Vloot is onderdeel van het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) dat deel uitmaakt van de Vlaamse overheid. Het agentschap telt naast Vloot nog drie andere operationele entiteiten die bijdragen aan veilig en vlot scheepvaartverkeer, namelijk afdeling Kust, afdeling Scheepvaartbegeleiding en Loodswezen. Vloot is een rederij gespecialiseerd in overheidsvaartuigen. De vaartuigen worden ingezet op zee en langs de kust tot in Vlissingen, in het Scheldegebied en op het kanaal Gent-Terneuzen.
Kapitein Kevin Depuydt is ‘operations manager Kust’ en functioneert als coördinator en eerste aanspreekpunt op het operationele niveau voor de kust. Dat wil zeggen, de 20-tal schepen die hij in Oostende onder zijn hoede heeft, moeten technisch perfect in orde zijn en ingezet worden met de juiste bemanning volgens de gangbare standaarden. Ook is Kevin het aanspreekpunt voor de vele klanten en partners. Uiteenlopende problemen van alle aard (technisch, personeelsgerelateerd, …), worden door de dienst ‘operations’ aangepakt. Kevin Depuydt: “Ik ben het directe aanspreekpunt aan de wal voor alle schepen inclusief hun klanten voor de kust. Afhankelijk van de urgentie van gebeurtenissen, kom ik nadrukkelijker op de voorgrond. Betreft het een technische uitval van een vaartuig met kritische dienstverlening, dan dringt een snelle oplossing zich op en is er ook sprake van teamwork met mijn directe leidinggevende en andere collega’s.”
De functie van walkapitein vergt een permanente bereikbaarheid. Zijn belangrijkste werktuig is zijn mobiele telefoon. Moeiteloos schakelt Kevin van dienstbaarheid aan de scheepvaart naar interview over de inhoud van zijn werk. Aangezien geen dag hetzelfde is, laat hij aan de hand van een voorbeeld zien.
“De Sirius, een van onze jongste schepen in Oostende, was onlangs betrokken bij een incident waarbij het een noodmaneuver moest uitvoeren om een aanvaring met een onvoorzichtige vissersboot te vermijden. De kapitein belde mij met de melding; ‘ik heb een probleem’. Dan is het mijn taak hem primair gerust te stellen en hem de standaard korte instructie te geven: check uw bemanning, kijk of het schip lekt en stuur twee mensen naar beneden. Kijk wat u kunt doen en meldt u direct als er problemen zijn. Dan rapporteer ik aan mijn directe leidinggevende, namelijk de directeur operations en technische dienst, en de algemeen directeur die finaal beslist om al dan niet een Emergency Response Team (ERT) samen te roepen. De samenstelling van een ERT-team is afhankelijk van het noodgeval. In dit geval bleef de ernst van de situatie beperkt waarbij geen sprake was van olievervuiling of gewonden. Bij ernstige incidenten moet er opgeschaald worden en betreft het een federale en gewestelijke kwestie waarbij veel meer partners betrokken zijn en het algemeen nood- en interventieplan voor de Noordzee (ANIP) in werking kan treden onder directe leiding van de gouverneur.
Voor het incident met de Sirius zijn we met een beperkte groep van experts gaan samenzitten om het noodzakelijke te bespreken, te achterhalen wie er gecontacteerd moest worden; de familie van de opvarenden bijvoorbeeld. We kijken of er transport nodig is, of er gewonden afgevoerd moeten worden, de verzekering ingeschakeld; allerhande vragen die zich voordoen. De nodige personen worden verwittigd, maar ik ben steeds degene die rechtstreeks communiceert met het schip om verwarring te vermijden. Mijn directe leidinggevende en de algemeen directeur zijn ter plaatse gegaan en ondertussen sta ik in constante verbinding met de kapitein van de Sirius over de ontwikkelingen en het verdere verloop. Ook kapitein Réjane Gyssens van het MRCC (afdeling Scheepvaartbegeleiding/MDK) was ter plaatse om het incident mee in goede banen te leiden.
Toen het water zakte, maakte de Sirius slagzij. Ook dan stel ik de mensen aan boord op hun gemak en leg ik uit hoe we het schip willen vlot trekken. In dit geval was het plan opgevat te wachten op hoogwater. We hebben een extra schip geregeld dat stand-by lag om te helpen lostrekken. Ondertussen blijven opletten of er geen lekken zijn of komen, want als je een schip lostrekt, bestaat er altijd een grotere kans op schade. Eenmaal op sleep hebben we een ligplaats afgesproken om af te meren en werd alles geregeld om de schade vast te stellen, maar ook om de mensen aan boord op te vangen. De hele operatie werd in minder dan acht uur afgehandeld.”
Karaktervormend
Kevin Depuydt startte een studie burgerlijk ingenieur, maar ontdekte al snel dat een onderwijsmethodiek van reproduceren in plaats van oplossingsgerichte systematiek op basis van inzicht hem niet aansprak. Hij stopte en had het plan opgevat om te gaan werken. Zijn ouders waren daar niet blij mee en riepen de hulp in van een ex-marineman. Die wist een vonk over te brengen en Kevin deed toelatingsexamen voor een zeevaartopleiding aan de Hogere Zeevaartschool in Antwerpen. Kevin: “Een opleiding waar de vrouwen trouwens wat ondervertegenwoordigd waren. Ook een studie die algemeen voor een grote selectie zorgt, van 130 naar 12 studenten op vier jaar. Die vinden hun weg naar de maritieme sector, al kiezen de vrouwen eerder voor een functie aan de wal.”
De zeevaartschool is karaktervormend. Enerzijds de opleiding die in tegenstelling tot reguliere universiteiten bijvoorbeeld alle wiskunde in het eerste jaar stopt, alle fysica in het tweede jaar; want dat vergt doorzettingsvermogen, waardoor wellicht de afvalrace in het eerste jaar valt te verklaren. Anderzijds de jaren op zee, waarbij de kandidaat een route doorloopt van matroos naar derde, tweede, eerste stuurman en dan pas in aanmerking kan komen als kapitein. “De gelegenheid voor promotie moet er ook zijn”, zegt Kevin. “Ik heb zelfs twee keer een promotie afgewezen, omdat die naar mijn gevoel te vroeg kwam.” Na acht jaren varen en volledig bevoegd te zijn als Master all ships, volgens de Standard of Training Certification and Watchkeeping, het handboek voor internationale zeevarenden, koos Kevin voor zijn gezin en vond hij een baan bij de federale overheid als scheepvaartinspecteur, waar hij zijn kennis met uitgebreide wetgeving verbreedde. Toen na drie jaar de uitdaging wat zoek was, koos hij voor deze job, die meer dan voldoende uitdaging blijft bieden.
Ruim baan voor vrouwen
“Vroeger was een kapitein een schipper naast god”, vertelt Kevin. “Een autoriteit op grond van zijn functie. Nu vergt het vak analytisch denkvermogen, inzicht, daadkracht, administratieve vaardigheden en een groot verantwoordelijkheidsbesef. Bovenal is de kapitein van nu sociaal voelend, wat nodig is om zijn bemanning mee te krijgen.
Aan het hoofd van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust staat Nathalie Balcaen. Ook bij afdeling Kust en afdeling Scheepvaartbegeleiding staat een vrouw aan het hoofd. In mijn team van zes mensen zitten vier vrouwen, maar de verhouding in het agentschap dat afgerond 1300 medewerkers telt waarvan het merendeel een varende functie heeft, is nog slechts 10 procent vrouw en dat zien we graag anders.”
Kevin vindt zijn voldoening in het werk dankzij de grote diversiteit en operationaliteit van de dienst. “Ik kan snel inspelen op problemen. Tijdig signaleren en structureel oplossen zodat problemen niet meer voorkomen, is evident en creëert loyaliteit. Daarbij is het menselijk contact van matroos tot algemeen directeur belangrijker en intenser geworden en wezenlijk anders dan toen de operationele dienstchef alleen voor de grote problemen werd ingeschakeld en de dagdagelijkse zaken in de lagen eronder werden afgehandeld.”
Qua functies verwacht Kevin Depuydt geen grote veranderingen. “We blijven diensten verlenen, maar gaan wel mee met de ontwikkelingen in de maatschappij.” Het werk is fysiek minder zwaar geworden en daarvan getuigt zijn mobiel, waarmee hij de mensen voor wie en met wie hij werkt op koers houdt.