Het zijn teamplayers, weten van aanpakken en zijn niet bleu; de mannen van de Hollandse Visveiling IJmuiden B.V.. Vele vissersboten brengen van maandag tot vrijdag de vis aan land. De factorijen, de bemiddelaars tussen de vissers en de veiling, zien toe dat de vissen op zee goed gestript en op vissoort uitgesplitst worden en leveren de mankracht in de veilinghal om verdere uitsortering naar maat en – bij de duurdere vissen – op gewicht uit te voeren voor de verkoop. Dan begint de handel eerst met een schouw van de kopers, vervolgens de veiling via de klok en tot slot de toewijzing en afvoer naar de klanten, waarover de visveiling de regie voert.
Dankzij internet is de markt groter, sneller en opener geworden. Vrijdag is de drukste dag; dan zitten er circa 40 mensen in de mijnzaal en nog circa 95 extra ‘thuiskopers’ online vanuit Nederland, België en Frankrijk.
Joury Groen is op het moment van dit gesprek net één dag in functie als bedrijfsleider. In het veilingpand aan de Halkade in IJmuiden staat hij echter al 20 jaar. Gestart in de factorij waar zijn vader leiding gaf, na zeven jaar overgestapt naar de veiling, daar alle facetten van het werk onder de knie gekregen en nu bedrijfsleider. Joury Groen: “In de ontwikkeling van de veiling zit vooruitgang die doorgaat en me uitdaagt. Ik ben echt nieuwsgierig naar wat er komen gaat”.
Hollandse Visveiling IJmuiden verwerkte het afgelopen jaar 16 miljoen kilo vis. Dat doet het met zeven vaste krachten en een of twee uitzendkrachten, die er ook bijna elke dag zijn. Joury vertelt dat hij werkt met een heel trouwe ploeg die altijd paraat staat. Dat komt, denkt hij, omdat Zeehaven IJmuiden N.V. , het moederbedrijf van de visafslag, een goede werkgever is. “Mijn collega die gisteren is afgezwaaid, werkte hier 48 jaar en de anderen al in de dertig jaar. Nu verjongt het en ik heb er een nieuwe medewerker bij waar ik heel blij mee ben. Ik ben nu bezig hem het vak van mijnen te leren. Leren afslaan, leren verkopen is een kwestie van ervaring, omdat je er een gevoel bij moet ontwikkelen.”
“Kom maar bij mij werken”
Joury heeft mavo en havo gedaan, maar wist echt niet wat hij wilde, waarop zijn vader zei: ‘Kom voorlopig maar bij mij werken’. “In vakantietijd had ik natuurlijk weleens geholpen en gedacht oké, dat is toch wel leuk werk. Het is een ruig wereldje en als jonge jongen trekt dat wel aan. Bovendien waren de verdiensten best goed, vooral het nachtwerk. Ik heb elk uurtje gepakt dat ik pakken kon en zo heb ik wel een paar uurtjes gemaakt”, zegt hij met gevoel voor understatement. Zo heeft Joury van zijn 18de tot zijn 25ste bij de factorij gewerkt en haalde hij intussen zijn middenstandsdiploma. “Maar”, vertelt hij, “je hebt geen zekerheden. Is het druk, verdien je goed, is het niet druk heb je niks”.
“Op een gegeven moment zochten ze bij de veiling een toewijzer die afstapelt, dus die de verkochte vis in kisten bij elkaar zet met kaartjes erop met de gegevens van de kopers en de vis. Mijn vader had allemaal contacten in die veilingwereld en heeft mij daarvoor ongevraagd opgegeven en dat is de reden waarom ik hier zit. Daar ben ik hem nogal dankbaar voor”, zegt Joury met een brede glimlach. Niet alleen het goede salaris beviel hem, ook de zekerheid en niet meer ’s nachts werken was prettig.
Joury kreeg ook schoonmaakwerkzaamheden te doen en administratie. Weer later werd hem gevraagd te gaan mijnen. Hij werd een allrounder. “Zo willen we de mensen nu aannemen: overal inzetbaar. Lekker afwisselend; dat werkt zeer prettig.”
Het spel met de klok
Een veilingklok is vandaag de dag een beeldscherm met daarin een weergave van de klok en omringd door informatievakken over onder meer de boten met hun aanvoer van de dag, de laatst betaalde prijzen en zelfs informatie van afslagen uit Denemarken. En een buffervak; dat zijn de laatste acht verkopen, waarop de kopers kunnen terugkomen als ze een vergissing hebben gemaakt. “Een vergissing is menselijk en ik voel wel aan of het klopt als ze bellen, of ik zie het al aan de afgeslagen prijs”, zegt Joury. Is de aankoop uit het buffervak verdwenen, is de prijs definitief.
De verkoop gaat digitaal, maar de veilingmeester begeleidt dat mondeling. Joury: “Ik roep elk portie bij de soort per boot op via de microfoon. Te beginnen bij tong, dan tarbot, schol en bijvis.” Bij de volgende boot opnieuw.
Hij legt uit dat hij hulp heeft van het volledig geautomatiseerde internet verkoopsysteem Pefa, dat de laatste prijzen van hetzelfde artikel weergeeft. “Maar het begint toch altijd bij jezelf”, zegt hij. “En daarom houd ik prijsschommelingen ook handmatig bij, want je hebt te maken met stijgende en dalende prijzen, verschillende kwaliteiten, je eigen gevoel en geruchten om je heen. Dat is het spel waarin je je moet mengen. ’s Morgens sta ik blanco in de verkoop. Ik wil scherp beginnen, maar ik moet me ook indekken qua prijs. Ik zit er om zo veel mogelijk voor de aanvoerder van de vis te verdienen en wil zorgen dat de handelaren in de mijnzaal een soepele afslag hebben. Niet dat ik 10 euro boven de prijs ga zitten, zodat het heel lang duurt. Met ondersteuning van het verkoopsysteem ga ik uiteindelijk op mijn gevoel af en dan kijken of ik dat prijsniveau kan halen.”
Hoge kwaliteit en supervers
De Hollandse Visveiling IJmuiden levert verse en superverse vis. A-kwaliteit is verse vis; op zee goed in het ijs gehouden. E-kwaliteit met de E van Extra, komt veelal van kleine bootjes, die slechts één of enkele dagen op zee zijn geweest. “Er is wel B-kwaliteit, maar die komt weinig voor”, zegt Joury. “De kwaliteitsbeoordeling is een taak die we erbij hebben gekregen. Eerst deed het door de visserij betaalde Productschap de keuring, toen is het naar de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) gegaan en tegenwoordig moeten de afslagen het zelf doen met een steekproefsgewijze rol voor de NVWA. Ik vind dat lastig, want wat de één goede kwaliteit vindt, vindt de ander niet goed.” Hij voegt er aan toe, dat het ook voordelen heeft, want “met een goede kijk, kun je de klachtenbehandeling beter afwikkelen”. Joury heeft met zijn collega’s een cursus kwaliteitsbeoordeling gevolgd. “Kwaliteit herken je aan reuk en zicht”, leert hij mij. “In de kieuwen kun je ruiken of de vis vers of muf is. Aan het uiterlijk kun je zien of het slijm helder is, er geen kale plekken op zitten en de kieuwen niet al donker maar juist helder rood zijn; de vis hoort lijkstijf te zijn, dus niet slap.”
Kersverse bedrijfsleider
Informatie verzamelen en op de site zetten, de markt volgen, de klok bedienen, het sjouwwerk van de toewijzing uitvoeren, de administratie afwikkelen, de besommingsbrieven voor de vissers opstellen, de eventuele klachten afhandelen en tot slot “met de slang in de hand ouderwets spuiten” om de hal weer spic en span te maken, Joury doet het allemaal. “Lekker rouleren. Onderling met de collega’s is het prettig. Ik heb het gewoon verschrikkelijk naar mijn zin hier.” En de toekomst? “Ik ben niet zo iemand die zegt: ik wil de grootste van Nederland worden. Ik wil graag dat alle partijen tevreden zijn. Ik wil wat meemaken, een verandering. We zijn laatst naar sorteermachines gaan kijken, want ik vind de sorteertafels, eerlijk gezegd, middeleeuws. In het verleden hebben we het al eens geprobeerd, maar die proef is mislukt. Ik ben altijd wel vooruitstrevend. Misschien is dat mijn ambitie wel. Dat ik denk: het kan anders, beter.”