloterij voor de trekking van 21,5 miljoen euro, zorgde voor een extra glimlach. De goudvis van 17 m hoog en 34 m lang is door het personeel van Blom op het ponton aan hun laad- en loskade opgeblazen. Stef Nauta was de schipper van dienst om het kingsize logo naar het IJ te brengen en 24 uur later weer op te halen. Stef Nauta is als schipper een allrounder met een breed pakket aan subtaken. Hij is een man met een technische achtergrond die een carrièreswitch maakte naar de maritieme sector. 

Stef Nauta kan multitasken. Hij vertelt over zijn werk, ziet alles wat er om hem heen gebeurt en bedient de marifoon. Hij meldt zich bij iedere sector op het water aan bij de autoriteiten. Elk vaartuig heeft een Europanummer, dat correspondeert met de afmetingen en de te vervoeren lading. Het dient de verkeersveiligheid en is nuttig voor een goede indeling in de sluis.

De eerste klus vandaag is een tocht naar Pampus, waar na een weekendevenement over duurzaamheid de Solar Voyager moet worden opgehaald. Een karretje op acht wielen, gemaakt van afvalplastic en aangedreven door zonne-energie; het gaat 30 dagen rondrijden op Antarctica voor het project Clean2Antarctica. We varen met de ‘Nancy’, een duw-sleepboot met een waterverplaatsing van 54 ton, een lengte van 14,52 m, een breedte van 4,30 m en een diepgang van 2 m. Dat laatste is een saillant detail zo vlak voor Pampus. Nog 40 cm en het bootje ligt aan de grond. 

“We varen altijd met zijn tweeën”, vertelt Stef. “Dat is niet alleen nodig voor de veiligheid, maar ook om de koppelingen tot stand te brengen. Dit koppelverband van duw-sleepboot en ponton is 30 meter, dat kan je niet in je eentje.” De duwdraden lopen van de voorkant van het ponton naar de beide zijden in het midden van de ‘Nancy’. Boot en ponton vormen één geheel. “Je moet het zien als een rechte staaldraad. Daar zit geen beweging in. Nu is er weinig wind en het water is rustig. Als het ruwer weer is, zouden we hem slepen”, zegt Stef.

Hoe ben je in de haven terechtgekomen?
“Ik ben begonnen bij machinefabriek Stork. Ik stond daar de hele dag op mijn vierkante meter aan een draaibank te werken, terwijl de bootjes op het IJ langs voeren. Dáár wilde ik zijn. Mijn vader is leraar en heeft als stagebegeleider veel contact met bedrijven. Hij is gaan bellen, waarna er iemand bij ons op bezoek is geweest die over de binnenvaart vertelde. Toen wist ik wat ik echt wilde en ben de matrozenopleiding gaan doen. Eenmaal bij Blom in dienst heb ik alle schipperspapieren gehaald, dus ook mijn groot vaarbewijs, en het vak in de praktijk geleerd.”

Stef heeft altijd al iets met water gehad. Als kind had hij een kano waarmee hij eropuit trok en op zijn negende werd hij lid van de reddingsbrigade. Dat vrijwilligerswerk heeft hij vijftien jaar gedaan.

Hoe zien jouw werkdagen eruit?
“Elke dag anders. Officieel begin ik om 07.00 uur, maar ik ben er altijd al om half zeven, tot ’s middags vier uur. We slepen en duwen drijvende objecten, assisteren zeeschepen en onderhouden de vloot. In de uren dat ik niet voor een opdracht onderweg ben, werk ik aan het onderhoud van de schuiten: schoonmaken, teren, schilderen. We verzorgen ook op- en overslag en daarvoor hebben we een 70-tons-kraan; ik heb ook een diploma kraanmachinist.”

De uiteenlopende opdrachten bepalen per dag de aard van het werk. Stef: “Meestal weten we niet eerder dan een dag van tevoren wat we moeten gaan doen. We komen veel op de nabij gelegen scheepswerven. Daar liggen de zeeschepen ter reparatie in dok en wij dokken ze in en uit. Of ze liggen aan de kade en moeten dan andersom neergelegd worden, zodat de andere kant gerepareerd kan worden. Dan gooien wij ze even om.”

In zijn telefoon bewaart Stef een hele collectie foto’s van uitgevoerde opdrachten. Een smalle gracht in de binnenstad van Amsterdam met aan weerskanten huizen die als het ware de kademuren vormen. Langszij het ponton resten slechts enkele centimeters. Zo brengt hij de bouwmaterialen, wc’s en bouwketen dicht bij de huizen en kunnen de bouwvakkers hun werk vanaf het ponton doen. Er zitten ook mooie plaatjes bij van pontons met reclameobjecten als IAMSTERDAM bij evenementen en platforms voor vuurwerkshows en muziekpodia. Tijdens de tocht wijst Stef mij op elementen langs de oevers als de fietsenstalling op een ponton achter het Centraal Station of het Paleis van Justitie, die hem herinneren aan voorgaande sleepopdrachten. “Voor dat pand hebben we 1200 heipalen van 17 ton per stuk gebracht.” 

En passant is dat vervoer over water een enorme bijdrage aan het terugdringen van CO2, omdat het per ponton vier vrachtwagens van de weg haalt en het verkeer in de binnenstad ontlast. Stef: “Onze motoren draaien op gas-to-liquid-brandstof en dat is veel schoner dan rode diesel”. Even een weetje: GTL is zuivere diesel uit aardgas en vermindert de uitstoot met onder andere 74 procent zwaveldioxide, 20,7 procent fijnstof en roetstof en 8,9 procent stikstofoxide. De motoren hebben een betere verbranding en zijn 3 dB(A) stiller.

Hoe zie je de toekomst?
“We zitten in Amsterdam met ongeveer acht van dit soort bedrijven en er is volop werk. Doordat onze werkwijze goed past in het algemene groene beleid zie ik dat ook blijven. Zelf denk ik het tot mijn pensioen makkelijk uit te kunnen houden. Het is geen zwaar werk. We maken gebruik van heftrucks en hijskranen en werken met Dyneema duwdraden. Die zijn twaalf keer zo sterk als staal en veel lichter. De vrijheid die je hier hebt op het water, de afwisseling van varen, bedienen van de kraan, sleutelen aan motoren en verven maken de baan veelzijdig. Het is een beetje rommelen. Heerlijk!”

Wat schenkt de meeste voldoening?
“Assisteren van zeeschepen, omdat het zo spannend is en je niet weet wat je kan verwachten. We hebben bijvoorbeeld de “Stadiongracht” van Spliethoff gesleept in het Noordzeekanaal. In contact met de loods hebben we het schip in positie gebracht. Met een sleepboot zijn we er vlak voor gevaren en hebben het vastgemaakt en weggesleurd. Een kolos van 173 meter. Dat voelt als de Python in de Efteling. Wat ook fantastisch is: Sail Amsterdam. De laatste keer hebben we de “Esmeralda” vastgepakt en omgegooid. Het schip moest omdraaien naar zee, terwijl alle plezierbootjes kriskras om ons heen voeren en lagen. Zo gaaf!”

Op de retourtocht van Pampus naar Pier Afrika komt er een telefoontje van kantoor dat er bij aankomst een nieuwe opdracht klaarligt. Op de Oranjewerf ligt Pont 8 van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf van Amsterdam. Het schip moet met de andere zijde naar de kade. “Even omgooien”, in het jargon van Stef Nauta.

Auteur: Lydia Gille

Deel dit bericht op