Nederlandse concurrentiepositie in gevaar

Het logistieke bedrijfsleven heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën een brief gestuurd waarin zij hun zorgen uiten over een aantal recente ontwikkelingen bij de Belastingdienst die gevolgen hebben voor het functioneren van de Douane.

De Nederlandse Douane staat al jaren bekend als een van de beste douaneorganisaties ter wereld. Deze topstatus is sinds jaar en dag een ‘unique selling point’ van Nederland en van essentieel belang voor onze concurrentiepositie. Een concurrentiepositie waar onze mainports en het bedrijfsleven groot belang bij hebben.

In de brief aan de staatssecretaris constateert het bedrijfsleven – TLN, FENEX, EVO Fenedex, Deltalinqs, ACN, VNC, VRTO, VNO-NCW, MKB Nederland, Havenbedrijf Rotterdam en Royal Schiphol Group – echter dat de toppositie van de Douane in gevaar komt en daarmee ook onze concurrentiepositie.

Naast het heffen en innen van douanerechten en belastingen voor de EU en NL, beschermt de Douane de samenleving door toezicht te houden op in- en uitgaande goederenstromen. Ook bevordert de Nederlandse Douane de Nederlandse concurrentiepositie.

De Nederlandse Douane heeft in de wereld een topstatus verworven. Een topstatus die volgens het bedrijfsleven echter in gevaar komt. Ondanks investeringen de afgelopen jaren – met name op het vlak van moderne controlemiddelen, ICT en innovatieve toezichtsconcepten – is het bedrijfsleven van mening dat de grenzen bereikt zijn voor de Douane.

Het aantal medewerkers is de afgelopen jaren significant afgenomen (van 5.400 in 2007 naar 4.200 eind 2016) en de budgetten zijn naar beneden bijgesteld. Ook de omgeving waarin de Douane zich begeeft verandert. Zo heeft de Douane er een groot aantal nieuwe toezichtstaken bij gekregen en is het aantal aangiftes en meldingen sinds 2007 meer dan verdubbeld, met in 2015 ongeveer 170 miljoen regels.

Verschillende afdelingen bij de Douane hebben structurele achterstanden en het bedrijfsleven merkt dat al enige jaren. De maatregelen bij de Belastingdienst (de vertrekregeling en de onder curatele stelling) hebben dan ook merkbaar effect op de dienstverlening van de Douane als onderdeel van de Belastingdienst. Hoewel het aantrekken van nieuwe medewerkers met andere competenties nieuwe kansen biedt, leidt dit op de korte termijn tot een minder gecontroleerd verloop en een kennislek. Daarnaast loopt het doorvoeren van procesverbeteringen en innovaties vertraging op.

Op dit moment wordt een stevige maatschappelijke en politieke discussie gevoerd over de rol van de Douane. Helaas ligt de nadruk in de discussie voornamelijk op de smokkel van drugs via de Rotterdamse haven en de vraag of de Douane voldoende ambtenaren heeft. De nuance is weg. Er wordt alleen gekeken naar wat er fout gaat en er wordt ten onrechte een beeld gecreëerd dat er niet of onvoldoende wordt gecontroleerd. De genomen maatregelen – zoals de enorme investeringen die gedaan zijn in scanmateriaal, nucleaire detectie en slim en gericht toezicht – krijgen onvoldoende aandacht.

 

Het is van belang dat de Douane toekomstbestendig wordt gemaakt. Hiervoor moet allereerst het imago van de Douane worden verbeterd, met name zodat de maatschappij en de politiek het bredere belang van de Douane voor de BV Nederland inzien. Op korte termijn is het van belang dat de Douane in staat wordt gesteld de problemen in de dienstverlening zo snel mogelijk op te lossen. Hetzelfde geldt voor de storingen die geregeld plaatsvinden bij de ICT-systemen van de overheid. Op de lange termijn pleit het bedrijfsleven voor het gezamenlijk opstellen van een innovatief verbeterprogramma voor de Douane, zodat we onze unieke positie in de wereld – en daarmee de sterke concurrentiepositie van Nederland – behouden.

 

Auteur: Seaport Magazine

Deel dit bericht op