Rotterdam groeit maar niet probleemloos

De overslag in de haven van Rotterdam groeit en dan vooral in de containersector. De grote vraag dit en komende jaren is echter of die groei voldoende zal zijn om de sociale onrust in de haven binnen de perken te houden. Op 17 december j.l. moest de ME er aan te pas komen om de bezoekers van de jaarlijkse Dag van de Haven in het Luxor Theater te beschermen tegen demonstrerende en zwaar vuurwerk afstekende havenwerkers.
Half januari sloten actievoerende havenwerkers de toegangspoort van de nieuwe RWG-terminal op Maasvlakte2 af en werd bij de terminal van ECT een schip geweigerd dat containers van RWG wilde komen lossen. Voor FNV Havens is RWG de kwaaie pier omdat dit bedrijf weigert een cao voor zijn personeel af te sluiten. Maar volgens RWG willen zijn werknemers dat helemaal niet.
Toch hebben de actievoerende havenwerkers in ieder geval bereikt dat op maandagavond 19 januari voorafgaande aan het jaardiner van havenbelangenorganisatie Deltalinqs een eerste sociaal overleg tussen de top van het Rotterdamse havenbedrijfsleven en de vakbeweging tot stand kwam. Doel van dit overleg is tot een ‘wapenstilstand’ te komen om tijd vrij te maken voor een sociaal akkoord.
De vakbonden eisen sociale regelingen om oudere havenwerkers minder te kunnen laten werken en overbodig wordende havenwerkers aan ander werk te helpen. Als gevolg van de opening van de twee nieuwe containerterminals op Maasvlakte2, die verregaand geautomatiseerd zijn, vrezen de vakbonden dat tot 700 havenwerkers overbodig worden.
FNV Havens vindt dat het havenbedrijfsleven en de overheid hiervoor met geld over de brug moeten komen omdat zij met hun besluit tot aanleg van Maasvlakte2 het hele probleem zouden hebben gecreëerd. Omdat  de kranen voor de nieuwe generatie megacontainerschepen veel te hoog worden, vindt de bediening steeds vaker geautomatiseerd plaats waarvoor aanzienlijk minder havenwerkers nodig zijn.
Het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) heeft zich inmiddels bereid verklaard bij minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aanvraag in te dienen voor steun aan sociale regelingen om de gevolgen van het banenverlies voor havenwerkers te verzachten. Niemand zit immers op sociale onrust in de haven te wachten. Overigens helpt het dat de containersector dit jaar naar verwachting nog flink zal blijven groeien. Reorganisaties worden pas volgend jaar verwacht.
Daarbij helpt ook mee dat het HbR en containeroverslagbedrijf ECT medio december lieten weten de strijdbijl te begraven. Daarmee is de schadeclaim van ECT van € 1,3 miljard van tafel. Het enige slachtoffer is nu ECT-president directeur Jan Westerhoud die met vervroegd pensioen is gestuurd. Met de beëindiging van dit conflict kan er nu weer gezamenlijk door de containersector met het HbR worden overlegd over de verbetering van de concurrentiepositie van Rotterdam als containerhaven  in de strijd met rivalen Hamburg en Antwerpen.
Want daar gaat het dus om. “Rotterdam moet alle zeilen bijzetten om haar marktaandeel binnen de Europese Unie te versterken,” aldus Deltalinqs-voorzitter Steven Lak in zijn speech ter gelegenheid van het al weer 15e Deltalinqs Jaardiner waarbij de top van het havenbedrijfsleven en vertegenwoordigers van alle betrokken overheden aanschuiven.
In 2014 groeide de goederenoverslag in de Rotterdamse haven met een bescheiden 1 procent. Lak: “Achter dit totaalbeeld gaan forse verschillen schuil. De Rotterdamse haven moet de handen verder ineenslaan om de toonaangevende positie in de wereld te behouden en uit te bouwen.” Dat moet volgens de Deltalinqs-voorzitter door het versterken van de concurrentiekracht van het bedrijfsleven. “Rotterdam kan met haar schaalgrootte en efficiëntie niet langer de duurste blijven. Wij betalen de rekeningen die elders door overheden worden betaald. Dat is niet vol te houden. De overheid is aan zet om een level playing field te realiseren. Waarom moeten de controles op voedselveiligheid hier meer kosten dan in België? Waarom moet onze raffinagesector koploper zijn en als eerste ruim € 1 miljard investeren in de implementatie van nieuwe milieu en veiligheidseisen?”
Deltalinqs bepleit een blijvende toonaangevende positie voor de Rotterdamse haven. “Een vestigingsklimaat dat investeringen aantrekt moet daartoe leidend zijn, anders zetten we doelbewust veel arbeidsplaatsen op de tocht,” aldus Lak. Zo moet het aandeel van het goederenvervoer per spoor omhoog. De Betuweroute in het havengebied moet daarvoor worden omgelegd door de realisatie van de zogeheten Calandspoorboog. HbR en Deltalinqs hopen daarvoor op een flinke subsidie van Brussen en het Rijk.

Ondertussen heeft het Havenbedrijf Rotterdam zelf wel al weer aantal belangrijke investeringen in de verbetering van het bestaande havengebied aangekondigd. De meest opmerkelijke die de vorig jaar nieuw aangetreden HbR-president-directeur Allard Castelein aankondigde bij de bekendmaking van de jaarcijfers is het uitdiepen van de Nieuwe Waterweg (vanaf de Beneluxtunnel) tot aan de Botlek van 15,5 naar 17 meter diepgang. Daardoor kunnen grotere schepen met meer lading ruwe olie lossen en olieproducten laden bij de raffinaderijen in het Botlekgebied. Dit werk zou volgend jaar moeten worden uitgevoerd.
Het HbR en de petrochemische sector in de Rotterdamse haven hebben de afgelopen jaren moeten aanzien dat een gevoelig deel van die lading weglekte naar met name Antwerpen en in het bijzonder de VTTI-terminal van oliehandelaar Vitol. Ook verhuisden een aantal benzinepakketen naar Amsterdam dat zich de grootste benzinehaven van de wereld mag noemen.
Overigens rekent het HbR er nog steeds op dat de Russische Summa Group zijn plan voor de realisatie van de Shtandart-Tank Terminal Europoort-West doorzet. Door aanpassingen heeft de uitvoering van dit plan een aantal maanden vertraging opgelopen. De opslagterminals in de Rotterdamse haven krijgen een nog steeds groeiende hoeveelheid stookolie uit Rusland aangeboden. Castelein constateerde dan ook met genoegen dat de haven van Rotterdam nog weinig gemerkt heeft van de economische boycotmaatregelen die het Westen tegen Poetin heeft afgekondigd.
Desondanks was de aanvoer van olieproducten in Rotterdam vorig jaar de grootste daler met een min van 8,1 procent, gevolgd door overig nat (-7,4 procent) waaronder chemische producten en plantaardige oliën en vetten (palmolie) vallen. Dat komt vooral door een lagere productie van de chemiesector die in Rotterdam moet concurreren met vooral de VS en het Midden-Oosten waar de energielasten aanzienlijk lager zijn. De aanvoer van ruwe olie steeg daarentegen met 4,8 procent wat te danken was aan minder onderhoudstops en een hogere bezettingsgraad bij de raffinaderijen.
Ook de overslag van droog massagoed was met een min van 0,7 procent een daler. Zo gingen er minder (0,9 procent) kolen naar de energiecentrales in Duitsland en minder erts en schroot (-5,2 procent) als gevolg van renovatie van hoogovens in Duitsland. De overslag van Agribulk (+ 9,2 procent) en overig droog (+ 6,8 procent) stegen. Overig droog zijn grondstoffen voor de bouw wat duidt op een voorzichtig herstel van de economie in de bouw en industrie.
Waar het echt goed mee ging was in de containersector en de breakbulk. In de overslag van containers was de stijging 5,8 procent in TEU en 5,2 procent in tonnen. Vooral de laatste zes maanden is er volgens HbR-president-directeur Castelein sprake van een robuuste groei. Dat leidde afgelopen zomer zelfs tot congestieproblemen. De beide nieuwe terminals van RWG en APMT op Maasvlakte2 zijn nu aan het opstarten en hebben inmiddels hun eerste schepen ontvangen en zullen dus de komende tijd extra overslagcapaciteit toevoegen. Op 11 januari ontving de Euromax Terminal opnieuw een recordschip, de CSCL Globe (19.100 TEU) en de verwachting is dat de komende tijd veel meer van dit soort schepen Rotterdam zullen aandoen.
Een andere sector waarin Rotterdam goed scoort is de breakbulk met een stijging van 12,1 procent. Onder breakbulk vallen de ro-ro-ferries die 8,1 procent meer lading kregen te verwerken door een aantrekkende economie in het Verenigd Koninkrijk. Overig stukgoed (staal, non-ferro, projectlading) steeg 28,1 procent. Dat is een flinke opsteker voor een sector die het jarenlang moeilijk heeft gehad door met name de concurrentie van Antwerpen.
Voor dit jaar verwacht het HbR opnieuw 1 procent groei die vooral uit de containeroverslag moet komen. Binnenkort hoopt het HbR met de betrokken containerterminals overeenstemming te bereiken over de realisatie van een € 80 miljoen investering vergende interne baan die alle terminals moet verbinden voor het snel en efficiënt uitwisselen van containers.

Auteur: Antoon A. Oosting

Deel dit bericht op