Havenberoepen

Opera op een oude sleepboot. Een drijvend theaterpodium op een historische plek. Een uniek fenomeen op een unieke locatie in het Lloydkwartier bij Delfshaven in Rotterdam. De kapiteinshut is de oefenruimte voor het befaamde Rotterdams Jongenskoor. Motorsleepboot Fighter ligt afgemeerd in de Schiehaven en wordt omringd door mooie staaltjes stadsvernieuwing; fraaie moderne en oude architectuur. Het Scheepvaart- en Transport College, de Energiecentrale en het Maaskantgebouw. De laatste als toonbeeld van de nieuwe zakelijkheid uit de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Er staat ook nog een oude havenkraan op de voormalige werf waar ooit een leer-werkproject liep voor de bouw van een replica van het linieschip Delft. En pal ernaast het Lloyd Multiplein, een open plek waar wijkbewoners elkaar treffen bij evenementen. Motorsleepboot Fighter is in 1977 in België gebouwd en werd tot 2007 ingezet voor redding en sleepdiensten. Het vaartuig heeft zelfs een historisch wapenfeit op zijn naam. De sleepboot was als eerste bij de gekapseisde Herald of Free Enterprise op 6 maar 1987 bij Zeebrugge en wist tientallen drenkelingen te redden. In 2007 kreeg Cor Flach, naast Marco Kalkman mede-oprichter Stichting Intorno Ensemble, een lumineus idee: de Fighter redden van de sloop en inzetten voor leer-werkprojecten en een vast podium voor openluchttheater. Cor Flach: “De Gemeente Rotterdam zou de schoonheid ervan moeten zien. We willen benut worden door de buurt, want het is ook leuk als er andere dingen aan boord gebeuren.”

In een scheepskrant had Cor gelezen dat in het Kanaal Gent-Terneuzen sloopschepen lagen. Hij ging kijken en zag daar een oude man in tranen aan de kade, want “nou gaan ze haar slopen”. En Cor dacht: ‘Gaan ze haar slopen?’ “Ik zag het achterdek en ik dacht, die moet ik hebben. Het toeval wilde, dat een van onze bestuursleden cultureel attaché was voor Denemarken in de Benelux. Zij zat in Brussel, dus ik heb haar gebeld en gezegd ‘Joh, ik heb een Belgische boot gezien en kan jij zorgen dat ik snel aan tafel kom daar’. Dat ging verrassend makkelijk, want zij zat ook in het bestuur van de Deense kerk en een medebestuurder daar werkte in de haven van Antwerpen. Een week later zat ik aan tafel en het enige wat ze zeiden was ‘Potverdorie, waarom moeten die Rotterdammers nou weer met zo’n goed idee komen. Waarom kunnen ze dat in Antwerpen niet verzinnen?”.
Smit uit Rotterdam was toentertijd in overnamegesprek met de eigenaar en het bestuur van Intorno ging praten. Met succes, want Smit stuurde een inspecteur en die concludeerde dat de boot prima was. De motor was versleten en een schip dat altijd in zout water heeft gelegen vraagt extra onderhoud. Maar, voor het doel van een dobberende theatervloer en een leer-werkplek voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, heel geschikt.

Krappe kas
De Fighter dankt haar nieuwe bestaan voor een belangrijk deel aan de vaardigheden en inzet van Cor Flach, die met onderhoudswerk mensen begeleidt naar een waardige positie in de maatschappij. Mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt als voortijdige schoolverlaters, arbeidsgehandicapten, vluchtelingen en een andere categorie: de MDT’ers, de maatschappelijke diensttijd.
Voorman in het scheepsonderhoud, re-integratiewerker, sociaal werker, jeugdwerker, penningmeester bestuur, pr-officier, fondsenwerver; als projectleider Fighter is en doet Cor Flach het allemaal. Elke discipline vraagt een bijzondere kwaliteit. “De focus ligt nu op arbeidsgehandicapten, toegeleid door Reakt, een onderdeel van de Parnassia-groep”, legt Cor uit. “Deze meest jonge mannen, soms een vrouw, mogen geen druk hebben of stress. Dan is dit een leuke plek natuurlijk. Ik start met koffie en vraag of ze al zin hebben. ‘Kom op’, zeg ik dan, ‘ketelpak aan, we gaan beginnen’. Ik neem ze mee, zodat ze zelf gaan nadenken, verantwoordelijkheid nemen en initiatieven tonen”.
Toen de wijk nog een deelgemeentebestuur had, kwam er steun, moreel en financieel. Er kwam geld binnen van het fonds Instituut GAK en voor de vluchtelingen ontving de stichting geld van het Oranjefonds. Smit steunde in natura toen het schip versleept moest worden, verffabrikanten als Sikkens en Jotun leverden scheepslak. “We hebben altijd moeten schipperen, maar we zijn wel gewend om met weinig middelen toe te kunnen. Nu zijn we keihard aan het sparen voor een dokbeurt, want dat is nodig, zoals je kunt zien. Jotun heeft de lak toegezegd. Voor de dokbeurt zelf zoeken we nog aanvullende sponsoring.”
Vrijwilligers voor het onderhoud zijn meer dan welkom, zeker vakmensen, want Cor heeft zijn handen vol aan de begeleiding. “We hebben een paar gepensioneerden. Dat is voor mij heerlijk, want zij weten wat ze moeten doen. Daar heb ik geen omkijken naar. We hebben nu een lasser en daar kun je iemand bij zetten om te begeleiden. Helemaal goed!”

Bindmiddel van de buurt
Cor Flach was eerst bezorgd dat buurtbewoners bezwaar zouden maken tegen de herrie soms bij het roestbikken, maar het tegendeel is waar. Het schip wordt vaak gefotografeerd, kantoormensen komen de werkzaamheden gadeslaan als ze hun boterham aan de waterkant eten en buurtbewoners blijken vanuit hun appartement te genieten van hun aanblik. Cor vertelt over een uitgestelde vakantie en een telefoongesprek terwijl hij op de fiets zat: “Belde een vrouw op. ‘Ja, mijn man is overleden.’ Ik kende die vrouw helemaal niet. Drama natuurlijk. Gecondoleerd, maar waarom belt u míj nou? ‘Ja, hij was zo gek op die boot.’ Welke boot? ‘Fighter! Hij wil eigenlijk zijn uitvaart daar hebben.’ Ja, als dat zijn laatste wens was, wie ben ik dan om nee te zeggen. Nou, doe maar. Ik ga wel een dag later op vakantie. Catering hadden ze gelukkig zelf geregeld. Een bootje van het Scheepvaartmuseum met die kist. En allemaal bloemetjes. Mooi weer. Toespraken. Het was een hele mooie uitvaart. Echt indrukwekkend.”
En zo zijn er meer samenbindende factoren. Cor: “Met de kermis op het Lloyd Multiplein staat hier altijd een rijdende school voor de kinderen van de kermisklanten. Die zitten altijd op de kermis en komen nooit op een boot. Ik geef een rondleiding voor die kinderen en dat vinden ze helemaal te gek. Die komen ook al tien jaar aan boord, want die juffrouw zegt, ‘hé, ben je er weer? Leuk.’ Zo hoort het te werken en zo werkt het ook. Nu moet de gemeente het nog zien.”

Jaarlijks een nieuwe opera
Intorno, Italiaans voor rond of rondom, is in 1993 begonnen als clubje studenten van het Rotterdams Conservatorium. Behalve een operakoor kende de stad geen platform voor opera. Marco Kalkman nam het initiatief om die leemte op te vullen. Het schip biedt plaats aan 100 mensen. De mix van opera en het water is een van de charmes. Het zijn intieme, kleinschalige voorstellingen, want je zit bovenop de zangers. Een vaste kern van Rotterdammers komt regelmatig terug. Dit is iets van Intorno buiten de reguliere opera’s om.
Marco Kalkman is componist, toetsenist en dirigent van het Rotterdams Jongenskoor. Samen met Rotterdamse librettisten schrijft hij ieder jaar de muziek voor een nieuwe opera. Voor 2020 schrijft hij samen met librettist Arie Vuyk een opera voor het herinneringsjaar van de Pilgrimfathers, getiteld Pilgrim Girls. De locatie is buitengewoon passend. De Pelgrimvaders zijn immers in 1620 vanuit de Schiehaven naar De Nieuwe Wereld vertrokken. “Er ligt een enorme historie”, zegt Cor. “De Rotterdamse Lloyd was hier gevestigd. Nagenoeg alle immigranten uit de Molukken zijn hier aan wal gestapt. De hele slavenhandel werd op deze plek geregeld. Dat is onbekend bij het grote publiek en daarom willen we daar iets mee doen in de vorm van een kunstwerk ofzo, al dan niet verbonden met die boot, zodat we dit gebied kunnen duiden. Mijn droom? Een rustpunt: Maaskantgebouw, havenkraan en dit schip vormen een mooi plaatje en geeft zo’n buurt smoel.”

Auteur: Lydia Gille

Deel dit bericht op