Het zeehavenbedrijf van IJmuiden jubileert. De privatisering van zijn voorloper, het Staatsvissershaven-bedrijf, vond plaats op 10 april 1989. Zeehaven IJmuiden NV is het enige echte private havenbedrijf van Nederland, want de meerderheid van de aandelen is in private handen. Amsterdam en Rotterdam hebben ook zelfstandige besturen, maar de aandelen van deze ondernemingen zijn in overheidshanden. IJmuiden doet het al 25 jaar op eigen kracht en algemeen directeur Peter van de Meerakker (1962) maakt daar al zeker de helft van de tijd deel van uit. En hij is nog lang niet klaar.
Van de Meerakker studeerde bestuurskunde met als belangrijkste nevenvak economie. Zijn carrière begon hij op de afdelingen Economische Zaken van de gemeenten Amsterdam en Velsen. Daar draaide het om publiek-private samenwerking. En dat blijkt de rode draad in zijn hele verdere loopbaan. ”Ik deed daar het voorbereidende werk”, vertelt Van de Meerakker, “voor het economisch en ruimtelijk planologisch mogelijk maken van de derde haven van IJmuiden. Daardoor had ik veel contact met het havenbedrijf. Dat vond ik zo leuk om te doen dat toen de mogelijkheid zich voordeed in dienst te treden bij Zeehaven IJmuiden NV, ik die kans meteen aangreep. Het bood mij de mogelijkheid niet alleen het voorbereidende werk te doen, maar ook het plan daadwerkelijk te realiseren”. En het is blijkbaar tot op de dag van vandaag bevredigend werk. “Als je werk je hobby is, dan ga je geen dag naar je werk. Ik vind het nog elke dag leuk”.
Opmars
Niet dat hij in een gespreid bedje kwam. Natuurlijk was er door zijn voorganger al heel veel gerealiseerd. De vergunning voor de aanleg van de derde haven was bij zijn aantreden als adjunct-directeur op 1 januari 2001 een feit, terwijl de aankondiging daarvan al bij de privatisering in 1989 als plan was aangekondigd. Vervolgens is er een keur aan infrastructurele projecten gerealiseerd en zijn de Haringhaven, de IJmondhaven en het Middenhavengebied anno 2014 zo goed als nieuw. Een stoet aan nieuwe bedrijfsvestigingen met moderne terminals en geavanceerde en gespecialiseerde vemen liep gelijk op. De visafslag experimenteerde met een thuisveilsysteem dat nu is uitgemond in het Pefa-veilsysteem, een verkoopprogramma voor verse vis dat gebruik maakt van het internet. Klanten uit binnen- en buitenland krijgen dankzij het elektronische verkoopsysteem toegang tot een grote markt via diverse veilingen.
Wapenfeiten
Van de Meerakker heeft een A4’tje met daarop voor elk van de afgelopen 25 jaar minimaal één wapenfeit. De realisatie van de infrastructuur, de modernisering van gevestigde bedrijven op doeltreffende locaties en de komst van nieuwe ondernemingen. Alle zijn havengerelateerd en gebaseerd op de pijlers van IJmuiden: vis, energie uit offshore (olie, gas, wind), ferry- en cruisevaart.
Op 1 mei 2005 werd Peter van de Meerakker algemeen directeur en IJmuiden bleef gestaag groeien en bloeien. Het waren vooral de maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de nieuwe kijk op energie, die het voormalige vissersdorp kansen boden op economische verbreding. Bedrijven kiezen voor een vestiging aan open zee vanwege de innovatie in de olie- en gaswinning op zee en door de komst van het derde nabijgelegen windmolenpark Luchtenduinen voor de kust tussen Noordwijk en Zandvoort.
Een andere factor voor economische voorspoed is de cruisevaart. De Amsterdamse cruisevaart floreert, maar cruiserederijen zien ook grote voordelen in een haven direct aan zee en zonder sluizen. IJmuiden ontvangt komend jaar 55 cruiseschepen.
Herstructurering
De focus van een havenbedrijf is voorwaarden scheppen om bedrijvigheid aan te jagen. “Dat betekent”, zegt Van de Meerakker, “een commercieel vestigingsbeleid voor haven- en kadegebonden bedrijven die een toegevoegde waarde leveren aan een cluster van havenbedrijvigheid”. De consequentie is dat bedrijven die niet noodzakelijkerwijs aan een kade hoeven te liggen zijn verplaatst. Zoals bijvoorbeeld het distributiecentrum van supermarkt VOMAR en de productie van de blokken voor de pieren van Rijkswaterstaat. Het blokkenterrein is gesaneerd en vervolgens geheel uitgegeven aan nieuwe bedrijven.
Economische motor
Succesvol de concurrentieslag aangaan is mede afhankelijk van overheidsbeleid, maar de privatisering heeft enorm geholpen. “Onze stakeholders zijn klanten die tegelijk gebruiker en aandeelhouder zijn”, zegt Van de Meerakker. “Ze zijn scherp op kostenbeheersing. Ze richten zich op de lange termijn en op rendement. Er is een duidelijke rolverdeling met de overheid. De overheid doet de publiekrechtelijke zaken, de bestemmingsplannen en de omgevings- en milieuvergunningen. Het bedrijf kan zich richten op beheren, ontwikkelen en ondernemen. Ook de Raad van Commissarissen heeft een bedrijfsmatige achtergrond.
Zeehavens IJmuiden is met 27 mensen een slank en gespierd bedrijf. “Wij hebben een gezonde hekel aan vergaderen”, zegt Van de Meerakker. “Als er een probleem is gaan we om tafel en lossen we dat meteen op.”
Hoogtepunt
De kracht van de havenbedrijfsdirecteur is dat hij weet hoe de hazen lopen. Hij kent de kneepjes van ambtelijke procedures en begrijpt de belangen van het bedrijfsleven. Daardoor kan hij een brug slaan tussen overheid en bedrijfsleven. “Een goede relatie met de overheid en intensieve samenwerking met het gevestigde bedrijfsleven, zie ik dan ook als persoonlijke hoogtepunten”, zegt Van de Meerakker, “want zonder financiën van de overheid was het nooit van de grond gekomen; dan hadden we noch aan nieuwbouw noch aan herstructurering kunnen doen.” Dat mag dan een persoonlijk hoogtepunt zijn, hij wil de zaak ook meteen relativeren. “Bedrijven zijn er gebruik van gaan maken en niet naar elders vertrokken. In dat geval waren we met een miljoenenstrop blijven zitten.” Want het heeft allemaal veel geld gekost. Van de Meerakker: “De kosten van de aanleg van de derde haven zijn hoger uitgevallen dan geraamd door het later afkomen van vergunningen”. Achteraf is deze later hernoemde IJmondhaven maar net op tijd gereed gekomen: “We hadden de slag om offshore wind kunnen missen”.
Het begin
Van de Meerkakker verklaart de stijgende ontwikkelingslijn, zelfs in tijden van economische neergang, door “de specialismen van IJmuiden, die alle zijn terug te voeren op voeding (verse en diepgevroren vis), energie (olie- en gas- en windoffshore) en vrije tijd (ferry- en cruisevaart), want dat zijn essentiële levensbehoeften”. Toch zijn er ook markeringspunten in de geschiedenis aan te wijzen die getuigen van visie en slagkracht.
Een korte geschiedenis van de haven:
De bloei van IJmuiden gaat terug tot het gereedkomen van het Noordzeekanaal en de ontwikkelingen in de visserij. Tot die tijd voeren de vissers nog op een bomschuit. Na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 kwamen er schepen met een kiel. Die kiel was een enorme verbetering aangezien er daardoor minder schepen vergingen. Maar er moest nu wel een modus worden gevonden om de vis aan land te brengen. Egmond had geen haven en de vissers kwamen naar IJmuiden en maakten dankbaar gebruik van de sluiskolk. Ze konden er beschut liggen en hun vis veilig lossen. Amsterdam was daar niet onverdeeld gelukkig mee, want de afgemeerde schepen zorgden voor obstructie bij de sluis, reden waarom de stad aandrong op de aanleg van een haven.
Een gevolg van deze ontwikkeling was dat de particuliere handelaren uit Egmond hun eigen afslag begonnen. De opzet van een eigen, private visafslag was een logische stap, maar het verstoorde ook de openbare orde, omdat de handel niet even eerlijk was. De Rijksoverheid greep in. Ir. C. Lely was toentertijd Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Hij zag de visserij als een werk van openbaar nut en zorgde op 1 juli 1899 voor de start van een rijksvisafslag in de zogenaamde ‘Hal van Lely’. Zo kwam een einde aan de private vishandel. Tot 1914 verhandelde het Rijk de vis, waarna het Staatsvissershavenbedrijf is opgericht. Dit was de voorganger van het in 1989 opgezette Zeehaven IJmuiden NV. IJmuiden was van meet af aan privaat. “Achteraf is dat wel één van de succesfactoren”, zegt Van de Meerakker.
Continuïteit
Als Van de Meerakker IJmuiden zou moeten kenschetsen, noemt hij eigenschappen als dynamiek, enthousiasme en doorgaan. “Het zijn allemaal directeur-eigenaarbedrijven, geen beursgenoteerde ondernemingen met besluitvormers ver weg, die elk bedrijf voor een ander kunnen inruilen. Onze ondernemers zijn snelle beslissers. Zij zijn gericht op continuïteit en gaan niet voor kortetermijnwinst en blinkende kwartaalcijfers.”