Met afgelopen jaar opnieuw een gestage groei van de overslag, werkgelegenheid en gronduitgifte heeft de haven van Moerdijk de crisis van begin van dit decennium al enige tijd achter zich gelaten. Maar als het meezit, beleeft Havenbedrijf Moerdijk dit jaar misschien wel een doorbraak als de Raad van State naar verwachting komend voorjaar na jaren van vertraging eindelijk het Provinciaal Inpassingsplan voor het Logistiek Park Moerdijk (LPM) goedkeurt. Havendirecteur Ferdinand van den Oever heeft in ieder geval vertrouwen in een goede afloop van de procedure.
Met een goedgekeurd inpassingsplan kan het Havenbedrijf Moerdijk starten met de verdere ontwikkeling van het terrein dat reeds enige tijd met zand is opgehoogd om de bodem te verstevigen (voorbelasting). Zodra dat proces is afgerond kan met de aanleg van de infrastructuur van wegen en leidingen worden begonnen. Het LPM is van groot belang voor het behoud van de nationale toppositie van de regio West-Brabant als Logistieke Hotspot. Met het LPM krijgt Havenbedrijf Moerdijk namelijk de beschikking over 142,2 ha uitgeefbare grond. Daarmee zouden naar schatting 6000 nieuwe arbeidsplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Dat is bovenop de bijna 18.000 banen die het bestaande havengebied biedt. Vorig jaar steeg de werkgelegenheid in het Moerdijkse havengebied met een gezonde 3,7 procent naar 17.983 banen, onderverdeeld in 9.308 directe arbeidsplaatsen en 8.675 indirecte arbeidsplaatsen. Dat is allemaal te danken aan andermaal een goed jaar waarop het Havenbedrijf Moerdijk kan terugkijken. Er werd 7,1 hectare aan grond nieuw uitgegeven en 22 hectare strategische reserve bij bedrijven ingevuld. Er konden zestien nieuwe bedrijfsvestigingen worden verwelkomd waarbij de leegstand terugliep tot minder dan 1 procent. De overslag bereikte ‘weer een mooie stijging’ aldus Van den Oever. De overslag in goederen steeg met bijna een miljoen ton, 5,5 in procenten, tot 18.492.000 ton. Van den Oever licht toe dat die groei vooral voor rekening komt van de zeevaart. Het aantal schepen dat de haven van Moerdijk aandeed steeg van 1900 naar 2202 (+ 16 procent). Die zorgden voor maar liefst 14 procent tonnen extra lading (7.658.000). Het aantal binnenvaartschepen nam met 3 procent tot 11.740 maar de hieruit overgeslagen lading groeide slechts miniem tot 10.834.000 ton.
Forse groei shortsea
Havenbedrijf Moerdijk is juist zo blij met die groei van de zeevaart omdat dit het belang van Moerdijk versterkt als shortseahaven. Een knappe prestatie omdat Moerdijk natuurlijk behoorlijk landinwaarts ligt. Maar dat schrikt dus de shortsea niet af, in tegendeel zelfs. Van den Oever: “De stijging komt vooral door de groei van rederij A2B-online in het containervervoer op het Verenigd Koninkrijk. A2B-online heeft onlangs een zevende schip in de vaart genomen. Daarmee verzorgen ze nu twintig afvaarten per week op vijf verschillende havens in Engeland.” Maar A2B-online is niet de enige. Ook andere rederijen als WEC-Lines, NCL en ViaSea zorgen voor een groeiend netwerk van shortseaverbindingen van de haven van Moerdijk met havens in Spanje en Portugal en Scandinavië. En hoe meer shortseaverbindingen vanuit Moerdijk worden aangeboden, hoe interessanter het ook wordt om als verlader je containers per spoor naar Moerdijk te transporteren. De haven heeft goede verbindingen per spoor met het Duitse, Hongaarse en Italiaanse achterland. Het aantal treinen op Milaan groeide het afgelopen jaar zelfs van drie naar zes keer per week. Verder kwamen er treinen bij van/naar Geleen en Ludwigshafen.
Tweede opstelspoor
Ondertussen werkt Havenbedrijf Moerdijk hard aan de verdere verbeteringen van de faciliteiten voor het spoorvervoer. Het lang gewenste tweede opstelspoor is inmiddels aangelegd maar nu is het Havenbedrijf bij spoorbeheerder ProRail aan het lobbyen voor het verbeteren van de bereikbaarheid van het Moerdijkse emplacement vanaf de hoofdspoorbaan. Moerdijk wil onder andere meer tijdslots op het hoofdnet om meer treinen te kunnen ontvangen en laten vertrekken. Die zijn nodig om Moerdijk als spoorhaven nog aantrekkelijker te maken. Havendirecteur Ferdinand van den Oever ziet daarmee goede mogelijkheden om naast Engeland vooral ook het aantal verbindingen op Scandinavië en de Baltic te verbeteren. Op de dag van het gesprek met Seaport Magazine heeft Van den Oever zelf een delegatie op bezoek van de Noorse haven Haugesund, de thuishaven van rederij NCL. “Verdere ontwikkeling van de shortsea in Moerdijk is een van onze speerpunten en we zijn nu druk aan het kijken hoe we de Baltic verder kunnen ontsluiten. Daarvoor gaan we later dit jaar ook nog in Tallinn op bezoek,” zegt Van den Oever.
Binnenvaart aanzwengelen
Naast de shortsea hoopt Moerdijk dit jaar ook de groei van de binnenvaart weer te kunnen aanzwengelen. Van den Oever: “We werken aan een nieuw bargeconcept met ECT, MCT, het Havenbedrijf Rotterdam en Wil Versteijnen met zijn BTT (Barge Terminal Tilburg). Het grote probleem voor de binnenvaart is de congestie rond de grote containerterminals in de haven van Rotterdam. Daardoor krijgen we de binnenvaart onvoldoende betrouwbaar. Je ziet dat sommige verladers voor het vervoer van hun containers weer op de truck gaan zitten. We proberen nu het vervoer van containers tussen Rotterdam via Moerdijk en Tilburg nog beter te bundelen zodat je als binnenvaart ‘on-time’ kunt leveren.” Met MCT bestaat al het extended-gate concept waarbij de terminal op Moerdijk als een soort vooruitgeschoven voordeur van de grote deepsea ECT-terminal op de Maasvlakte dienstdoet. MCT/ECT zorgen dan dat de in Moerdijk aangeleverde containers op tijd op de terminal in Rotterdam op het juiste schip meegaan. Ondertussen gaat ook het bulkvervoer gewoon door. De aanvoer van cement stijgt en vorig jaar is er ook een nieuwe meststoffenfabriek gaan draaien. Aan- en afvoer hiervoor gaat veelal via de binnenvaart. De overslag in de haven van Moerdijk bestaat ruwweg uit een kwart containers, een kwart bulk, een kwart vloeibare bulk en het resterende kwart projectlading/breakbulk.
Energietransitie
Verder wil de havendirecteur dit jaar inzetten op de energietransitie en het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van een circulaire economie. “We gaan kijken hoe wij stappen kunnen zetten naar een meer circulaire economie met verwerking van reststoffen en slibverwerking. Uit slib kun je zuiver fosfaat terugwinnen. We moeten op een andere manier tegen reststoffen aankijken, als potentiele grondstoffen beoordelen in plaats van als afval. In Duitsland kan wat dat betreft veel meer dan hier.” Volgens Van den Oever kan er wat dat betreft op het gebied van wet- en regelgeving nog een heel stuk worden verbeterd. Overigens gebeurt er in West-Brabant het nodige op het gebied met initiatieven als de BioBased Delta en de Green Chemistry Campus in Bergen-op-Zoom. “En we zijn natuurlijk ontzettend blij met de vestiging van Mitsubishi Materials Corporation hier in Moerdijk die kwarts wint uit elektro-afval.” De gewonnen kwarts verscheept Mitsubishi weer naar Japan. Wat betreft de energietransitie valt te melden dat er de komende jaren op het terrein zwaar wordt ingezet op installatie van zonnecollectoren.
Samenwerking met Rotterdam
Een ander belangrijk agendapunt voor de havendirecteur is het overleg met het Havenbedrijf Rotterdam over een mogelijke gezamenlijke commerciële en ook operationele strategie. “In het kader van het thema Haven van de Toekomst zien we allemaal grote transities op ons af komen van de energietransitie, digitalisering. Je moet oog hebben voor cybercrime. Daarover overleggen we nadrukkelijk met het Havenbedrijf Rotterdam met ook inschakeling van Brabantse instituten. Doel is een meer concrete uitwerking van thema’s met ook de mogelijkheid voor het Havenbedrijf Rotterdam om als aandeelhouder tot dit bedrijf toe te treden.”