Havens van Vlissingen en Terneuzen floreren

Er zijn ruim 15.000 mensen direct in de Zeeuwse havens werkzaam. Daarnaast is er het multiplier effect via indirecte werkgelegenheid door activiteiten in en rond de havens van Vlissingen en Terneuzen en de hele schil van toeleveranciers er omheen. De haven is een banenmotor waar gemiddeld hogere salarissen worden betaald dan in andere sectoren. De Zeeuwse havens genereren jaarlijks honderden miljoenen euro’s die door vele gezinnen worden uitgegeven. “De betalingen aan onze mensen zorgen voor een stuk welvaart, waar ook andere sectoren van profiteren. Het is dan ook essentieel dat de havens ruimte krijgen om te groeien. Het streven is om de jaarlijkse zeeoverslag van ruim 35 miljoen ton in de huidige tijd toe te laten nemen tot vijftig miljoen ton in 2020”, aldus voorzitter Henk de Haas van Zeeland Port Promotion Council. Het promotieorgaan van het havenbedrijfsleven wil in nauwe samenwerking met Zeeland Seaports de concurrentiekracht van de havens van Vlissingen en Terneuzen optimaal benutten. De Zeeuwse havens zijn compact, overzichtelijk en op alle mogelijke manieren bereikbaar. Door de natuurlijke ligging van de Zeeuwse havens en de uitstekende service kunnen schepen in Zeeland eerder aanmeren en vertrekken dan elders.

Vooraan
“We liggen vooraan, hoe beter je bereikbaar bent vanuit de diepe zee, hoe beter; we hebben goede achterlandverbindingen via binnenvaart, spoor en weg èn we hebben uitstekend gemotiveerd personeel. Binnen het bestaande havenbekken zijn we kansrijk om stap voor stap mee te gaan in de wereldwijde containerisatie. Het is belangrijk dat ondernemers, overheid, onderwijs en burgers samen optrekken om de havens te laten groeien.” Als de overslagcijfers onder de loep worden genomen blijkt dat na twee jaar van stagnatie bij de bedrijven in de Zeeuwse haven een duidelijke stijging van het overslagvolume in de zeevaart zichtbaar is. De zeegebonden overslag bij bedrijven in de Zeeuwse haven is in 2014 met ruim zes procent toegenomen tot meer dan 35 miljoen ton. Een uitstekende prestatie ten opzichte van de twee voorgaande jaren en in vergelijking met de meeste andere havens in de Hamburg – Le Havre range.

Analyse
Een analyse van de overslagcijfers toont daarbij groei in zowat alle segmenten. De grootste goederenstroom in de haven, de natte bulk, groeide met 13 procent. Een toename die vooral te verklaren is door flinke uitbreiding van tankopslagcapaciteit en ten gevolge van de doorzettende groei in boordboord overslag. De overslag van droge bulk, in omvang de tweede stroom in de haven, kende een groei van 5 procent. Deze toename komt door een aanzienlijke stijging in overslag van vaste brandstoffen en ertsen. De overslag in containers en RoRo kende een stijging van respectievelijk 13 en 4 procent.

Krachtig
“Deze positieve cijfers illustreren hoe krachtig en flexibel de bedrijven in de Zeeuwse haven zich kunnen ontwikkelen en aanpassen aan nieuwe economische omstandigheden. De ondernemingszin die zo kenmerkend is voor de bedrijven in deze regio maakt dit mogelijk. In goed partnership met het havenbedrijf wordt gewerkt aan verdere groei”, aldus Jan Lagasse, CEO van Zeeland Seaports. Ondanks lastig blijvende macro-economische omstandigheden en geopolitieke onzekerheden verwacht Zeeland Seaports in 2015 opnieuw een lichte groei van overslag bij de bedrijven in haar havengebied. Dit is mede gebaseerd op de komst van enkele aansprekende nieuwe spelers en nieuwe ladingstromen in de haven. In de afgelopen jaren hebben diverse havenbedrijven in Vlissingen en Terneuzen uitgebreid, terwijl er verschillende nieuwe projecten lopen. Het dynamische havengebied biedt veel kansen en uitdagingen. Doelstelling is om duurzame bestaande bedrijven in de kanaalzone te laten uitbreiden en nieuwe bedrijven aan te trekken. Op het gebied van conventioneel fruit is de Zeeuwse haven uitgegroeid tot nummer 1 van Nederland. Met betrekking tot duurzaamheid en groen ondernemen lopen de Zeeuwse havens zelfs voorop in Europa. Biopark Terneuzen is gericht op bedrijven die op duurzame en milieuvriendelijke wijze produceren, zoals Heros, Yara, Cargill en Nedalco. Het Biopark is een goed voorbeeld van een economie gebaseerd op groene grondstoffen: reststoffen van het ene bedrijf zijn grondstof voor het andere bedrijf.

Motto
De strategie van Yara is om onder het motto ‘We create impact’ een belangrijke bijdrage te leveren aan het mondiale vraagstuk van een betrouwbare, duurzame voedselvoorziening in de komende decennia. Vanwege een forse toename van de wereldbevolking moet er in 2050 zeventig procent meer voedsel worden geproduceerd dan nu. Intensivering van de landbouwproductie via meststoffen is dan ook hard nodig omdat de hoeveelheid landbouwareaal beperkt is. De investeringen van Yara International zijn navenant. Door de nieuwe fabriek Ureum 7 kan de onderneming veel meer ammoniak in Sluiskil verwerken. Tegelijkertijd wordt het (risicovolle) vervoer van ammoniak over de Westerschelde drastisch beperkt.

Glastuinbouw
Yara levert ook restwarmte en CO2 aan de naastgelegen glastuinbouw via buisleidingen. In de afgelopen jaren heeft Yara Sluiskil een spectaculaire vermindering van de uitstoot van broeikasgassen van meer dan 50 procent bewerkstelligd en de reductie van N2­O bedroeg zelfs meer dan 80 procent, ondanks het feit dat de productie fors toenam. Door voortdurende aandacht voor een goede balans tussen economie en ecologie en gerichte investeringen behoren de fabrieken in Sluiskil tot de meest energie-efficiënte ter wereld. Het Biopark is gevolgd op een belangrijk ander project in de kanaalzone: het rondom Dow Chemicals geïnitieerde Valuepark, een joint venture tussen Dow en Zeeland Seaports. Het Valuepark beoogt de productie en distributie van chemische producten op één plaats samen te brengen. Behalve voor de deelnemende bedrijven levert de clustering van industriële en logistieke dienstverlening ook de nodige milieuvoordelen voor de omgeving op, doordat er beduidend minder vervoersbewegingen zijn. De clustering en de ruimtelijke omstandigheden zijn ook interessante vestigingsfactoren voor nieuwe bedrijvigheid.

Logistiek
In de Zeeuwse delta, strategisch gelegen tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam, liggen er logistiek gezien vele mogelijkheden. Om de groeiambities waar te maken zijn er in de komende jaren echter veel nieuwe banen in de logistiek nodig. Een dreigend tekort aan vakbekwame mensen maakt het lastig om deze nieuwe banen in te vullen. De vraag naar nieuwe arbeidskrachten neemt niet alleen toe door de verwachte groei van goederenstromen en bedrijven, maar ook doordat veel logistieke werknemers de komende jaren met pensioen gaan. De logistiek heeft echter met een imagoprobleem te kampen. Een slimmere en duurzame logistiek alleen, zodat bedrijven minder mensen nodig hebben, is niet voldoende. Er is in de toekomst grote behoefte aan hoger opgeleiden in de regio. Het kennisniveau in de logistiek wordt immers steeds hoger. Het economisch belang van de logistiek voor Zeeland is groot. In totaal zijn in deze provincie 1.500 bedrijven direct actief in de logistiek, goed voor 9.000 arbeidsplaatsen. Door de sterke verwevenheid met de industrie, reikt de spin-off van de logistiek nog veel verder.

Offshore is groeimarkt
De haven van Vlissingen is een flinke groeimarkt voor de offshore, zowel op het gebied van offshore windenergie als traditionele olie- en gaswinning. Bij bedrijven als Heerema en VDS is het altijd een drukte van belang op de kades in Vlissingen Oost. Zo genereren de projecten Gina Krog en Johan Sverdrup voor de Noorse Staatsoliemaatschappij Statoil veel bedrijvigheid. Het 17.000 ton wegende Gina Krog jacket is de grootste offshore constructie die tot op heden is gebouwd op de werf van Heerema Vlissingen. Het jacket is 142 meter hoog met een grondvlak van 60 bij 50 meter. Het jacket is het eerste voor het Gina Krog veld in het centrale deel van de Noordzee. De installatie zal over enkele maanden geschieden, waarna met het boren kan worden begonnen en vervolgens de olie met tankers zal worden getransporteerd. In totaal hebben zich in Vlissingen Oost honderden mensen met Gina Krog beziggehouden.

VDS Staal- en Machinebouw
Bij VDS Staal- en Machinebouw is onlangs de pre-drilling wellhead module (PDWM) opgeleverd voor het Gina Krog veld. Het wordt over enkele maanden in de Noordzee op het jacket geïnstalleerd. De imposante offshore constructie is op een barge geplaatst en wordt vervolgens naar Noorwegen gesleept. VDS heeft de constructie vervaardigd als subcontractor voor Heerema Vlissingen, onderdeel van de Heerema Fabrication Group (HFG). Het PDWM weegt ongeveer 250 ton en vindt zijn toepassing in de gefaseerde ontwikkeling van het Gina Krog veld. Het ontwerp is gemaakt door Heerema Vlissingen. VDS verrichtte de totale fabricage: de shopdrawings, de productie, de conservering alsmede de load-out. Ook heeft het bedrijf uit Nieuwdorp in eigen beheer zorg gedragen voor E&I en piping. De kick-off voor het project was op 7 mei 2014. Bijna een jaar is men met een vijftigtal mensen actief geweest met deze opdracht.

Johan Sverdrup
VDS is in april gestart met de fabricage van de pre drilling template in opdracht van Heerema Marine Contractors (HMC) voor Johan Sverdrup, een nog imposanter project van Statoil. De load out van de template op de barge is eind juni, waarna de sail away begin juli is. Het Johan Sverdrup-veld ligt op het Noorse deel van het continentaal plat in de Noordzee. Het bevindt zich ongeveer 140 kilometer ten westen van Stavanger en is een van de grootste olievondsten in de Noordzee. Het veld is goed voor een kwart van de totale Noorse olieproductie. De productie zal aanvangen in 2019 en start met zo’n 350.000 vaten olie per dag, met de mogelijkheid de productie verder op te schroeven. Met miljarden te exploiteren vaten olie is het een van de grootste industriële projecten voor de komende decennia. De ontwikkeling en exploitatie van dit enorme olieveld genereert honderden banen voor tientallen jaren. Het veld wordt in fases ontwikkeld. De eerste fase omvat een centraal veld met vier olieplatforms.

Boormal
De template komt op het diepste punt in de zeebodem te liggen. Het wordt gebruikt als boormal voor de conductors voor olie- en gaswinning. De positionering van de conductors en de jackets wordt aan de hand van de ligging van de template bepaald. Er zijn enorme kwaliteitseisen mee gemoeid, zowel ten aanzien van materiaaleisen als vorm- en plaatstolerantie. Uniek was dat bij VDS in Nieuwdorp de eerste cut of steel plaatsvond voor het hele Johan Sverdrup veld. Naast de traditionele offshore (olie & gasindustrie) richt men zich in Vlissingen Oost ook op de jonge markt van de offshore windenergie.

Aeolus
Het innovatieve offshore installatieschip Aeolus, pronkstuk van baggerconcern Van Oord, is onlangs in havengebied Vlissingen Oost aangepast om 43 windmolens voor de kust van Noordwijk en Zandvoort verder op te bouwen. “We hebben de Aeolus zowel gedemobiliseerd als gemobiliseerd. Equipment is van het schip gehaald en hier in opslag genomen. Bij de mobilisatie hebben we de Aeolus voorzien van fundaties ten behoeve van de towers, nacelles en bladeracks van de windmolens. Zowel fundaties als bladeracks zijn bij ons gebouwd. Met de fundaties kunnen de monopiles verticaal worden getransporteerd. Het zijn dus voorzieningen om staand te kunnen transporteren”, aldus Marcel Geschiere, die samen met Robert van der Loos aan het roer staat van VDS.

Hameren
Na het hameren van de monopiles in de zeebodem en de  installatie van de transition pieces vindt momenteel de voortgang van het proces plaats voor de kust van Noordwijk en Zandvoort. Het reusachtige schip is uitgerust met een kraan die ruim 900 ton kan tillen en heeft een accommodatie voor 75 mensen. Het hefschip kan op eigen poten staan (jack-up) tot waterdiepten van 55 meter. Het eerste project voor het schip is het in opdracht van Eneco en Mitsubishi Corporation te bouwen offshore windmolenpark Luchterduinen, dat eind van het jaar operationeel zal zijn. Dit park verrijst 23 kilometer voor de kust van Noordwijk en Zandvoort.

IJsselmeer
Naast het Aeolus project is men in Vlissingen Oost ook actief voor het ‘nearshore’ windmolen project in het IJsselmeer. VDS heeft gezorgd voor de coating en markering van de monopiles en voor de op- en overslag. Momenteel zijn de laatste 8 van in totaal 48 monopiles van dit project gereed voor load out. Afgelopen winter heeft dit bedrijf ook het tweede blade rack voor opdrachtgever Siemens gebouwd, afgeleverd en geïnstalleerd aan boord van het windturbine installatieschip MPI Adventure van Rederij Vroon, in de haven van Teesside in Noord-Engeland. “De fabricage van offshore constructies behoort tot onze kernactiviteiten. Naast het bedienen van de jonge markt van de offshore windenergie, zijn we al jarenlang actief in de traditionele offshore (olie & gasindustrie) met opdrachtgevers als Allseas, Heerema en IHC”, aldus Marcel Geschiere van VDS. Eerder participeerde het bedrijf in het megaproject De Groene Verbinding. In de eigen fabriek is zowel de ‘Koedoodbrug’ als de ‘Netkous’ vervaardigd.

Aeolus
Begin juni is de Aeolus weer terug in Vlissingen Oost, ten behoeve van het project Gemini, waar 150 windmolens 55 kilometer boven de kust van Schiermonnikoog in waterdiepten van 35 meter worden geïnstalleerd. Momenteel vinden bij VDS de voorbereidingen voor de demobilisatie plaats, waarna medio juni wordt gestart met de mobilisatie waarbij de fundaties worden aangepast en gemodificeerd in verband met het vervoer van de monopiles en transition pieces.

Auteur: Henk van de Voorde

Deel dit bericht op