Amsterdams Scheepvaartmuseum ook weer voor de serieuze bezoeker

Geen zorgen, voor families met kinderen zal het Scheepvaartmuseum in Amsterdam altijd een fantastische attractie blijven, verzekert directeur museale zaken Vera Carasso. Maar vanaf nu moet ook de serieuzere bezoeker weer volop aan zijn trekken komen als hij op zoek gaat naar het verhaal achter de groei en bloei van dat kleine landje aan de Noordzee tot wat ooit een maritieme wereldmacht was. Het museum heeft hiervoor heel veel verborgen schatten uit het depot gehaald. ‘U zult verbaasd zijn wat wij nu laten zien,’ verzekert ons Carasso.

Met een nieuwe hoofdgalerij met de tentoonstelling Republiek aan Zee wil het Scheepvaartmuseum laten zien hoe Nederland als maritieme natie is gevormd. Aan de hand van ruim vijftig topstukken vertelt het Scheepvaartmuseum het verhaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in de 17e en 18e eeuw. Deze periode van veel oorlogen, opkomst en bloei zou de geschiedenis ingaan als de Gouden Eeuw. De tentoonstelling Republiek aan Zee vormt de nieuwe Hoofdgalerij en is daarmee het nieuwe startpunt van het museumbezoek. Het laat zien hoe sterk de maritieme wereld en de Nederlandse samenleving al eeuwenlang verbonden zijn.
Na de grootschalige verbouwing van het voormalige Arsenaal (wapenopslagplaats) van de Admiraliteit van Amsterdam in 2011 heeft het Scheepvaartmuseum volgens Carasso veel succes gehad als laagdrempelig museum gericht op families met kinderen. De tentoonstellingen in de oostvleugel van het imposante, perfect vierkante gebouw blijven hiervoor gereserveerd. Maar de museumdirectie had, vooral met de kennis van wat er allemaal voor moois in het depot lag opgeslagen, het gevoel dat de historische collectie en het verhaal van de Republiek als maritieme natie wat te veel op de achtergrond verkeerde.

Weer meer in evenwicht
Met de nieuwe permanente tentoonstellingen Republiek aan Zee en de tegelijk hiermee geopende nieuwe presentatie Cartografie & Curiosa, die vooral laat zien hoe Nederlandse zeevaarders vanaf de 17e eeuw hun weg vonden en op welke wijze deze reizen het Europese wereldbeeld bepaalden, is volgens de directeur museale zaken Carasso het Scheepvaartmuseum weer meer in evenwicht. Naast een attractie voor de hele familie kan het museum hiermee ook weer laten zien dat het een echt kennisinstituut is met heel veel informatie en museumstukken die een goed beeld geven van hoe het er in het Nederland van de 17e eeuw aan toeging.
De beide tentoonstellingen werden donderdagavond 9 mei op feestelijke wijze geopend met alle medewerkers en genodigden van onder andere de fondsen die de herinrichting met de nieuwe tentoonstellingen mogelijk hebben gemaakt. Deze fondsen zorgden er ook voor dat het Scheepvaartmuseum drie belangrijke nieuwe aanwinsten in de tentoonstelling Republiek aan Zee kon opnemen. Dat betreft een schilderij, Zicht op Recife, geheten, de hoofdstad van de kolonie van de West-Indische Compagnie in Brazilië, een portret van vlootvoogd Maarten Harpertszoon Tromp, en een Chinees beeldje van een Afrikaanse man die een Europese koopman rond 1720 in China heeft laten maken. In dit beeldje zijn typisch Chinese stijlelementen zichtbaar zoals de rok en lotusblad, terwijl de zon op het voorhoofd verwijst naar het Afrikaanse continent. De gouden halsband is echter een duidelijke – Europese – verwijzing naar de slavernij.

Zogeheten Driehoekshandel
Deze slavenhandel was onderdeel van de zogeheten driehoekshandel of driehoeksvaart, de handel tussen Europa, Afrika en Amerika en Afrika. Schepen vertrokken uit West-Europa met als handelswaar vooral vuurwapens, buskruit, ijzer en textiel. Die werd in West-Afrika met de plaatselijke machthebbers en Afrikaanse en Arabische slavenhandelaren geruild voor slaven, goud en ivoor.
Vanuit West-Afrika vertrokken Hollandse, Britse en Franse schepen met slaven vervolgens via de Middenpassage naar met name het Caribisch Gebied en Noord-Amerika. Zuid-Amerika was met uitzondering van een stukje Hollands Brazilië het domein van de Spanjaarden en Portugezen die ook in slaven handelden. De omstandigheden van de slaven waren tijdens de reis erbarmelijk en velen stierven. De slaven werden in Amerika verkocht als plantagearbeiders. De schepen vertrokken uit Noord-Amerika en het Caribische gebied naar West-Europa met luxegoederen zoals suiker, rum, koffie, katoen, zilver en tabak.

Opkomst Amsterdam
De tentoonstelling Republiek aan Zee gaat over de cruciale rol van water in de geschiedenis van de Republiek. Dankzij de voorspoed uit de maritieme handel maakten Nederlandse steden een grote groei door. Vooral Amsterdam ontwikkelde zich tot een havenstad met wereldwijde betrekkingen. Terwijl elders in Europa de adel en de kerk het voor het zeggen hadden, trokken in de Lage Landen de kooplieden aan de touwtjes. Zij dreven handel tot in alle uithoeken van de wereld en droegen zo bij aan een stijgende welvaart. De Amsterdamse (invloed)rijke elite liet zich graag voornaam portretteren, zoals in 1654 Isaac Sweers en Constantia Bloemaart. Hij maakte carrière binnen de vloot en werd uiteindelijke vice-admiraal. Zij kwam uit een vooraanstaande Antwerpse familie die naar Amsterdam was verhuisd en zichtte zich onder meer op het besturen van liefdadigheidsinstellingen.

Maritieme cultuur
De wereldwijde handel zorgde ook voor de opkomst van een maritieme cultuur. Water speelde een grote rol in het leven van veel inwoners van de Republiek. Kooplieden, admiralen en kapiteins gaven kunstenaars opdracht schilderijen te maken van hun schepen op verre kusten of tijdens succesvolle zeeslagen. Er ontstond een nieuw genre: de zeeschilderkunst. Daarnaast zochten de rijksten voor hun plezier het water op. Zij zeilden in een jacht naar hun buitenhuis of voeren mee in spiegelgevechten. Een voorbeeld hiervan is het schilderij Spiegelgevecht o p het IJ door Abraham Storck (circa 1700). Het grootste object uit de tentoonstelling is een Zaans tentjacht uit circa 1760-80 waarmee welgestelde burgers pleziertochtjes maakten op de binnenwateren.
De grote welvaart had ook een keerzijde. Nederlandse schepen van de Vereenigde Oostindische Compagnie en de West-Indische Compagnie vochten zich letterlijk een weg naar Azië en Amerika. De economische groei van de Republiek ging ten koste van het welzijn van andere volken en leidde tot koloniale overheersing en slavernij. 

Nadagen van de Republiek
In de tweede helft van de 18e eeuw groeide de Nederlandse economie minder hard dan die van de omringende landen. Tegelijkertijd bleef het handelsnetwerk nog twee eeuwen in stand. Vooral internationale politieke ontwikkelingen hadden een negatief effect op de Republiek. Het laatste deel van de tentoonstelling gaat over de nadagen van de Republiek. De tentoonstelling eindigt met een model van de Koningssloep, als symbool van de vooruitblik naar het koninkrijk dat in 1813 werd gesticht. De echte Koningssloep buiten aan de museumsteiger is voor de bezoeker een logisch vervolg op de tentoonstelling Republiek aan Zee. 

Cartografie en curiosa
De tentoonstelling Cartografie & Curiosa brengt de ontwikkeling van cartografie en de ontmoeting met een nieuwe wereld in beeld. Vanaf het begin van de zeventiende eeuw waagden Nederlandse zeelieden zich steeds verder van huis. Hun bevindingen van onbekende gebiedsdelen vormt de basis voor kaartmateriaal dat steeds verfijnder wordt. Er was aandacht voor de kleinste details en de schoonheid van de illustraties maakt elke kaart een kunstwerkje op zich. De kaarten, die behoren tot de topcollectie van de wereld, vertellen veel over de reizen die werden gemaakt en over de wetenschap van de cartografie. De bezoeker gaat aan de hand van deze eeuwenoude kaarten ‘op reis’ naar de locaties die de Nederlandse geschiedenis vormden: Zuid-Afrika, Indonesië, Japan, Australië en Brazilië. De spectaculaire wandkaart van Amsterdam van Pieter Bast uit 1597 vormt het startpunt. 

Pronken zonder schaamte
Het tweede deel van de tentoonstelling omvat het curiositeitenkabinet: een schatkamer vol oogstrelende objecten, die werden meegenomen en de onbekende wereld – letterlijk – in huis haalden. Voorwerpen zoals kokosnoten en nautilusschelpen waren zeldzaam en werden als pronkstukken meegebracht. Ze waren zo kostbaar dat ze werden voorzien van een zilveren of gouden montuur. De prachtige verzameling curiositeiten in de tentoonstelling bevat een groot aantal – nog nooit eerder geëxposeerde – objecten uit een privécollectie. 

Fondsen
De presentaties zijn mede mogelijk gemaakt door de BankGiro Loterij, het Mondriaanfonds, de P.W. Janssen’s Friesche Stichting, de Samenwerkende Maritieme Fondsen en Het Compagnie Fonds. Het Scheepvaartmuseum laat zien hoe water werelden verbindt. Het museum presenteert topstukken uit één van de meest vooraanstaande maritieme collecties ter wereld. Met 350.000 bezoekers per jaar bevindt het museum zich in de top 5 van de meest populaire, leerzame dag attracties van Nederland en is daarmee een trekpleister voor binnen- en buitenlandse bezoekers. 

Auteur: Antoon A. Oosting

Deel dit bericht op