Rotterdam het nieuwe Slochteren?

Warmte zonder te hoeven stoken! De havenindustrie van Rotterdam is hard op weg dé energiebron te worden waarmee Zuid-Holland warm kan zitten; huishoudens, bedrijfspanden en de glastuinbouw. Dat kan door restproducten die nu nog geloosd worden in te zetten, met als eindresultaat minder gebruik van fossiele brandstof, minder lozing en meer hergebruik. Door de aansluiting op de zogenaamde warmterotonde kunnen steden hun distributienet van stadsverwarming erop aansluiten en producerende bedrijven hun restwarmte terug leveren. De eerste grote praktijkvoorbeelden zijn er.
Vuilverbranding, petrochemie, havenindustrie. De haven van Rotterdam vormt een grote concentratie van nieuwe energieproducenten. Nieuwe bronnen. Al is nieuw betrekkelijk, want restwarmte was er altijd al. Alleen wordt die nu afgevangen en hergebruikt. Door restwarmte niet te lozen in de lucht en de Nieuwe Waterweg, maar via een grootscheepse infrastructuur water op 120 graden Celsius door buizen te sturen en aan te sluiten op de stadsverwarming. Daardoor hoeft aanzienlijk minder aardgas gebruikt te worden om het water te verhitten. Zo worden inmiddels 95.000 huishoudens in Rotterdam bediend voor ruimteverwarming en tapwater.

Warmtenet

Stap twee in dit grootse project, dat uiteindelijk moet leiden tot een warmterotonde die heel Zuid-Holland beslaat, was de oplevering afgelopen najaar van Leiding over Noord. In 2013 was de Nieuwe Warmteweg al opgeleverd. Die laatste is een 26 kilometerlang, ondergronds pijpleidingcircuit dat begint bij de vuilverbranding van AVR Van Gansewinkel in Rozenburg. De leidingen kruisen driemaal de A15 en gaan dan onder de Oude Maas, Katendrecht en de Maas- en Rijnhaven door. Bij Charlois splitsen de leidingen in een noord- en een zuidtak. De zuidtak eindigt bij het Maasstad Ziekenhuis, dat hiermee volledig verwarmd wordt. De leiding sluit aan op de distributienetten van NUON. De noordtak eindigt op de Wilhelminapier, hartje Rotterdam, voor aansluiting op het netwerk van Eneco.
Leiding over Noord is 17 kilometer lang, loopt eveneens vanaf de afvalenergiecentrale AVR onder de Nieuwe Waterweg door langs de westrand van Vlaardingen naar de zuidzijde van de A20 richting Schiedam en via Oud-Mathenesse naar de elektriciteitscentrale aan de Galileïstraat voor de aansluiting op het bestaande Rotterdamse warmtenet. Vlaardingen en Schiedam zullen ook gebruik gaan maken van het net.

Kooldioxidebesparing

Niet alleen minder aardgasverbranding, ook de CO2-reductie is aanzienlijk: 1000 kg per aangesloten woning oftewel 60 procent CO2-besparing.
De realisering van CO2-reductie en hergebruik past goed in de duurzaamheidsambities van stad en haven. Doel is de CO2-emissie in de regio in 2025 met 50 procent te hebben verminderd ten opzichte van 1990. Nu nog komt de restwarmte uit Rozenburg, maar de hele havenindustrie kan leveren. Niet alleen warmte, ook CO2. Beide zijn producten waar elders behoefte aan is.
De warmte die AVR levert is een restproduct van stoom die ontstaat bij de verbranding van afval. Een gesloten systeem van twee leidingen transporteert het 120 graden Celsius hete water, dat onderweg dankzij twee boosterstations op snelheid blijft, naar zijn bestemming. Het water in de retourleiding is afhankelijk van het seizoen nog 70 tot 90 graden Celsius als het weer in Rozenburg arriveert, alwaar het bij de centrale in Rozenburg weer een nieuwe lading warm water krijgt.
Inzet en betrokkenheid
Hoofdrolspelers in dit project zijn het Warmtebedrijf Rotterdam (een van de oprichters is de gemeente Rotterdam) als intermediair tussen de partijen, de afnemende energiebedrijven E.ON Benelux, Nuon en Eneco en aannemer Visser & Smit Hanab. Deze laatste tekende voor het ontwerp, de aanleg en vijftien jaar onderhoud van de installatie en leidingen. Het is een waar huzarenstukje geweest, want het tracé loopt onder wegen, knooppunten, spoorwegen, havenwateren en stukken woonwijk door. Ook moest er groen wijken of bomen verplaatst worden, maar in het eindontwerp zijn de groengebieden mooier teruggekomen. Dat succes is niet in de laatste plaats tot stand gekomen dankzij intensief overleg met bewoners en andere betrokkenen, die actief meedachten.

Westlandse energie

Restproducten kan de havenindustrie van Rotterdam goed kwijt aan andere bedrijfstakken. Grote buurman tien kilometer noordelijker is Het Westland, het grootste glastuinbouwgebied van de wereld en een energieverbruiker van formaat. De glastuinbouw produceert echter zelf ook warmte en CO2 door warmte-krachtkoppeling. Met aardgas in een verbrandingsmotor maken de tuinders elektriciteit, warmte en CO2, die zij gebruiken en hergebruiken. Bij alle vormen van verbranding komt immers CO2 vrij. Bij verbranding van voedsel in ons lichaam, bij gas in de verwarmingsketel op zolder en bij de brandstof in de motor van onze auto.
Minder aardgas gebruiken komt het bedrijfseconomisch principe ten goede en bewijst bovendien het milieu een dienst. Van het totale aardgasverbruik in Nederland neemt de glastuinbouw 10 procent voor zijn rekening. Dat is 28 petajoule (PJ – dat is 10 tot de 15de macht, een 1 met 12 nullen), dus 885 miljoen kubieke meter aardgas. Naar schatting zal de havenindustrie in 2018 circa 7 tot 12 PJ aan warmte kunnen leveren. Pure milieuwinst.

Oude oliepijpleiding

Restwarmte gebruiken is dus een duurzaam alternatief voor de tuinbouw, maar heeft als consequentie dat er ook minder CO2 beschikbaar is, die wel nodig is voor de groei van de teelt. Daarop is een list bedacht: de levering van zuivere CO2 uit de petrochemisch industrie. Ook pure milieuwinst. Bij de productie van waterstof komt CO2 vrij die kan worden afgevangen. Via een oude oliepijpleiding van Rotterdam naar Amsterdam komt sinds 2005 zuivere CO2 van Shell en tegenwoordig ook van de producent van bio-ethanol, Abengoa, naar het Westland. Niet alleen de tuinbouw, ook andere productieprocessen vereisen CO2, bijvoorbeeld bij de vervaardiging van cement. Meer fabrieken zouden erop kunnen aansluiten.
Een robot heeft de voormalige oliepijpleiding toentertijd gecontroleerd en geschikt gemaakt voor het vervoer. Het idee ontstond al in de 90’er jaren bij Energiebedrijf Delfland. De naam van deze hergebruikte pijpleiding is OCAP, Organic Carbondioxide for Assimilation of Plants.

Afnemer en leverancier

Neerlands kassen zijn net als de havenindustrie ook warmteproducenten. In de winter is er te weinig warmte, maar in de zomer is er juist meer warmte in de kas dan er nodig is. Die valt te compenseren. Warmte opslaan in de grond is een optie. In IJsland en Scandinavië wordt dit principe vaker toegepast. Dat komt hier ook. Er zijn voorbeelden van gebruik van aardwarmte. De sector is innovatief en in het Westland zijn al twee aardwarmtebronnen voor opslag van restwarmte in gebruik. Maar als er per saldo meer warmte is, zou de tuinbouw de overtollige warmte weer kunnen afleveren, zodat andere afnemers die kunnen benutten. Aansluiting op een energienet komt dan zeer van pas.

Zuid-Holland zelfvoorzienend

In een compact gebied van haven, verstedelijkt gebied en tuinbouw is veel vraag en aanbod van warmte, die samengebracht kan worden via een warmterotonde. Een miljardeninvestering, waaraan de overheid niet meebetaalt. Het is een industrieel project met toekomst, want met uitbreiding van het net zullen er ook steeds meer warmteaanbieders kunnen aansluiten. Telers en hun brancheorganisaties en de Wageningen UR Glastuinbouw hebben de handen ineen geslagen om dit project tot een succes te maken. Het verhaal begint bij de infrastructurele warmtestroom via de Nieuwe Warmteweg en de Leiding over Noord. Het verhaal gaat verder met de uitbreiding van een netwerk naar Delft, Den Haag en het Westland en dan wellicht vertakkingen naar Leiden en Dordrecht. Gemeentes, de provincie Zuid-Holland en marktpartijen onderzoeken hoe zij dit op technisch, financieel en organisatorisch gebied goed voor elkaar kunnen krijgen. Hoe meer bedrijven hun restproducten kunnen afleveren, hoe meer afnemers kunnen aansluiten, hoe beter het milieu is gediend. Bovendien worden we zo ook minder afhankelijk van gas uit Rusland en het Groningse Slochteren.

Auteur: Lydia Gille

Deel dit bericht op